Asset 14

Mutshoofd

Stephan ontmoet een bijzonder meisje. "Ik wilde haar slaan en ik wilde de liefde met haar bedrijven, het maakte me niet uit in welke volgorde."

“Waarom heb je een muts op? Ben je een rapper ofzo?” Mijn vrienden vielen stil. Ze zat recht tegenover me, aan de andere kant van de lange cafétafel. Ik was net begonnen aan een van mijn favoriete anekdotes, de groep moest lachen en ik voelde me in mijn element. Nu gleed de glimlach van mijn gezicht en iedereen keek verbaasd maar nog steeds geamuseerd van haar naar mij. Het was het eerste wat ze zei die avond. Vanaf het moment dat ze zich samen met Janne bij ons had gevoegd, had ze verveeld om zich heen gekeken, meer geïnteresseerd in haar omgeving dan in ons gezelschap. Ze heette Hanna. Ik haatte en hield van haar, meteen.

Ze leek heel ver weg en tegelijk een paar centimeter van mijn gezicht verwijderd.

“Het is koud buiten. Daarom heb ik mijn muts op,” zei ik met opgetrokken wenkbrauwen. De groep was al klaar om de spanning weg te lachen, maar zij wendde haar blik niet van haar prooi af. “Hierbinnen is het warm. Je hebt je handschoenen ook uitgedaan.” Ik lachte zelfverzekerd, maar intussen begon ik zenuwachtig te worden. “Oké, je hebt me. Mijn haar heeft te lang onder deze wollen kap gezeten. Het is inmiddels een zweterige, plukkerige zooi geworden. Hieronder zit een mutshoofd, oké? Geloof me, het is voor iedereen beter als ik mijn muts op hou.” Mijn vrienden lachten om mijn zelfspot, zoals altijd een betrouwbaar laatste redmiddel. Gilles zei: “Goed, wie wil er nog bier?” De strijd leek gestreden, ik was ternauwernood als winnaar uit de bus gekomen. Maar Hanna zei: “Doe hem af.” Nu begon ik te zweten. Ik staarde naar de overkant van de tafel, ze leek heel ver weg en tegelijk een paar centimeter van mijn gezicht verwijderd. Plotseling keek iedereen gretig in mijn richting. Ik slikte, en trok met een snelle beweging de muts van mijn hoofd af. Het publiek joelde, mensen sloegen me op mijn schouder en woelden plagerig door mijn haar. Aan de overkant van de tafel was zij alweer in gesprek met iemand anders, alsof er niets was gebeurd.

In de spiegel bij de wc’s zag ik wat voor een ravage de muts had achtergelaten. Het was nog erger dan ik had gedacht. Voor ik het wist stond ik met water de schade te herstellen. Toen ik eenmaal begonnen was, kon ik niet stoppen. Aan de andere kant wilde ik niet dat het iemand zou opvallen dat ik deze ijdele maatregel genomen had. Ik probeerde de bewerking subtiel te houden. Toen een andere man het toilet binnenkwam, haalde ik snel mijn handen uit mijn haar en deed ik alsof ik mezelf in de spiegel aanstaarde, verzonken in een gedachte over macht.

Ze zag het onmiddellijk. Vlak nadat mijn kont de stoel raakte, nog voor ik mijn biertje kon pakken, keek ze op en zei: “Wacht even. Heb je nou je haar goed gedaan?” Het was een kalme constatering, geen sensatiebeluste uitroep. Ze wist dat ze me nu te pakken had. Ik lachte gespannen en zei: “Nee hoor.” Toen draaide ik me naar het gesprek naast me, waar ik wanhopig in probeerde te verdwijnen. “Jawel, kijk maar hoe nat het is!” Opnieuw moest iedereen om me lachen, maar dit keer had ik er geen controle over. Ik haalde met een stompzinnige grijns mijn schouders op, als een stripfiguur aan het einde van weer een avontuur vol pech. Ik had te vroeg gejuicht: zij was de winnaar. Ze vervolgde haar gesprek met een kleine, tevreden glimlach op haar lippen. Ik wilde haar slaan en ik wilde de liefde met haar bedrijven, het maakte me niet uit in welke volgorde.

Illustratie: Merlijn van Bijsterveld

In de rij voor de club raakten we aan de praat. Terwijl we langzaam door de kou naar voren schuifelden, associeerden we steeds enthousiaster op elkaars verhalen. Ze was plotseling bescheiden, geïnteresseerd en lachte om mijn grapjes, wat ik als stille excuses opvatte. “Mijn vader zei altijd: ‘Al word je timmerman, dan hou ik nog steeds van je.’ Dat is natuurlijk lief, maar het geeft ook veel druk. Het is passief-agressief. En denigrerend ten opzichte van timmermannen.” Ik hoorde mezelf verbaasd aan, maar ze knikte enthousiast. “Die kut-ouders ook! Met hun onvoorwaardelijke liefde en hun financiële steun!” Ze stak theatraal haar vuist in de lucht. Toen zei ze op serieuze toon: “Mijn ouders zijn nog bij elkaar. Dat is pas een luxeprobleem, dat je voortdurend ziet dat ware liefde dus wel bestaat. Moet je daar ook nog naar op zoek.” Ze voegde er aan toe: “Jezus, hoor mij nou.” Ik haastte me om haar bij te vallen. “Same here. Mijn ouders zijn heel lief samen, en ik ben een hopeloze romanticus.” Nu moest ik vertellen over de keer dat ik het huis van mijn ex-vriendin met rozenblaadjes en kaarsen had versierd. Dat zou perfect zijn, ik zag al voor me hoe ik me in de mensenmassa nog iets dichter tegen haar aan zou laten duwen en haar diep in de ogen zou kijken terwijl zij zich langzaam zou realiseren dat… Maar ze onderbrak me: “Wanneer heb je voor het eerst iemand gebeft? Een meisje, bedoel ik.” Ik slikte mijn teleurstelling weg, grijnsde en zei: “Ik was veertien geloof ik. Ik had geen idee waar ik mee bezig was. Nog steeds niet, trouwens. Jij? Pijpen dan.” “Zeventien.” “Laat.” “Ja. Ik was een late pijper.” “Hé, beter laat dan nooit.”

Toen de deur dichterbij kwam, werd ze stiller, en op een meter van de portier reageerde ze helemaal niet meer op mijn vragen. Opeens was het alsof het gesprek nooit had plaatsgevonden en we weer twee vreemden waren. Het frustreerde me. Wat had ik fout gedaan? De grote deurman bekeek onze groep zorgvuldig; zijn blik bleef een fractie langer bij mij hangen. Toen maakte hij een minieme hoofdbeweging. We waren binnen.

Zoals altijd had ik direct spijt. Vanaf het moment dat ik in de hal van de club stond werd ik verlamd door een vreemd soort weemoed. Binnen waren er nog meer rijen: voor de garderobe, de bar, de wc. Ik voelde de blikken over me glijden als hitsige zoeklichten. Ze keken dwars door me heen en ik kon me niet verstoppen. Op de dansvloer was het gelukkig donker, maar het lukte me niet om zo wild te bewegen als mijn vrienden. Laat het los, laat het los, dacht ik. Maar hoe? Ik zocht oogcontact met Hanna om mijn ongemak te delen, maar ze leek net zo euforisch als iedereen. Niet veel later zag ik dat ze zich al dansend liet zoenen door een heel knappe zwarte jongen.

Het meisje tegenover me maalde met haar kaken. “Vind je het leuk hier?” schreeuwde ik maar. Ze knikte agressief. “Deze club is master. Mike vindt het ook altijd vet hier. Mike, mijn vriend.” Ik knikte. “Je noemt je vriend omdat je bang bent dat ik je wil versieren. De boodschap is aangekomen, je kunt er nu mee ophouden.” Ze verstond me niet. “Haha, jij bent echt grappig! Haha!” “Ik maakte geen grap.” “Ik hou zo van Thais eten. Vorig jaar was ik met Mike in Thailand. Alles is zo goedkoop daar. Bi-zar.” “Mike lijkt me een saaie lul.” “Ja, haha, maar de tickets waren duur hoor.” Ze moest gapen, maar slikte het halverwege weg en knikte geïnteresseerd. Ik zei niets. Toen liep Hanna voorbij. Ik greep haar bij haar arm en ze keek me gelukzalig aan. “Stephan! Hai! Hoe gaat het!” Ze knuffelde me. Ik voelde haar zweterige gezicht en armen, en ze rook fijn. Ze pakte mijn hand en sleurde me naar een plek waar het stiller was.

“Weet je Stephan, jij bent het soort jongen waar meisjes op zouden moeten vallen."

Ik vertelde haar over de vriendin van Mike en ze moest lachen om mijn imitatie van het net-niet-gaaphoofd. “Je moet ook niet met meisjes praten,” zei ze. “Je moet ze negeren, dat werkt het best.” “Oh, maar dat gaat heel goed. Ik negeer momenteel zo’n twintig vrouwen. Ze weten niet eens dat ik besta. De kans is dus groot dat ik binnenkort een harem heb.” Ze dacht even na en stompte me toen iets te hard op mijn schouder. “Weet je Stephan, jij kunt goed luisteren, je bent grappig, lief en je ziet er niet slecht uit. Je bent het soort jongen waar meisjes op zouden moeten vallen. Maar we doen het niet. Sorry. Sorry namens alle stomme vrouwen die toch een stoere klootzak willen.” Verdomme, daar had ze me weer, nonchalant en genadeloos tegelijk. Ik hield me groot. Kon ik haar zoenen? Nee, daar was het absoluut niet het moment voor. Ik ging rechtop zitten, misschien kon ik met mijn houding ook de sfeer veranderen. Maar ze raakte afgeleid. Ik dreigde weer het contact te verliezen en zei snel: “Het leek alsof jij het wel naar je zin had.” Haar wangen werden rood. “Ach ja.” Ze keek naar de grond en schommelde meisjesachtig met haar voeten. In een vlaag van paniek zei ik: “Het komt misschien ook wel doordat het net uit is met mijn vriendin. Ik snap dit spel niet meer.” Ze keek verrast op. “Bij mij is het twee weken geleden uitgegaan.” Iets in haar stem was zachter dan daarvoor. Ik keek op en zag de tranen in haar ogen. Opeens werd ik overvallen door een machtig en tegelijk machteloos gevoel. Ik wist dat dit niet vaak gebeurde, dat ik op de een of andere manier uitverkoren was om dit mee te maken. Zonder aarzelen sloeg ik mijn armen om haar heen en veegde de tranen weg. Ze keek op en kuste me. Eindelijk hoefde ik niet meer na te denken. Wij begrepen elkaar, dat was nu duidelijk. Na een paar seconden stond ze op. Ze maakte twee sprongetjes en zei: “Voor meisjes is het ook makkelijker.” Voor ik het wist was het moment voorbij en was ze weer uit mijn grip verdwenen. Alleen in haar waterige ogen zag ik nog een vaag bewijs van wat er net gebeurd was. Ik kwam ook overeind en zei: “Kom, ik haal een biertje voor je.” “Nee,” zei ze, “die gast haalt al voor me.” Ik knikte. “Natuurlijk.”

De rest van de nacht stond ik midden op de dansvloer in mijn eentje te bewegen. Opeens begreep ik de muziek en de mensen om me heen. Ik zag Hanna of haar veroveraar niet meer. Af en toe flirtte ik met een meisje, en danste in steeds kleinere cirkels om haar heen. Zij verloor dan langzaam haar interesse en verplaatste haar groepje naar de andere kant van de club. Dat was prima.

Aan het einde van de nacht riep Gilles in mijn oor dat we naar huis gingen. Ik liep met hem mee. Bij het licht van de garderobe zagen mijn vrienden er verschrikkelijk uit, als hevig zwetende zombies. Ik keek de groep rond. Hanna was er niet bij. Ik vroeg aan Janne waar ze was. “Hanna? Oh, die is naar huis gegaan. In haar eentje, trouwens. Ik kreeg net een sms’je van haar.” “Zonder gedag te zeggen?” vroeg ik, iets te verbaasd. Ze keek me aan met een blik vol medelijden. Ik wist dat ze zag dat ik verloren was; waarschijnlijk was ik niet de eerste. Toen haalde ze haar schouders op en zei: “Dat doet ze soms.”

Mail

Stephan M. Horvath

Merlijn van Bijsterveld is illustrator. Zijn illustraties zijn vaak humoristisch van aard waarbij hij een andere draai aan de context geeft.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Geen geld maakt ook niet gelukkig

Hard//hoofd zoekt een zakelijk assistent!

Wij zoeken een enthousiaste en veelzijdige zakelijk assistent (x/v/m) die ons zakelijke team wil versterken. In deze functie krijg je de kans om ervaring op te doen met de zakelijke en organisatorische kant van een literair tijdschrift en online platform. Lees meer

Het huis in mijn hoofd

Het huis in mijn hoofd

Wat als technologie je verbeelding probeert te esthetiseren? Mina Etemad bezocht in juni, tijdens de twaalfdaagse oorlog tussen Iran en Israël, de VR-voorstelling From Dust van Michel van der Aa. ‘Het zou troostend moeten zijn, maar hoe kan ik het rijmen met de realiteit hierbuiten?’ Lees meer

Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

:Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Een nieuw seizoen van Maandagavonden door Nwe Tijd, dit keer ook te beluisteren bij Hard//hoofd. Met Johannes Lievens die zich – tegen wil en dank – in het feestgedruis stort, Ellis Meeusen over de voorpret, Suzanne Grotenhuis met een pleidooi voor kleine vieringen en Freek Vielen opent de avond met twee anekdotes. Lees meer

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wanneer de VVD pleit voor het bijhouden van gegevens over ‘culturele normen en waarden’ van mensen met een migratieachtergrond, over welke normen en waarden hebben ze het hier dan eigenlijk? Rocher Koendjbiharie neemt de eisen onder de loep die de politiek alleen stelt aan mensen die zichtbaar wortels elders ter wereld hebben. ‘Men wil geen vermenging van culturen en geen uitwisseling van gedachten. De echte eis is assimilatie en het afbreken van wortels.’ Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer