Asset 14

Het koloniale verleden en roofkunst: wat ga je na een spijtbetuiging dóén?

:Het koloniale verleden en roofkunst: wat ga je na een spijtbetuiging dóén?

Hoe kan Nederland de schade herstellen van het koloniale verleden? Wanneer zijn excuses oprecht en zinvol? Waarom wordt niet alle roofkunst teruggegeven? In musea en cafés in Kaapstad mijmert Jorne Vriens over deze vragen en ziet hij zich geconfronteerd met zijn eigen geprivilegieerde positie. Ondertussen klinkt in Zuid-Afrika de roep om excuses en herstel steeds luider.

In november vorig jaar zat ik in een auto die over de vlaktes van Zuid-Afrika naar Kaapstad reed. Dit was de eerste keer dat ik het land bezocht. Na het zien van de imposante bergketens die bekend staan als de Cederberg, keek ik ernaar uit om de musea in de stad te bezoeken. Ter voorbereiding had ik door geschiedenisboeken gebladerd en het boek Disgrace van J. M. Coetzee gelezen, een roman die de nasleep van zowel apartheid als het koloniale verleden in Zuid-Afrika op confronterende wijze weergeeft. Om de gebeurtenissen in het boek had ik gegruweld, van de manier waarop de schrijver de morele kwestie van excuses en verzoening verkent, had ik genoten, maar het boek beter begrijpen deed ik pas in die auto onderweg naar Kaapstad, toen ik het artikel ‘Sorry, maar wat nu?’ las, dat Rosemarie Buikema voor De Gids schreef.

Geen oog voor het aangedane leed

Bij het bewustwordingsproces van het koloniale verleden speelt empathie een essentiële rol, maar Coetzee laat in zijn roman ook de beperkingen zien van empathisch begrip. De witte hoofdpersoon, David Lurie, is als hoogleraar verbonden aan een technische universiteit in Kaapstad. Aan het begin van het verhaal wordt hij ervan beschuldigd een ronduit ongepaste verhouding te hebben gehad met een student van kleur, Melanie Isaacs. Als het gedrag van de professor uitkomt, reiken de reacties van verontwaardigd tot woedend. Lurie zelf vindt het weliswaar spijtig dat een in zijn ogen onschuldig avontuurtje iemand heeft gekwetst, maar reageert verder koeltjes. Tekenend is het moment wanneer hij zijn advocaat om bijstand vraagt, omdat hij voor een commissie van de universiteit moet verschijnen. ‘Serieus?’ brengt de advocaat verbijsterd uit. Lurie: ‘Maakt serieusheid het beter of erger? Na een bepaalde leeftijd zijn alle affaires serieus. Net als hartaanvallen.’ Dat Lurie een grap maakt over zijn eigen leeftijd onderstreept vooral dat hij geen oog heeft voor het leed dat hij een jonge vrouw heeft aangedaan.

De commissie is bereid de zaak met een sisser te laten aflopen, op voorwaarde dat Lurie publiekelijk zijn excuses aanbiedt. Hij weigert en wordt ontslagen. Als hij later in het boek wel zijn excuses aanbiedt aan Melanie’s ouders, legt haar vader de vinger op de zere plek met zijn reactie: ‘De vraag is, wat gaan we doen nu we er spijt van hebben?’ Een bevredigend antwoord blijft uit. De lezer weet op dat moment allang dat Lurie zich niet goed kan inleven in anderen en zijn excuses daardoor amper kan doorleven, laat staan dat hij iets gaat doen om zijn daden goed te maken.

Oprechte excuses

In haar essay brengt Buikema de wat-nu-vraag in verband met de excuses die toenmalig premier Rutte aanbood op 19 december 2022, voor het Nederlandse aandeel in de internationale slavenhandel. Want: wat maakt zulke excuses oprecht? Buikema noemt daarbij de Waarheids- en Verzoeningscommissie die de overgang van apartheid naar democratie in Zuid-Afrika moest begeleiden. De commissie moest mensenrechtenschendingen, begaan tijdens het apartheidsregime, aan het licht brengen door daders en slachtoffers hun verhaal te laten doen. Het streven was om tot heling en verzoening te komen. Aan daders werd vermindering of zelfs kwijtschelding van straf geboden, op voorwaarde dat ze de waarheid spraken. Alhoewel lang niet iedereen voor amnestie in aanmerking kwam, kon het opbiechten van de eigen betrokkenheid voor een dader heel gunstig uitpakken, zonder dat het gedane onrecht werd hersteld – precies de ethische spanning die Coetzee oproept met betrekking tot excuses.

Om het proces van heling in gang te zetten, is meer nodig

In het boek I Was Wrong: The Meanings of Apologies uit 2008 somt Nick Smith veertien voorwaarden op waaraan een goed excuus moet voldoen. Hij geeft de volgende vuistregel, die ook van toepassing is op het morele dilemma dat in Disgrace naar voren komt: iemand die excuses aanbiedt, mag dat niet doen om er alleen maar voordeel van te hebben; oprechte excuses erkennen de morele waarden die zijn geschonden. Buikema concludeert bovendien dat eeuwen aan stereotypering en uitsluiting niet met woorden ongedaan kunnen worden gemaakt. Om het proces van heling in gang te zetten, is meer nodig.

Roep om Nederlandse excuses in Zuid-Afrika

De excuses die Rutte maakte voor het slavernijverleden, evenals de excuses van de koning op 1 juli 2023, waren voor veel mensen in Zuid-Afrika niet genoeg. Het land is in de toespraken ook niet expliciet genoemd. Na tien jaar koningschap brachten koning Willem-Alexander en koningin Máxima in oktober 2023 voor het eerst een staatsbezoek aan een Afrikaans land. Tijdens hun bezoek aan Zuid-Afrika bezochten zij onder andere het Slave Lodge museum in Kaapstad. Bij het verlaten van het gebouw, waar tot slaaf gemaakten onder Nederlands bewind gevangen werden gehouden, werd het koninklijk echtpaar opgewacht door een groep afstammelingen van oorspronkelijke bewoners van de Westelijke Kaap, die luidkeels herstelbetalingen eisten.

Ruim twee weken later, wanneer ik in Kaapstad ben, houdt dit koninklijk bezoek de gemoederen nog steeds bezig. De gids die ons internationale gezelschap rondleidt, staat in ieder geval op scherp. Het is nog rustig buiten als we ’s ochtends in Castle Street staan. We verzamelen ons rond een in de straat ingelegde plattegrond van Kasteel de Goede Hoop, het fort van waaruit Nederlanders ongeveer anderhalve eeuw de kaapkolonie bestuurden. In die plattegrond is een VOC-monogram van bronskleurig metaal zichtbaar, alsof de publieke ruimte nog altijd toebehoort aan de Verenigde Oost-Indische Compagnie die kolonisten en slavenhandelaren naar deze plek bracht.

Onze gids vertelt over de geschiedenis en tast voorzichtig af hoe krachtig ze de koloniale Nederlanders kan veroordelen. Ze zegt dat het, nou ja, motherfuckers waren. Tsja, eens. Ze legt uit dat de kolonisten een raciale ideologie naar de Kaap brachten, die het rechtvaardigde om mensen van kleur tot slaaf te maken. Die ideologie vormde onder andere de basis voor het apartheidsbewind dat werd ingevoerd in 1948. Iets verder in haar verhaal beschrijft de gids hoe zij ziet dat het beleid van de historische Hollanders doorwerkt in het heden. Alle Dutchies zijn daarna motherfuckers die er goed aan zouden doen hun excuses te maken en over de brug te komen met herstelbetalingen of andere compensatie. De rest van de wandeling haak ik wat af. De Nederlandse invloed was groot, dat is duidelijk. Hoe groot is mijn verantwoordelijkheid als witte Nederlander anno nu?

Een van de vele inzichten die ik niet uit boeken had kunnen halen, is dat Nelson Mandela lang niet meer zo hoog wordt aangeslagen

Het Zuid-Afrika van nu

De eerste dagen in Kaapstad ontdekte ik de red latte, een cappuccino waarin de espresso is vervangen door een shot rooibosthee, verkrijgbaar in de vele koffiezaken in de stad. Ik wil maar zeggen, je kunt als witte Nederlander, zoals ondergetekende, in deze stad een leventje leiden dat niet veel verschilt van het leven in elke hippe Nederlandse gemeente. Het voelt bovendien als een meevaller wanneer je de prijs van je latte in Zuid-Afrikaanse rands omrekent naar euro’s. Je kunt vervolgens naar het portret van Nelson Mandela kijken, dat overal hangt, en hem toeknikken dat het een fijne regenboognatie is, dat land waar hij president van was. Als je niet zou willen, hoef je niet na te denken over hoe hedendaagse ongelijkheid deels het gevolg is van een koloniale erfenis die Nederlanders hebben achtergelaten.

Een van de vele inzichten die ik niet uit boeken had kunnen halen, is dat Nelson Mandela lang niet meer zo hoog wordt aangeslagen. Een andere gids die ik ontmoet tijdens mijn reis is bijvoorbeeld kritisch op hoe Mandela’s portret door het stadbestuur op de muren wordt aangebracht om andere politieke uitingen te verbergen. Dit soort geluiden zijn er volop. Jonge Zuid-Afrikanen hebben hun buik vol van het African National Congress (ANC), dat in 1994 met Mandela als president aan de macht kwam en het land sindsdien regeert. Ze noemen de corruptie die welig tiert, en waarvan je de directe gevolgen op bepaalde tijden kunt merken als de zogenaamde load shedding ingaat. Dit betekent dat de elektriciteit gepland wordt uitgeschakeld omdat het netwerk er door wanbeleid belabberd aan toe is.

We bezoeken Robbeneiland, dat onlosmakelijk verbonden is met de naam Mandela. Toch vertelt de gids dat hij liever bij andere politieke gevangenen wil stilstaan. Snel stelt hij ons gerust dat we Mandela’s cel ook zullen bekijken, maar niet voordat we halthouden bij het afgelegen huisje waar politiek activist Robert Sobukwe van 1963 tot 1969 onder huisarrest stond. Sobukwe was één van de oprichters van het Pan African Congress (PAC), dat pleitte voor absolute bevrijding van Afrikanen van witte dominantie. In vergelijking met de aanpak van het ANC vanaf 1994, was Sobukwes voorstel er ook een van waarheidsvinding, maar niet van verzoening. Met onderdrukkers viel volgens hem niet te onderhandelen.

Dat we geruime tijd stilstaan bij de plek waar Sobukwe werd vastgehouden heeft duidelijk te maken met het Zuid-Afrika van nu. Volgens de meest recente gini-index van de Wereldbank uit 2014 is de inkomensongelijkheid in Zuid-Afrika wereldwijd het grootst. Het World Inequality Lab meldde in 2021 dat 3.500 individuen meer bezitten dan de 32 miljoen armste Zuid-Afrikanen (het land telt ongeveer 60 miljoen inwoners). Mensen van kleur vertellen hoe ze op plekken worden weggekeken door witte mensen, waarbij het klinkt alsof het daar alleen nog ontbreekt aan die gruwelijke borden met ‘slegs blankes’ erop. Bijna dertig jaar na de officiële afschaffing zijn de sporen van apartheid nog duidelijk in de samenleving aanwezig.

Het Lwandle Migrant Labour Museum maakt korte metten met het idee van het museum als witte doos

Lwandle Migrant Labour Museum

Als witte Nederlander hoef je de schrijnende armoede in het land niet te zien. Op toeristische plekken ben je zeer welkom; de alomtegenwoordige beveiligers geven een geruststellend gevoel. Op minder veilige plekken waarschuwen vriendelijke voorbijgangers dat het beter is om je mobieltje in je zak te stoppen, en suggereren ze dat het verstandig is een taxi te bestellen. Grote ongelijkheid is overal aanwezig, maar vanuit een geprivilegieerde positie valt die makkelijk te negeren of te omzeilen. Binnen een paar minuten staat er een Uber klaar die je van hotel naar restaurant naar museum brengt.

Het bezoek aan het Lwandle Migrant Labour Museum was daarop de uitzondering. Dit museum maakt korte metten met het idee van het museum als witte doos: hier geen neutrale tentoonstellingsruimte die los is gezongen van alledaagse beslommeringen of politiek. De tentoonstelling in dit museum gaat over een aantal barakken die door fabriekseigenaren eind jaren vijftig werden neergezet om arbeidsmigranten uit andere provincies te huisvesten. De fabrieksarbeiders – allemaal mannen van kleur – die in deze ‘hostels’ woonden, mochten geen vrouw, kinderen of andere gasten ontvangen, en werden steeds gecontroleerd. In de jaren tachtig kwam daar verandering in, toen de armoede toenam en de overheidscontrole ondoenlijk bleek. Het museum toont foto’s van echtparen die met twee kinderen in één bed van een stapelbed liggen.

Rondom de betonnen barakken werden ook andere, informele huizen gebouwd: golfplaten gebouwtjes, waarmee Lwandle een township werd. Het museum staat in dat township en is één van de meest merkwaardige musea die ik bezocht. Na de tentoonstelling te hebben gezien, word je door de museummedewerkers uitgenodigd om één van de barakken te bekijken. Het gebouw is gerestaureerd, maar bij binnenkomst is aan de groezelige muren nog steeds af te lezen hoeveel lichamen hier tegen elkaar hebben gelegen. Terwijl het buiten een graad of 27 is, maakt het metalen dak de benauwdheid binnen nog groter. Dat dit hostel onderdeel is geworden van het museum leverde protest op van de voormalige bewoners, zo staat te lezen op een stuk karton in de hal: ‘Firstly give us accomodation before you can get this room. Thank you.’ Het is niet alsof het woonprobleem was opgelost en iedereen naar degelijke woningen kon vertrekken.

Het museum geeft niet alleen de vertelling van een historische periode, maar presenteert ook de actuele werkelijkheid. Dat blijkt des te meer wanneer de museummedewerkers ons uitnodigen om met hen door het township te lopen. Tussen de veilige muren van het museum was het makkelijk mijmeren over een racistisch en misdadig systeem dat ten grondslag ligt aan het ontstaan van zo’n township. Gespannen kuierend over de zandstraten is het een ander verhaal. Daar kijken de mensen die in dat systeem wonen je na, en wordt het onmogelijk om het privilege dat hoort bij huidskleur, waardoor jij weer in de bus kunt stappen en die mensen daar moeten blijven, niet vies te vinden.

Bij roofkunst is het betrekkelijk simpel: voorwerpen die eerder zijn gestolen moeten worden teruggegeven

Teruggeven van geroofde kunst

Terug in Nederland blijft de gedachte zich aan me opdringen dat de ongelijkheid die ik in de townships en Kaapstad zag, het gevolg is van een verleden waar Nederland deels verantwoordelijkheid voor draagt. Een museum als het Lwandle Migrant Labour Museum maakt duidelijk dat armoede in Zuid-Afrika geen historisch fenomeen is en dat het verleden niet is afgesloten. Door excuses te maken, erkennen de minister-president en de koning het leed van het slavernijverleden, maar het blijft de vraag wat er moet gebeuren om de schade te herstellen en de pijn te helen.

De weken na mijn terugkomst komt de teruggave van roofkunst vaak in het nieuws. Daar is een hele concrete omgang met het koloniale verleden mogelijk, want bij roofkunst is het betrekkelijk simpel: voorwerpen die eerder zijn gestolen moeten worden teruggegeven.

In werkelijkheid ligt het complexer. Ik lees het boek Het lege-vitrinesyndroom van roofkunstexpert Jos van Beurden. De schrijver wijst erop dat gestolen kunst in beleidsstukken soms eufemistisch wordt aangeduid als ‘onvrijwillig bezitsverlies’. Teruggave gaat vervolgens stroef omdat musea niet met lege handen willen achterblijven. Al lezend krijg ik twijfels of de titel Het lege vitrinesyndroom een goede weergave is van de problemen. Allereerst lijkt de bereidheid tot teruggave er bij veel Nederlandse musea inmiddels te zijn. Het wordt algemeen aangenomen dat een instelling aan de verkeerde kant van de geschiedenis staat wanneer ze weigert om omstreden erfgoed aan de eigenaren terug te geven. Bovendien, zo constateert Van Beurden, wordt er daadwerkelijk veel teruggegeven.

Voor handelaren in kunst en antiek en de privéverzamelaars die zij bedienen, gaat Van Beurdens constatering wel op. Privécollecties zijn vaak onzichtbaar voor het publiek, waardoor er geen morele druk wordt uitgeoefend die verzamelaars in beweging zou kunnen brengen om de herkomstgeschiedenis van de eigen collectie te onderzoeken en stukken actief te restitueren. De onzichtbaarheid van de privécollecties zorgt er ook voor dat de misschien wel belangrijkste partij bij restitutie – zij die recht hebben op teruggave – geen claims indient. Van Beurden legt overtuigend uit dat individuen of nationale overheden die aanspraak zouden kunnen maken op restitutie dat vaak niet doen, omdat ze simpelweg niet weten dat de gemiste voorwerpen bestaan.

In de praktijk lijkt er met name bij collecties die in het bezit zijn van de Nederlandse overheid overeenstemming te zijn over hoe er met roofkunst moet worden omgegaan. Het antwoord is in die gevallen simpelweg: het moet terug. Echter, net zoals bij excuses blijkt het ook bij de restitutie van geroofde voorwerpen zelfs nu nog onmogelijk om historisch onrecht helemaal ongedaan te maken. Van Beurden merkt bijvoorbeeld op dat de Nederlandse overheid onvoorwaardelijk teruggeeft aan voormalige Nederlandse koloniën, terwijl er wél voorwaarden worden gesteld waar het ex-koloniën van andere landen betreft. Dat laatste zou vooral worden gedaan om geen moeilijkheden voor andere voormalige koloniale machten te veroorzaken. Vrijelijk restitueren door Nederland zou namelijk een precedent kunnen scheppen waar ex-koloniën zich later weer op kunnen beroepen, als ze aankloppen bij bijvoorbeeld Groot-Brittannië.

Er is behoefte aan excuses voor alle plekken waar Nederland historische koloniale banden mee heeft

We zijn in een tijdsgewricht beland waarin een houding van lijdzaam afwachten tot anderen claims doen of restitutieverzoeken indienen niet meer te verdedigen is. We moeten het verleden onder ogen komen. In Zuid-Afrika had ik het geluk om mensen om me heen te hebben die bereid waren me iets uit te leggen en me iets bij te brengen. Zelfs als je als witte toerist een zorgeloze vakantie in Zuid-Afrika hebt, begint het te knagen zodra je meer leert over de ongelijkheid en, in het geval van Nederlandse toeristen, de historische betrokkenheid van ons land bij die ongelijkheid. Het is te hopen dat particuliere kunstverzamelaars dezelfde morele onrust ervaren, zodat ze actief onderzoek doen naar de herkomst van hun objecten. Empathie is waarschijnlijk de belangrijkste drijfveer om te erkennen dat er wat goed te maken is.

De overheid heeft hierin een voorbeeldfunctie. Er zijn al excuses gemaakt voor het Nederlandse aandeel in het slavernijverleden in Suriname en Indonesië. Bij het feit dat Zuid-Afrika niet expliciet genoemd is, speelt mogelijk mee dat de Nederlandse overheersing generaties geleden heeft plaatsgevonden en daarom minder vers in het geheugen ligt. Dat geldt althans voor mensen in Nederland. Ik ken minstens één Zuid-Afrikaanse gids die onomwonden kan uitdrukken hoe dat zit met die Hollanders. Er is behoefte aan excuses voor alle plekken waar Nederland historische koloniale banden mee heeft. Want zolang erkenning uitblijft, komen we niet toe aan de vraag die Lurie krijgt voorgeschoteld: wat ga je na een spijtbetuiging dóén?

Mail

Jorne Vriens (Eindhoven 1991, hij/hem) is kunsthistoricus en schrijft graag over kunst. Als je dat ook doet, moet je zeker een mail sturen naar jorne@hardhoofd.com. Ook is hij docent aan de Reinwardt Academie in Amsterdam.

Marijn Slotboom is een Hattemse illustrator, die het alledaagse gebruikt als startpunt om te vervreemden. Hij combineert in zijn werk het zichtbare en het onzichtbare. Door de gelaagde symboliek, het rijke werkproces met analoge en digitale technieken, de filosofische vraagstukken die in zijn werk zitten en zijn milde obsessie voor geometrie, zie je elk werk steeds op een andere manier.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Rocher Koendjbiharie ligt in zijn essay het probleem toe: 'Homonationalisme is niks meer dan de voorwaardelijke acceptatie van mensen uit de regenbooggemeenschap ten behoeve van een nationale identiteit en een nationalistische ideologie.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Hondenvoer 1

It takes an adult to raise a village: Halsema is streng, rechtvaardig, en een tikje autoritair in Zomergasten

De bedachtzame, maar mediagetrainde, Femke Halsema nam ons als Zomergast mee in de bestuurlijke (opvoed)dilemma’s uit haar werk. Als een klassiek ouderfiguur toont ze zich streng en rechtvaardig, maar mist ze óók zelfinzicht op sommige punten. Lees meer

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

‘Uğur Ümit Üngörs fragmenten zijn broodnodige kost voor een samenleving die consequent doet alsof wijdverbreid extreem (staats)geweld een ver-van-mijn-bedshow is.’ Terwijl Zomergast Üngör zichzelf kundig naar de achtergrond werkt, maakt hij duidelijk dat de zomer vele winters verstopt. Met opgewekte grimmigheid vraagt hij ons om ons zorgen te maken over het leed van anderen. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

Zomergasten met Eva Crutzen roept de vraag op of een mooi gesprek genoeg is of dat kijkers toch snakken naar goede televisie.

Zomergast Eva Crutzen zorgde voor een mooi gesprek, maar is dat genoeg?

Na de ideale televisieavond van Eva Crutzen vraagt Hanna Karalic zich af of een mooi gesprek genoeg is voor Zomergasten of dat kijkers toch snakken naar goede televisie. Lees meer

Mijn tweede kutland… 2

Mijn tweede kutland…

Toen Iskra de Vries vanuit Polen naar Nederland verhuisde, bleek dat zij niet van een koude kermis thuiskwam, maar naar een koude kermis vertrokken was. Iskra schrijft een verschroeiend eerlijke break-up brief aan het adres van ons kikkerlandje. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer