Asset 14

Je bent pas weg als je niet reageert

Essay: Je bent pas weg als je niet reageert 2

Moderne communicatie komt met allerhande sociale ongemakken en twijfels. Maarten Buser schrijft over nabijheid en afstand en legt uit wat Kanye Wests gebruik van Auto-Tune op zijn album 808s and Heartbreak ons hierover kan leren.

So you never know, never never know
Never know enough
- Kanye West

Het was een digitaal misverstand, zoals er inmiddels al zoveel waren geweest. Het was in 2011, toen de smartphone weliswaar in opkomst was, maar veel mensen – waaronder ikzelf en de meeste van mijn vrienden – nog niet overgestapt waren. Antwoord krijgen op chatberichten was daardoor afhankelijk van wanneer de ander zijn computer aan had staan. Die dag zegde ik via MSN een afspraak met een vriend af, er was wat tussengekomen, waarna het aan de andere kant van de chatlijn een hele tijd stil bleef. ‘Ben je boos?’, vroeg ik. Het zat me niet lekker: ik kon het gezicht van de ander niet zien en bovendien had ik gemerkt dat ik online gemakkelijk kon zeggen dat ik niet kwaad was terwijl ik van binnen kookte. Daarnet had het chatvenster ons nog bij elkaar gebracht, maar met hetzelfde gemak leek het nu een wig tussen ons te drijven.

Wat dit misverstand anders maakte, was een schijnbare trivialiteit: die dag had ik het album 808s and Heartbreak (2008) gekocht. Terwijl ik op een reactie wachtte, stopte ik de cd in de speler. Het eerste dat ik hoorde waren de aanzwellende synthesizerviolen, waarna gelijktijdig een minimalistische drumbeat en Kanye Wests getergde zang invielen. Het nummer, ‘Say You Will’, klonk tegelijkertijd afstandelijk én persoonlijk. Ondertussen zag ik hoe de status van mijn gesprekspartner van online naar offline veranderde, zonder dat ik antwoord kreeg.

Op papier is het smachtende refrein van ‘Say You Will’ ronduit plat, maar de woorden vallen in het nummer precies op hun plek: ‘Hey, hey, hey, hey / Don’t say you will, unless you will / Hey, hey, hey, hey / Don’t say you will, then play you will, / I pray you will’. En zoals het met een dergelijke vage tekst gaat, trok ik die automatisch naar mijn eigen situatie toe. Ook de rest van het album had dat paradoxale geluid, dat me sterk deed denken aan hetzelfde onbestemde gevoel dat ik had tot er een ‘Ik ben niet boos’ op mijn scherm zou verschijnen.

Auto-Tune
808s and Heartbreak is het vierde reguliere album van Kanye West (1977), die tijdens de opnames een roerige periode achter de rug had; de albumtitel had wat dat betreft niet duidelijker kunnen zijn. Zijn verloving werd verbroken en zijn moeder overleed door complicaties na een operatie. Op het album hoor je vooral een gebroken West die absoluut niet zichzelf wil zijn; die zijn roem en luxe wil inleveren voor een stabiel gezinsleven. In ‘Welcome to Heartbreak’ bijvoorbeeld is hij daar heel duidelijk over: ‘My friend showed me pictures of his kids / All I could show him was pictures of my cribs’.

De muziek straalt eenzelfde vervreemding uit: robotische drums, spookachtige pianomotiefjes, diepe bassen en subtiele synthesizers. Het elektronische, kille geluidsbeeld is de perfecte begeleiding voor zijn zang, die consequent door de Auto-Tune is gehaald, een stuk software dat oorspronkelijk bedoeld was om onzuivere zangpartijen te corrigeren.
Toen West een album aankondigde waarop hij alleen zou zingen, werd daarom al snel beweerd dat hij de Auto-Tune nodig had om te verbergen dat hij vals zong. Dat is geen geheel onterechte bewering, maar West bleek de software juist niet in te zetten in om als een ‘normale’ zanger te klinken, maar om zijn zang te vervormen en die een afstandelijke rand te geven. Op sommige nummers overstuurt West de Auto-Tune zelfs, zoals wanneer hij de woorden ‘system overload’ zingt en hij tegelijkertijd klinkt als een vastlopende computer én iemand wie de emoties te veel worden – een cyborg met een brok in zijn keel.

Misschien was hij met het effect aan het spelen, tot hij ontdekte dat hij pas met robotstem de afstand en durf had gevonden om te vertellen wat er in hem omging.

Hoewel ik zijn andere platen van begin tot eind kan meerappen, blijven op 808s and Heartbreak veel van Wests precieze woorden niet hangen, terwijl ik de zanglijnen moeiteloos kan oproepen – de woorden verdwijnen in de muziek. Daarom denk ik soms dat de reden achter het gebruik van de Auto-Tune veel, veel eenvoudiger is: dat West het anders veel te ongemakkelijk had gevonden om het over zijn gevoelens te hebben. Misschien was hij gewoon met het effect aan het spelen, tot hij per ongeluk ontdekte dat hij pas met robotstem de afstand en durf had gevonden om te vertellen wat er in hem omging.

MSN
Techniek stuurt gedrag. Op de middelbare school bleek de chatdienst MSN erg handig te zijn voor een verlegen jongen als ik, die aan al die nieuwe mensen moest wennen. Vanachter mijn computer voelde ik me minder nerveus en kon ik opeens beter uit mijn woorden komen omdat ik er wat langer over na kon denken. Drie minuten reageertijd was heel acceptabel, en als het vijf minuten duurde tot ik een goed antwoord had, zei ik gewoon dat ik even de kamer uit was geweest.

Fysieke afstand maakt nauwelijks iets uit: de ander is pas echt ver weg als die niet reageert.

In tegenstelling tot de chatfunctie op Facebook – waar ik meestal vrij kort op zit (wel vaak) en op berichten reageer als ik de site of app net heb geopend –, voelde MSN veel meer als een gesprek voeren, inclusief begroeting en afscheid. Je ging er voor zitten en afhankelijk van de persoon en het gesprek kon je de diepte ingaan en elkaar beter leren kennen. Zo ontstonden diverse van mijn vriendschappen. Deze dienst werd vervangen door Facebook en nog iets later WhatsApp, sociale media die me nog sterker het gevoel geven dat technologie me juist dichtbij de ander brengt: geen ‘afgeronde’ gesprekken, maar verspreid over de dag berichten uitwisselen. Fysieke afstand maakt nauwelijks iets uit: de ander is pas echt ver weg als die niet reageert.

Essay: Je bent pas weg als je niet reageert 1

In zijn essay ‘De virtuele voorman’ (uit Plaatsvervangers, 2017) schrijft Thomas Heerma van Voss (1990) onder meer over digitale communicatie. Hij merkt iets op dat ik volledig onderstreep: ‘[Ja, er wordt] afstandelijker en anoniemer gecommuniceerd dan onze ouders deden. Maar als er iets genoemd moet worden wat mijn generatie kenmerkt, denk ik eerlijk gezegd zelden aan digitale afstandelijkheid, ik denk eerder aan digitale nabijheid.’ Anoniemer communiceren sluit nabijheid niet per se uit; die twee schijnbare tegenpolen gaan zelfs heel goed samen. Heerma van Voss en ik behoren tot een generatie die in de praktijk heeft geleerd dat digitale communicatie gebruikt kan worden om ‘echte’ gevoelens te bespreken; dat je emotioneel kunt reageren op wat er op het scherm gebeurt. Als ik een oogje op een meisje had, maakte mijn hart eenzelfde sprongetje wanneer ze zich aanmeldde op MSN, als wanneer ik haar op school zag lopen; een chat beginnen was maar een béétje minder eng dan op haar afstappen. Hoe knullig, plastic en soms ronduit kinderlijk de dienst ook overkwam – overal smileys en belachelijke geluidjes! –, het werd heel snel duidelijk dat er ruimte was voor gevoelens; dat die opgewekt konden worden door tekstberichtjes.

Door al die uren MSN word ik wantrouwig, vaak zelfs behoorlijk knorrig, als ik mensen trots hoor verkondigen dat ze opgehouden zijn met sociale media, omdat online-contact nep zou zijn (alsof je nooit meer bij elkaar op de koffie gaat als je eenmaal Facebookvrienden bent geworden). Ik vraag me dan af of het gewoonweg niet in hen opkomt dat je ook best in een chat wezenlijke onderwerpen kunt aansnijden, en of ze elke toevallige ontmoeting in de supermarkt aangrijpen om eens te vertellen hoe het echt met hen gaat. Je hoort me echter niet beweren dat er geen nadelen zijn. Er kunnen gemakkelijk misverstanden ontstaan; zonder de bijhorende gezichtsuitdrukkingen konden intenties onduidelijk worden. Plaagstootjes konden aangezien worden voor diepe beledigingen, zeker als ze niet voorzien waren van een passende smiley. In het MSN-tijdperk hield ik mezelf graag voor, vaak tegen beter weten in, dat wanneer een leuk meisje geen chatgesprek met me begon, ze gewoon verlegen was. Níét reageren, dat voelde pas als desinteresse – soms vijftien zenuwslopende minuten lang –, tót de ander bijvoorbeeld zei dat ze daarnet gebeld werd door haar tante.

Hybride stem
Tussen mij en 808s and Heartbreak boterde het lange tijd niet. In 2008 vond ik mezelf nog veel te veel een serieuze muziekliefhebber om naar robotische r&b te luisteren. Een paar jaar later beluisterde ik het album een paar keer via Spotify, maar kon er weinig mee: het lege, kale geluid zag ik aan voor saaiheid. Echter, het geluidsbeeld bleef me trekken, alsof ik iets had gehoord dat ik al aanvoelde maar nog niet helemaal begreep, laat staan onder woorden kon brengen. Toen ik de cd uiteindelijk kocht, heeft het me de nodige luisterbeurten (al dan niet onder het chatten) gekost voordat ik er mijn vinger op kon leggen: West laat, waarschijnlijk onbedoeld, horen dat er een logische overeenkomst bestaat tussen de Auto-Tune en online communicatie. Hij kan met een elektronisch vervormde stem zijn openhartigste liedjes zingen en ik kan via digitale berichtjes vriendschappen onderhouden.

Bij mijn meeste chatpartners ontstaat een vreemde hybride als ik hun berichten lees: hun intonatie, spraakritme, maar dan met mijn eigen stemgeluid en accent.

Helemaal lekker zit die overeenkomst me toch niet. West gebruikt de Auto-Tune immers net zo goed om een gevoel van afstand te scheppen; om zijn stem te ontdoen van de normale klankkleur. De vervorming laat wat van zijn emoties doorschemeren en versterkt die zelfs vaak, maar anders dan bij bijvoorbeeld een singer-songwriter kun je nauwelijks op zijn intonatie afgaan. Daarvoor klinkt West toch te weinig als zichzelf, hoe intiem de sfeer en teksten ook zijn. Die onbestemde ervaring heeft een evenknie in online-communicatie: als ik met een Brabander chat en die berichten hardop in mijn hoofd klinken, lees ik die grotendeels in mijn eigen stem, waar niets Brabants aan is. Bij mijn meeste chatpartners ontstaat een vreemde hybride als ik hun berichten lees: hun intonatie, spraakritme, maar dan met mijn eigen stemgeluid en accent.

Misschien dat daar de miscommunicaties door ontstaan die helaas ook bij het chatten horen: door de minder sterke stem van de ander kun je diens intenties en gevoelens naar je toetrekken, zoals dat ook met vage teksten van popliedjes kan. De ander wordt een soort halve versie van jezelf en dat wringt. Wat er tijdens het chatten ontbreekt aan intonatie en gezichtsuitdrukking wordt snel opgevuld met interpretaties en aannames; daardoor ontstaat een gevoel van verwijdering. Waarschijnlijk is dat de prijs voor het gemak, voor de digitale nabijheid, van bekentenissen via chatvenster én Auto-Tune: de nabijheid kan omslaan in afstand.

Mail

Maarten Buser (1991) is auteur, kunstcriticus en poëzierecensent. Hij studeerde Nederlands en Nederlandse letterkunde en debuteerde in 2016 met de dichtbundel Club Brancuzzi.

Pirmin Rengers is illustrator en docent. Hij woont in Assen, werkt overal en houdt van hobby's.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Kind van lelijke huizen

Kind van lelijke huizen

Om haar heen ziet Anne Schepers dat de kinderen uit ‘mooie huizen’ die wél een financieel vangnet hebben eerder de stap naar freelancewerk kunnen maken. Ze staat voor de keuze: lijden voor de kunst of doen wat de maatschappij verantwoordelijk acht? Lees meer

:Een reeks foto’s: brieven over consent

Een reeks foto’s: brieven over consent

Voor Alara Adilow voelt het alsof er altijd hiaten overblijven na het schrijven van een antwoord op een brief, en ze vraagt zich af of ze daarom steeds midden in de nacht wakker wordt. Ze denkt na over hoe de zachte aanrakingen niet alleen voor haar lichaam helend kunnen zijn, maar ook voor onze gewelddadige maatschappij, waar pestgedrag en leedvermaak machtsgrepen zijn. Lees meer

:Hoe te dromen:  Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Hoe te dromen: Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Als Stella Kummer ’s ochtends wakker wordt, bespreekt ze in bed haar dromen met haar vriend. Terwijl ze aan hem vertelt wat er die nacht in haar droomwereld is omgegaan, denkt ze na over dromen over de wereld. Begint het veranderen van de wereld niet eigenlijk gewoon in bed? Lees meer

Auto Draft 8

Een transformatie van verlangen: brieven over consent

Wat als we consent en verlangen zélf als de voorwaarden van bevrijding en sociale rechtvaardigheid zien? Yousra Benfquih licht toe hoe genot-activisme ons niet alleen toelaat om ons tegen de dingen te verzetten, maar ook om te onderzoeken waar we naar verlangen. Lees meer

Mijn naam roept 1

Mijn naam roept

Hodo Abdullah beschrijft hoe de geschiedenis van Somaliland haar ook veel over haarzelf leerde. Hoe komt het dat het geloof in henzelf, de veerkracht en de trots van de Somalilanders zo verankerd zit in hun DNA? Wat geeft hun de kracht om door te gaan? Lees meer

:Armoede, de bedpartner die je verlangen indringt: brieven over consent

Armoede, de bedpartner die je verlangen indringt: brieven over consent

Alara Adilow blikt terug op haar jongere zelf en ziet hoe onwetendheid en zelfdestructie haar afsneden van zorg en liefde, tot feministische en postkoloniale denkers haar aanraakten en haar openstelde om naar zichzelf en de wereld te kunnen kijken. Lees meer

Mooi vanbuiten en vanbinnen: pleidooi voor dagdagelijkse entomologie 2

Mooi vanbuiten en vanbinnen: pleidooi voor dagdagelijkse entomologie

Insecten hebben een slecht imago. We houden ze het liefst ver uit de buurt, maar dat is onterecht, vindt Jitte. Met dit artikel bewijst hij je graag van het tegendeel en vertelt hij hoe sluipwespen lieveheersbeestjes inschakelen als lijfwacht voor haar larven, over de indrukwekkende hersenen van de Darwinwesp, en hoe je een mierenkolonie opzet met één koningin. Lees meer

Composthoop

Een symfonie van het kleine leven

Jesse Van den Eynden neemt je mee in de symfonie van het kleine leven dat zich afspeelt in de duisternis van de composthoop. In dit liefdevolle essay beschrijft hij hoe zijn leven steeds meer overgenomen wordt door de rottende en levende massa in zijn tuin, en hoe het slurpen, klikken en kraken van de aarde en haar bewoners een meditatieve ervaring worden. Lees meer

Eiland zonder eilandjes

Eiland zonder eilandjes

Bram de Ridder is vervangend psychiater op Bonaire. Maar hoe moet hij zich als witte zorgprofessional verhouden tot de mensen van het eiland? Lees meer

Huizen, omhulsels

Huizen, omhulsels

Anne Schepers had nooit gedacht dat ze een huis kon kopen. Tijdens de verbouwing denkt ze na over huizen als politiek middel, hoe het is om als sociale klimmer ruimte in te nemen en waarom dromen over een fantasiehuis een privilege is. Lees meer

:Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent is complex in een wereld gevormd door koloniaal geweld. Yousra Benfquih vraagt zich in haar eerste brief aan Alara Adilow af hoe consent een instrument kan worden van verzet. Lees meer

Iemand die in je gelooft

Iemand die in je gelooft

Jam van der Aa ontdekte pas laat dat ze autisme heeft. Toen ze jong was herkende jeugdzorg bovendien niet de rol van autisme in de onveilige situatie bij haar thuis. Ze was gedreven en nieuwsgierig, maar lange tijd op zichzelf aangewezen. Dit essay is een pleidooi voor betere jeugdzorg en gaat over veerkracht en jezelf leren begrijpen en vertrouwen. Lees meer

Automatische concepten 87

Van mijn spreekkamer tot aan Afghanistan

In haar behandelkamer zit Jihane Chaara als forensisch psycholoog niet alleen tegenover slachtoffers, maar ook tegenover daders van dwingende controle, een vorm van huiselijk geweld. Wat is het verband tussen deze psychologische, onderdrukkende machtstructuur van een individidu als meneer X in haar spreekkamer, en het regime van de Taliban in Afghanistan? Een essay over de verbinding tussen daderschap, ontkenning, grotere structuren van vrouwenonderdrukking en verzet. Lees meer

Einde Schooldag

Einde Schooldag

Leerlingen zijn als tijdelijke passanten van wie je een hoop weet, maar nooit hoe het met ze af zal lopen. 'Ze zijn open eindes', zo schrijft Engels docente Charlotte Knoors in dit persoonlijke essay over de raadselachtige verhouding tussen docent en student. Lees meer

Zo rood als een kreeft

Zo rood als een kreeft

Wanneer twee Spaanse vrienden Ferenz Jacobs uitnodigen voor een protestmars tegen toerisme in Barcelona, voelt hij zich voor het eerst weer een 'outsider'. In dit essay richt hij zich op de gevolgen van massatoerisme op de permanente bewoners. Is er een ander soort toerisme mogelijk, buiten de logica van onderdanigheid, kolonialisme en uitbuiting om? Lees meer

Auto Draft 4

Tijd buiten de uren om

Micha Zaat sliep binnen een jaar in bijna 60 verschillende hotelkamers. In dit essay licht hij het fenomeen van de hotelkamer als liminaal object toe, en legt uit wat zo'n kortdurend verblijf voor gasten én kamers betekent en waarom het onmogelijk is om ouder te worden in een hotelkamer. 'In het bed waar ik gisteren droomde over sterven in een auto-ongeluk ligt nu iemand te masturberen.' Lees meer

Auto Draft 2

'Kunnen we vrienden zijn?': over een noodzakelijk veranderende mens-natuur relatie

Wanneer Jop Koopman afreist naar Lombok om de Indonesische visie op mens-natuurrelatie beter te begrijpen, gaat hij op pad met een lokale mysticus. In dit essay onderzoekt hij hoe we de verhouding mens-natuur opnieuw kunnen vormgeven; wat de agency is van onze omgeving, en waarom we vrienden moeten worden met alles rondom ons. Lees meer

Stil protest

Stil protest

Nadeche Remst laat zien hoe slaap, verdriet en dissociatie meer zijn dan persoonlijke reacties: ze worden een vorm van stil verzet tegen een wereld die kwetsbaarheid buitensluit. Lees meer

Hoe lang blijf je een vluchteling?

Hoe lang blijf je een vluchteling?

'Wat' ben je als je ergens niet thuishoort, maar ook niet terug kan naar je geboorteland? Ivana Kalaš onderzoekt het label 'vluchteling'. Lees meer

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus kan toch niet groeien in een zompig moeras? In dit essay schetst Jam een realistisch beeld van de autistische ervaring in een kapitalistisch systeem dat productiviteit als het hoogste goed beschouwt. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer