Asset 14

Een symfonie van het kleine leven

Composthoop

Jesse Van den Eynden neemt je mee in de symfonie van het kleine leven dat zich afspeelt in de duisternis van de composthoop. In dit liefdevolle essay beschrijft hij hoe zijn leven steeds meer overgenomen wordt door de rottende en levende massa in zijn tuin, en hoe het slurpen, klikken en kraken van de aarde en haar bewoners een meditatieve ervaring worden.

Ik buig me voorover en leg mijn oor te luisteren bij de grote composthoop achter in onze tuin. De plek die voor velen een plek van vergaan is, maar waar ik het leven hoor bruisen. Ik volg de instructies van de enthousiaste moestuinier Wim Lybaert, die in zijn boek Mijn moestuin met passie vertelt hoe je een composthoop moet verzorgen. Het omkeren van de aarde, het omdraaien van hoopjes bladeren en gras en het wegwerken van taaie kolenstengels. De riek plant zich vast in de gelaagde structuur van plantaardig materiaal. Ik zoek naar de onderste laag, die vaak al goed is gecomposteerd en korrelig oogt en aanvoelt. Met een bewuste beweging probeer ik dit naar boven te brengen en te mengen met de versere bovenste laag. Door de stugheid van sommige planten of takken, die eigenlijk niet thuishoren in de ideale composthoop - maar ik gun het ze ook -, gebruik ik de riek als hefboom. Ik zet deze tegen de planken die de hoop omringen, breng de onderste laag naar boven en laat de broeierige massa zachtjes vallen op de bovenste laag. Het is inderdaad een ware conditietraining, zoals Wim voorspelde. Het zweet breekt me uit, en ik voel het al bijna druppelen van mijn voorhoofd.

Terwijl ik bezig ben, verschijnen de kleine wezens die deze hoop hun thuis noemen. Ik noem ze even op, aangezien hun namen al een schoonheid op zich bezitten: pissebed, springstaart, regenworm, duizendpoot, miljoenpoot, segrijnslak, tijgerslak, roofmijt. En dan hebben we het nog niet over de talloze micro-organismen, zoals schimmels, bacteriën en protozoa. Ze krioelen allemaal in een chaotische dans van leven, hun paden doorkruisen elkaar, schijnbaar willekeurig, maar ongetwijfeld doelgericht in hun zoektocht naar overleving. Ik stop even met mijn werk, steek de riek in de grond naast de composthoop, en leun op de steel. Met gesloten ogen geef ik me over aan mijn gehoor, een zintuig dat we in ons drukke leven vaak vergeten.

Terwijl ik bezig ben, verschijnen de kleine wezens die deze hoop hun thuis noemen

Boven me torent de grote esdoorn uit, een boom die inmiddels wel twintig meter hoog moet zijn, misschien zelfs vijfentwintig. Ik ben niet zo goed in het inschatten van hoogtes of afstanden. De levendige kauwen en merels hebben hun plek gevonden in de takken, terwijl de duiven in de klimop, die langs de stam omhoog kruipt, hun nest hebben gebouwd. Ze voelen zich thuis in deze groene oase midden in de stad, en in de schemering voeren ze hun sensuele rituelen uit op de pergola. Het zijn Turkse tortels, en hun liefde is even onstuimig als teder. De tuin waar mijn kinderen, mijn vriendin en ik nu zo graag doorheen struinen, was altijd al aanwezig. Het vergde slechts het weghalen van de laag klinkers en tegels die het potentieel van de natuur belemmerden. Het plezier waarmee ik deze tuin heb ontworpen was groot. Een wirwar van planten, bomen, struiken en meanderende paadjes. Met een aantal hoogteverschillen om de planten uit te dagen om zich diep genoeg te wortelen. Maar de volgende stap was dat het ontwerp werd overgenomen door de natuur, door alle levende wezens aanwezig in dit zelfregulerend en dynamisch oord.

Ik wilde ergens een stuk van de tuin onder controle houden. Een kleine moestuin, die elk jaar weer zeer flexibel is in vorm en oppervlakte, geeft ons tuinbonen, rijspeul en maïs. Toch voelt het alsof deze tuin niet echt van mij is. En dat wil ik ook niet. Vanuit de keuken, achter het grote raam, observeer ik hoe de tuin telkens opnieuw wordt overgenomen, en dit zijn dan enkel de wezens die zichtbaar zijn van een afstand. Vogels bevolken de ruimte. Het korte klankrijke geluid van een kauw of het koeren van een tortel herken ik meteen. Af en toe, zeker in de lente- en zomermaanden, zitten er andere vogels in de esdoorn en hoor ik een geluid dat ik niet kan plaatsen. En dan ben ik zeer benieuwd.

Het slurpen, klikken en kraken van de aarde en haar bewoners vullen mijn oren

Een tijdje geleden installeerde ik een app op mijn smartphone die vogelgeluiden zou kunnen herkennen. Ik probeerde het uit toen ik een vogelgeluid niet meteen kon plaatsen, iets dat wel vaker gebeurt. De opname was wellicht niet scherp of luid genoeg, want de app vroeg me of die een gok mocht doen. Jazeker. Het antwoord?: ‘Homo sapiens’. Ik schoot in de lach, een gevatte gok. Deze ervaring doet me beseffen hoe ons gehoor niet lang kan concentreren op de natuurlijke geluiden om ons heen. Terwijl ik mijn oren spits bij de composthoop, dringen de mechanische geluiden van de mensheid zich op: een auto die optrekt, een verre sirene. Maar al snel keer ik bewust terug naar de composthoop, waar een hele sonische microwereld zich voor me opent. Het slurpen, klikken en kraken van de aarde en haar bewoners vullen mijn oren. Hoe zou dit klinken met mijn opnameapparatuur? Ik heb deze aangeschaft om af en toe geluiden in de natuur op te nemen en hier abstracte geluidscollages mee te fabriceren. De gedachte om deze wereld van de compost vast te leggen zonder de verstorende invloed van menselijke geluiden intrigeert me.

Wanneer ik mijn apparatuur haal en terugkeer naar de tuin, aarzel ik even. Ik ben ongeduldig, een eigenschap die veel waargenomen wordt bij de mens. Wil ik de wereld filteren door mijn hoofdtelefoon, wetende dat ik dan mijn eigen ademhaling en bewegingen versterkt zal horen? Of wacht ik nog even, om deze onbekende wereld in al haar puurheid te betreden? Uiteindelijk zet ik de hoofdtelefoon op, richt de interne microfoons naar de composthoop en start de opname. Het resultaat is overweldigend: een symfonie van het kleine leven dat zich afspeelt in de duisternis van de composthoop.

Zouden bacteriën ooit slapen? Voelen naaktslakken de pissebedden die over hen heen kruipen?

De herinnering aan een televisiefragment met Wim Lybaert, die met tranen in zijn ogen een perenboom plantte in zijn tuin en in stilte naar zijn werk keek, komt bij me op. Wim heeft blijkbaar een plek in mijn hart veroverd. Ik heb dat fragment al vaak teruggezocht, maar het blijft onvindbaar. Misschien waag ik straks nog een poging.

Kan ik een waarde toekennen aan deze hoop vol leven en voedingsstoffen, waar onze tuinplanten zo dankbaar van genieten? Ik herinner me ergens gelezen te hebben dat er meer bacteriën in een composthoop leven dan dat er zandkorrels op aarde zijn. Mijn gedachten raken overprikkeld, en het wordt een meditatieve ervaring. De tijd vervaagt, slechts af en toe onderbroken door flarden van herinneringen en vragen die mijn denken doorkruisen. Zouden bacteriën ooit slapen? Voelen naaktslakken de pissebedden die over hen heen kruipen?

Ik luister naar de composthoop. Mijn denken wordt een organische waas. Wanneer ik mijn ogen sluit, word ik opgeslokt door een zachte en overvloedige geluidssluier, geproduceerd door kleine prachtige wezens. Ik voeg me bij hen en laat me meevoeren over de slijmsporen. Een groep wormen heeft zich verstopt onder een groot stuk sinaasappelschil. Ze rusten even uit van het onophoudelijke verteringsproces. Ze draaien zich naar me toe en maken een soort ritmisch klikgeluid, als een ratel, dat me uitermate fascineert.

De rottende en levende massa is nu mijn thuis. Zachtjes glijd ik verder en leg me gedwee neer bij de wormen, die een paar zachte plopgeluidjes mijn richting uitsturen, als een teken van aanvaarding. Ik maak deel uit van iets wonderbaarlijks. Een levensecht verhaal over wording en aftakeling, waarbij er enkel woordelijk een grens te trekken is tussen deze twee uitersten. Ik blijf hier, graag.

Dit artikel is onderdeel van de Beestjesweken. Van 16 tot 29 maart zullen alle artikelen die we publiceren gaan over kleine kruipers, slijmerige sluipers en gladde glibberaars.

Mail

Jesse Van den Eynden is filosoof, leerkracht en geluidskunstenaar. Hij heeft veel ontzag voor leven in al zijn vormen.

Eva ten Cate (zij/haar, 2002) is een kunstenaar en illustrator. Haar werk wordt gekenmerkt door vaak opeenvolgende beelden met strakke lijnen en ruizige kleuren. Graag laat ze je beter kijken naar de schijnbaar kleine handelingen en objecten om ons heen, om ze zo meer waarde te geven.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Auto Draft 8

Een transformatie van verlangen: brieven over consent

Wat als we consent en verlangen zélf als de voorwaarden van bevrijding en sociale rechtvaardigheid zien? Yousra Benfquih licht toe hoe genot-activisme ons niet alleen toelaat om ons tegen de dingen te verzetten, maar ook om te onderzoeken waar we naar verlangen. Lees meer

Mijn naam roept 1

Mijn naam roept

Hodo Abdullah beschrijft hoe de geschiedenis van Somaliland haar ook veel over haarzelf leerde. Hoe komt het dat het geloof in henzelf, de veerkracht en de trots van de Somalilanders zo verankerd zit in hun DNA? Wat geeft hun de kracht om door te gaan? Lees meer

:Armoede, de bedpartner die je verlangen indringt: brieven over consent

Armoede, de bedpartner die je verlangen indringt: brieven over consent

Alara Adilow blikt terug op haar jongere zelf en ziet hoe onwetendheid en zelfdestructie haar afsneden van zorg en liefde, tot feministische en postkoloniale denkers haar aanraakten en haar openstelde om naar zichzelf en de wereld te kunnen kijken. Lees meer

Mooi vanbuiten en vanbinnen: pleidooi voor dagdagelijkse entomologie 2

Mooi vanbuiten en vanbinnen: pleidooi voor dagdagelijkse entomologie

Insecten hebben een slecht imago. We houden ze het liefst ver uit de buurt, maar dat is onterecht, vindt Jitte. Met dit artikel bewijst hij je graag van het tegendeel en vertelt hij hoe sluipwespen lieveheersbeestjes inschakelen als lijfwacht voor haar larven, over de indrukwekkende hersenen van de Darwinwesp, en hoe je een mierenkolonie opzet met één koningin. Lees meer

Eiland zonder eilandjes

Eiland zonder eilandjes

Bram de Ridder is vervangend psychiater op Bonaire. Maar hoe moet hij zich als witte zorgprofessional verhouden tot de mensen van het eiland? Lees meer

Huizen, omhulsels

Huizen, omhulsels

Anne Schepers had nooit gedacht dat ze een huis kon kopen. Tijdens de verbouwing denkt ze na over huizen als politiek middel, hoe het is om als sociale klimmer ruimte in te nemen en waarom dromen over een fantasiehuis een privilege is. Lees meer

:Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent is complex in een wereld gevormd door koloniaal geweld. Yousra Benfquih vraagt zich in haar eerste brief aan Alara Adilow af hoe consent een instrument kan worden van verzet. Lees meer

Iemand die in je gelooft

Iemand die in je gelooft

Jam van der Aa ontdekte pas laat dat ze autisme heeft. Toen ze jong was herkende jeugdzorg bovendien niet de rol van autisme in de onveilige situatie bij haar thuis. Ze was gedreven en nieuwsgierig, maar lange tijd op zichzelf aangewezen. Dit essay is een pleidooi voor betere jeugdzorg en gaat over veerkracht en jezelf leren begrijpen en vertrouwen. Lees meer

Automatische concepten 87

Van mijn spreekkamer tot aan Afghanistan

In haar behandelkamer zit Jihane Chaara als forensisch psycholoog niet alleen tegenover slachtoffers, maar ook tegenover daders van dwingende controle, een vorm van huiselijk geweld. Wat is het verband tussen deze psychologische, onderdrukkende machtstructuur van een individidu als meneer X in haar spreekkamer, en het regime van de Taliban in Afghanistan? Een essay over de verbinding tussen daderschap, ontkenning, grotere structuren van vrouwenonderdrukking en verzet. Lees meer

Einde Schooldag

Einde Schooldag

Leerlingen zijn als tijdelijke passanten van wie je een hoop weet, maar nooit hoe het met ze af zal lopen. 'Ze zijn open eindes', zo schrijft Engels docente Charlotte Knoors in dit persoonlijke essay over de raadselachtige verhouding tussen docent en student. Lees meer

Zo rood als een kreeft

Zo rood als een kreeft

Wanneer twee Spaanse vrienden Ferenz Jacobs uitnodigen voor een protestmars tegen toerisme in Barcelona, voelt hij zich voor het eerst weer een 'outsider'. In dit essay richt hij zich op de gevolgen van massatoerisme op de permanente bewoners. Is er een ander soort toerisme mogelijk, buiten de logica van onderdanigheid, kolonialisme en uitbuiting om? Lees meer

Auto Draft 4

Tijd buiten de uren om

Micha Zaat sliep binnen een jaar in bijna 60 verschillende hotelkamers. In dit essay licht hij het fenomeen van de hotelkamer als liminaal object toe, en legt uit wat zo'n kortdurend verblijf voor gasten én kamers betekent en waarom het onmogelijk is om ouder te worden in een hotelkamer. 'In het bed waar ik gisteren droomde over sterven in een auto-ongeluk ligt nu iemand te masturberen.' Lees meer

Auto Draft 2

'Kunnen we vrienden zijn?': over een noodzakelijk veranderende mens-natuur relatie

Wanneer Jop Koopman afreist naar Lombok om de Indonesische visie op mens-natuurrelatie beter te begrijpen, gaat hij op pad met een lokale mysticus. In dit essay onderzoekt hij hoe we de verhouding mens-natuur opnieuw kunnen vormgeven; wat de agency is van onze omgeving, en waarom we vrienden moeten worden met alles rondom ons. Lees meer

Stil protest

Stil protest

Nadeche Remst laat zien hoe slaap, verdriet en dissociatie meer zijn dan persoonlijke reacties: ze worden een vorm van stil verzet tegen een wereld die kwetsbaarheid buitensluit. Lees meer

Hoe lang blijf je een vluchteling?

Hoe lang blijf je een vluchteling?

'Wat' ben je als je ergens niet thuishoort, maar ook niet terug kan naar je geboorteland? Ivana Kalaš onderzoekt het label 'vluchteling'. Lees meer

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus kan toch niet groeien in een zompig moeras? In dit essay schetst Jam een realistisch beeld van de autistische ervaring in een kapitalistisch systeem dat productiviteit als het hoogste goed beschouwt. Lees meer

Lieve buren

Lieve buren

Ze hebben dezelfde brievenbus en dezelfde supermarkt, maar Nienke Blanc vraagt zich in deze nooit verzonden brief af of dat het enige is dat ze met haar buren deelt. Lees meer

Best Friend (For The Forseeable Future)

Best Friend (For The Forseeable Future)

Lotte Krakers’ vriendschap met Karlien eindigde mét blauwe vinkjes, maar zonder antwoorden. Het laat Lotte reflecteren op het afdwingen van gelijkenissen in een vriendschap, en het plaatsen van vrienden op voetstukken: ‘Karlien hield me een spiegel voor, waarin ik vooral zag wat ik niet was.’ Lees meer

Je hebt mij getekend voor het leven

Je hebt mij getekend voor het leven

Hoe sluit je een hoofdstuk af? Jop Koopman schreef een brief aan zijn oude baas, in wiens tulpenbedrijf hij als invalkracht een bedrijfsongeval meemaakte. Lees meer

De dooddoener van het kwaad

De dooddoener van het kwaad

Bas Keemink bespreekt de film 'The Zone of Interest', waarin Jonathan Glazer 'Big Brother' naar de Holocaust brengt. Lovende kritieken schrijven dat hij Hannah Arendts theorie, de banaliteit van het kwaad, goed in beeld brengt, maar is dat wel zo? Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer