Asset 14

Ik heb nog nooit

Ik heb nog nooit

Tijdens een spelletje Never Have I Ever kan de hoofdpersoon van dit verhaal een nare gebeurtenis uit het verleden niet loslaten. 'Ik heb nog nooit iemand vermoord. Hoe zouden ze kijken als ik dat zeg?'

‘Ik heb nog nooit iets gesnoven,’ roept iemand. Vier van de tien mensen drinken. Ik neem ook een slok, hoewel ik dat eigenlijk niet zou moeten doen. Dan zegt de volgende: ‘Ik heb nog nooit een verkeersovertreding begaan,’ en iedereen drinkt.

Ik denk hard na over wat ik kan zeggen zodra ik aan de beurt ben. We zitten in een kring in de keuken van ons studentenhuis. Een paar huisgenoten hebben wat vrienden meegenomen. Een van hen zit recht tegenover me. Helga heet ze.
Het idee is dat je drinkt als je iets wél hebt gedaan. Alsof je je schaamt voor je stoute gedrag en uit ongemak een slok neemt. Maar wij schamen ons niet echt, wij zijn juist trots op onze escapades, dus bij onze variant mag je ook iets roepen wat je zelf juist wel hebt gedaan – als je daarna maar drinkt. Dus als Sofie, de huisoudste, zegt dat ze nog nooit onveilige seks heeft gehad, dan drinkt ze zelf, en ik ook.

Ik heb nog nooit iemand vermoord. Hoe zouden ze kijken als ik dat zeg?

Ik heb nog nooit iemand vermoord. Hoe zouden ze kijken als ik dat zeg? Dan drinkt er natuurlijk niemand, en beweeg ik voorzichtig mijn glas naar mijn mond, terwijl mijn ogen glinsteren.
Ik kijk naar Helga. Ze is niet bepaald mooi, maar toch. Ze heeft iets.
Vergiet is aan de beurt, hij woont direct links van me. Hij weet niets te bedenken.
Sofie spoort hem aan, zegt dat het niet uitmaakt wat hij kiest. Dat er niets is om je voor te schamen.
‘Ik heb…’ begint hij. Hij heet natuurlijk niet echt ‘Vergiet’, maar zo wordt hij hier genoemd en hij heeft zichzelf nooit aan me voorgesteld. Het is een simpele, aardige jongen. Misschien dat ik in de toekomst wel wat met hem zou kunnen delen, zou durven vertellen over hoe het was, thuis. Dan zou ik het ijs kunnen breken door te vragen naar zijn echte naam en hoe hij aan die bijnaam is gekomen.
Eindelijk schiet hem iets te binnen: ‘Ik heb nog nooit iets gestolen.’

In ieder geval krijg ik enorm veel zin om in haar klaar te komen zodat ik het allemaal even vergeten kan.

Ik kijk naar Helga, die een slok neemt. Misschien zijn het haar neusgaten. Die zijn te wijd, vooral als ze lacht. Of het zijn haar bolle wangen. In ieder geval krijg ik enorm veel zin om in haar klaar te komen zodat ik het allemaal even vergeten kan.
Ik zou kunnen zeggen: ‘Ik drink op Helga’s verhaal,’ zodat ze vertelt wanneer ze dan iets gestolen heeft. Maar ik wil haar niet in verlegenheid brengen – straks is ze een kleptomaan.
Het meisje links van me is aan de beurt. Hierna ben ik. Ze zegt dat ze nog nooit in Azië is geweest en drinkt dan zelf, zodat iedereen weet wat voor een fantastische reiziger ze is. Volgens mij is ze de scharrel van Vergiet.
Er valt een stilte. Ik kijk omhoog, doe alsof ik nadenk. De lamp die boven de tafel hangt heeft een goedkope kap in de vorm van een rugbybal. Ze hangt aan een koord aan het plafond.
‘Ik heb nog nooit een trio gehad,’ zeg ik, maar eigenlijk wil ik zeggen: Ik heb nog nooit iemand gevonden die zich heeft opgeknoopt. Ik heb nog nooit geprobeerd de strop los te halen, met mijn trillende handen, vechtend tegen de tijd, boven het gegorgel uit.
Helga neemt een voorzichtig slokje. Helga heeft een trio gehad.
Ik zet mijn glas aan mijn mond, en voordat ik een teug neem zeg ik: ‘Helga, ik drink op jouw verhaal.’

Ik moet rustig aan doen, straks haal ik werkelijkheid en fictie weer door elkaar.

Terwijl ze vertelt luister ik niet eens, ik kijk alleen maar naar haar neusgaten.
Dan is de volgende aan de beurt en ik drink. Alweer. Ik moet rustig aan doen, straks haal ik werkelijkheid en fictie weer door elkaar. Val ik door de mand. Misschien kan ik beter even naar het toilet, zodat ik daar mijn bierflesje leeg kan gooien en het kan vullen met water. En terwijl het flesje dan volloopt zeg ik wat ik eigenlijk zou willen zeggen. Ik heb nog nooit mijn vader begraven.
Dan zegt Sofie: ‘Is iedereen nog voorzien?’ Ze kijkt mij aan. ‘Nog een biertje?’
Ik knik.
Ze vindt me zo’n gevoelige, lieve jongen. Dat zei ze gisteren nog, toen we samen de afwas deden. Daarom heeft ze me ook tegenover haar vriendin gezet, tegenover Helga, ik weet het zeker. Zo’n lieve vent verdient toch een leuke vriendin?

Bij elke zwaai tikten zijn voeten tegen de stoel die hij onder zich had weggetrapt. Een doffe tik.

Het bungelen was het ergst. Dat-ie niet stil hing, ook niet nadat het gespartel was opgehouden, maar dat hij nog zachtjes heen en weer schommelde terwijl ik ernaast zat. Bij elke zwaai tikten zijn voeten tegen de stoel die hij onder zich had weggetrapt. Een doffe tik.
Ik hoor die tik ook nu Sofie mij een biertje aangeeft. Ik plop de dop eraf en beweeg het flesje richting Helga. Ik geef haar een knipoog terwijl onze glazen elkaar met een harde tik raken. Geen dikke knipoog, zoals botte kerels die geven, maar een subtiele, kleine. Het type knipoog dat gevoelige jongens geven, die lief tegen haar zullen doen als zij met ze naar bed gaat. Jongens met diepe, geheime gevoelens.
Het kan zijn dat ik me vergis, maar volgens mij knipoogt ze terug. Na dit spelletje gaat ze naar huis en het zou helpen als ik mee mocht. Ze heeft nog één zetje nodig, ik moet nog een gevatte opmerking maken. Had ik maar geluisterd toen ze vertelde over haar trio.

Als je iemand hebt laten sterven, dan drink je.

Maar ik weet geen gevatte opmerking en het wordt donkerder in de keuken en de lamp boven de tafel heeft niet meer de vorm van een rugbybal, maar van een hoofd. Iemand zegt: ‘Ik ben nog nooit betrapt tijdens de seks,’ en weer drink ik. Niet omdat ik ooit ben betrapt, maar omdat ik iemand heb laten sterven. Als je iemand hebt laten sterven, dan drink je.
Sofie zegt dat dit de laatste ronde is. Iedereen bedenkt zijn meest vunzige variaties en ik drink op willekeurige momenten.
Vergiet weet weer eens niets te zeggen, totdat hem iets leuks te binnen schiet. Hij zegt: ‘Ik heb nog nooit iemands leven gered.’
Niemand drinkt.

Terwijl we de biertjes opruimen bedenk ik me dat Helga het type meisje is dat graag in haar jas wordt geholpen. En dat mannen die haar in haar jas hebben geholpen, haar ook mogen helpen met het uittrekken van haar broek en dan haar slipje. Snel loop ik naar de gang. De jas met de bontkraag moet de hare zijn.
Ze draait zich om, glimlacht verrast naar me met haar te kleine mond tussen dikke wangen. Ik moét mee. Die paar seconden dat ik zuchtend op mijn hoogtepunt ben houdt het tikken op, hoor ik even geen gegorgel meer. Dus vraag ik: ‘zin om te gaan zwemmen in het donker?’
Ze doet haar jas dicht. Kijkt me aan.
En dan zegt ze: ‘Ja. Leuk. Dat heb ik nog nooit gedaan.’

Mail

Werner de Valk (hij/hem, 1988), deels opgegroeid op Ameland, is kunstenaar en schrijver. Hij bracht zijn jeugd door op Ameland, studeerde neurowetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam en vervolgens Unstable Media aan de Gerrit Rietveld Academie. Zijn korte verhalen zijn verschenen in de longlist van de Grote Lowlands Schrijfwedstrijd, finales van Het Rode Oor, bij de Optimist en in Tijdschrift EI.

Rosanne van Leusden is illustrator, wonend en werkend in Amsterdam.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Als de bodem niet dragen kan

Als de bodem niet dragen kan

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

:De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter 1

De archivaris en haar dochter: Morgen zal alles anders zijn

‘Even eufy checken.’ In ‘Morgen zal alles anders zijn’ dicht Bareez Majid over de eindeloze keuzes en opties die een dag voortbrengt. Een dag die getekend wordt door de sluimerende aanwezigheid van de videofeed van een beveiligingsapp. Lees meer

Bleekzucht en bloedarmoede

Bleekzucht en bloedarmoede

Menstruatie is stil en onzichtbaar. We kijken weg en gaan door. Maar wat als dat niet langer kan? Wat als het bloed de samenleving binnenstroomt en ons verdrinkt? Esther De Soomer onderzoekt hoe de maatschappij dan reageert. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter

De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter

In ‘Een anatomie van opa’s dochter’ reconstrueert Bareez Majid de verschillende deeltjes die samen een moeder maken. Een moeder die door een ziekte in de war is, en veel dingen vergeet – soms zelfs haar eigen kinderen. Lees meer

Auto Draft 9

Dat het was

Hoe ga je om met herinneringen die te pijnlijk zijn om onder ogen te komen? Olivier Herter maakt het publiek getuige van een versnipperd landschap van herinneringen. Vloeiend, stemmig en ogenschijnlijk zonder plot wordt geprobeerd woorden te vinden, waar geen woorden voor te vinden zijn. Dit verhaal werd eerder op toneel gebracht door t Barre Land. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer