Asset 14

De gelukszoeker

Een meisje vlucht, samen met haar moeder en broertjes. Na dagen reizen, te voet en per bus, komen ze aan bij de zee.

Stevig houdt de tienjarige Amaani zich vast aan haar moeder. Op haar schoot heeft ze haar kleine broertje. Twee andere broertjes zitten huilend bij moeder op schoot. Ze hebben honger. Het is druk, de ruimte is afgeladen. Mensen huilen, schreeuwen, maken ruzie. Hier en daar verstaat Amaani wat er wordt gezegd, maar het merendeel is in talen die ze niet begrijpt. Naast Amaani zit een man, jonger dan haar moeder, maar een stuk ouder dan zij zelf. Zijn bezwete lijf schuurt tegen het hare. Hij kermt onophoudelijk. Zijn blote tenen zijn ernstig vergroeid en onder zijn vuile hemd is een minstens zo vuil verband zichtbaar. Ze wil er niet naar kijken, ze wil niet naar de mensen om haar heen luisteren. Ze probeert zich te concentreren op het geluid van klotsend water een paar centimeter achter haar. Het lukt niet.

Amaani wil ook huilen, maar ze doet het niet. Ze heeft genoeg gehuild. Toen de auto’s het dorp in kwamen rijden en er vreemde mannen bij hen naar binnen stormden, huilde ze. Toen ze hardhandig op de grond gesmeten werd, haar kleren werden afgerukt en meerdere mannen haar pijn deden, huilde ze. Toen ze daarna aan haar haren meegesleurd werd naar het veld waar alle mannen uit het dorp bijeengebracht waren, huilde ze. En toen ze gedwongen moest toekijken hoe haar vader werd doodgeschoten, huilde ze ook. Nu wil ze niet meer. Kan ze niet meer.

De vlucht

Familieleden en dorpsgenoten hadden geregeld dat Amaani en haar familie het dorp konden verlaten. In het holst van de nacht werd ze uit bed gehaald. Ze moest haar middelste broertje dragen, haar moeder had de kleinste in een draagzak en tilde de oudste zoveel als zij kon. Eerst liepen ze, dagenlang. In het begin met slechts een paar mensen, maar onderweg werd de groep groter en groter. Vaak zwegen ze, maar er braken ook ruzies uit. Dan werd er gevochten. Soms drong iemand, een leider, zich op aan haar moeder. Eenmaal sprong Amaani ertussen. Hierop pakten de mannen haar en raakten haar overal aan. Daarna werd ze zo hard geslagen dat haar moeder haar verbood zich nog eens met de volwassenen te bemoeien. Na een tijdje hoefden ze niet meer steeds te lopen en waren er hele afstanden die ze per bus konden afleggen. Als het even kon keek Amaani uit het raam.

Uiteindelijk kwamen ze bij de zee. Wat er precies gaande was, wist Amaani niet, maar ze merkte dat de mensen zenuwachtig waren. Ook de leiders. Een paar dagen lang moesten ze zich schuil houden. Zo nu en dan kregen ze een paar kleine flesjes water die ze met heel veel mensen moesten delen. Soms was het flesje leeg als zij het in handen kreeg. En toen kwam de boot. Mensen buitelden over elkaar heen om er op te komen, maar eenmaal aan boord werd iedereen naar een eigen plek gedirigeerd. ‘Bekken dicht,’ werd hen toegesnauwd.

The Black Sea door Ivan Aivazovsky.

De overtocht

De boot is klein. Ze moesten er met honderden tegelijk op. Een deel werd bevolen boven te blijven, het grootste deel moest onder in het ruim gaan zitten. Ook Amaani. Er zijn geen ramen en er is weinig licht. Er is vooral warmte, gehuil en stank. De stank wordt almaar erger en ze kan er niet aan wennen. Zelf stinkt ze ook en ze schaamt zich. Ze kan nergens anders haar behoefte doen dan waar ze zit. Ze weet dat voor haar moeder hetzelfde geldt, dat doet haar pijn. En boven alles uit is er het constante geluid van de dieselmotor, het klotsende water en het gehuil van haar kleine broertjes. Anderhalve dag is Amaani nu aan boord. Het stelt niks voor vergeleken met de tijd die ze al van huis is, maar het voelt als een eeuwigheid. Alles doet pijn, alles plakt. Ze is moe en bang.

Opeens is er stilte. De dieselmotoren zwijgen, het water klotst niet langer, maar kabbelt. Het gejammer van de honderden mensen om haar heen stopt en maakt plaats voor zenuwachtig gefluister. Het gefluister wordt luider en gaat over in nerveus praten. Luider en luider. Er wordt geschreeuwd. Ze verstaat niet alles, maar het is genoeg om te weten dat er iets mis is. Dan voelt ze het zelf ook. Water, aan haar voeten, achter haar. Mensen staan op, buitelen over elkaar heen, proberen de smalle trap naar het dek te bereiken. Amaani’s moeder tilt de twee broertjes op en schreeuwt dat ze mee moet komen. Amaani klemt het derde broertje stevig tegen zich aan en probeert op te staan. Het lukt niet meteen, maar de man die al die tijd naast haar zat trekt hen omhoog en duwt hen naar voren. Meerdere keren krijgt ze een elleboog of knie op haar hoofd of lijf en valt ze. Steeds is daar weer die man die haar omhoog hijst. Haar moeder ziet ze niet meer. De lamp is uit, het is bijna helemaal donker en overal klinkt geschreeuw. Haar broertje valt, ze grijpt naar hem, maar ze wordt naar voren gevoerd en kan niet meer terug. Ze is niet sterk genoeg.

Van kwaad naar erger

Amaani bereikt het dek. Het is donker, ze voelt de wind op haar gezicht. De frisse lucht is geen bevrijding. Ze roept om haar moeder en wil terug naar beneden voor haar broertje. De boot piept en kraakt en beweegt alle kanten op. Amaani kan haar evenwicht niet bewaren en valt. Dit keer is er niemand om haar op te rapen. Ze probeert op te staan, maar voeten haasten zich over haar heen. Ze blijft liggen en bedekt haar hoofd met haar handen. Ze hoort het doffe plonzen van mensen die overboord gaan. Sommigen springen, anderen glijden, iedereen schreeuwt. De boot helt en Amaani glijdt weg, botsend tegen andere mensen die proberen te rennen of ook wegglijden. Dan de harde reling. Ze klampt zich vast, haar voeten worden nat. Ze weet dat ze in het water hangt. Alles zegt haar dat ze niet los mag laten. Nooit loslaten. Ze roept weer om haar moeder. Steeds harder, steeds meer als het kleine meisje dat ze al een tijdje niet meer was.

Zonder dat ze er erg in heeft laat ze los. Echt zwemmen kan ze niet, dat heeft ze nooit geleerd, ze kan zich drijvende houden. Maar nu niet. Om haar heen kolkt het water en om haar heen vallen mensen in het water. Amaani gaat kopje onder en komt dan weer boven, om weer kopje onder te gaan. Ze hapt naar lucht, hoest, probeert zich vast te grijpen aan dingen die er niet zijn. Ze voelt een hand in haar nek, iemand probeert haar te grijpen. Ze roept om haar moeder. Er is weer geen antwoord en de hand laat los. Ze probeert te zwemmen, maar haar lijf wil niet. Nog eenmaal opent ze haar mond en haalt diep adem om haar moeder te roepen. Dan gaat ze opnieuw kopje onder. Dieper, dieper. In de verte zijn de lichten van de kust te zien. Een kust ver van huis, waar ze eindelijk veilig kan zijn. Wanneer Amaani weer boven is, valt er geen adem meer te halen.

Pascal Vanenburg (1978) is schrijver en werkt onder andere voor Froot en TIJM Magazine. Net als de rest van Nederland schrijft hij aan zijn debuutroman.

Mail

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Als de bodem niet dragen kan

Als de bodem niet dragen kan

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer