Neonreclame waarvan één letter stuk is. Foto’s van mensen die bij een klantenservice werken. Een abacus. Dat vogels nooit tegen een boom botsen. Een voornaam als Hjord en een achternaam als Knudsen, en daar dan je bedrijf naar vernoemen. En het op al je vrachtwagens laten drukken. Een sloot die ineens ophoudt. Een gang tussen twee gebouwen met ramen aan beide zijden. Dat de slogan van de politie (‘waakzaam en dienstbaar’) ook heel erg op honden slaat. Dat een zeepje ook vies kan worden.
Aalscholvers, die altijd op keurig regelmatige afstand van elkaar zitten te zonnen. Het potje kruidenzout in je ochtendkoffie laten vallen en uit tijdsoverwegingen besluiten dat je het heus nog wel kunt drinken. Soms gewoon je lesje leren. Dat ludiek misschien wel het lelijkste woord is. In een storm je poncho proberen aan te trekken. Dat de vloeren van Rotterdam CS met Glassex worden geschrobd. De slogan op de tankwagens van Campina: “34.000 m3 vol mogelijkheden”. Nadenken over de mogelijkheden van melk.
‘Ik voel me niet zo lekker’ in het Achterhoeks: ik bun wat sloerig in de rakker. Heel stellig iets beweren waar je allerminst zeker van bent. De tijden dat je vatbaar bent voor kutliedjes. Iets met het luchtalarm? Steeds als het luchtalarm gaat bedenken dat je er iets mee wilde doen, maar wat ook alweer. Er toch wel weer aan herinnerd worden. De jingle van de Familie Knots. Dat er volgens Tripadvisor toch nog drie vrolijke activiteiten zijn in Raqqa. Dat dikke billen inmiddels wereldwijd in zijn. Dat er geen extra straf staat op uit de gevangenis ontsnappen. Of er weleens iemand gebruikmaakt van de spiegelafstelplaats. Om werkelijk zijn spiegels af te stellen.
Koeien die op het enige stukje betonplaat van het weiland samendrommen. Dat ‘acht’ in heel veel Europese talen op ‘nacht’ rijmt. Huizen waar gebatikte doeken met een tijgerkop voor het raam hangen. Gitaarspelende jongens die naar elkaar toe buigen als ze gaan zingen. Dat wij Hollanders bekend staan om zowel waterwerken als mayonaise, hoeren, faunabruggen en drugs. Dat de slogan van IKEA best wel sterk is: ‘aandacht maakt alles mooier’. Dat daar ook iets tegen in te brengen is. Wilders, bijvoorbeeld.
Een Proust-vragenlijst voor prille geliefden bedenken. Scheef opgeplakte glas-in-loodstickers. Dat voor bijna alles wat je ziet wel iemand verantwoordelijk is. Het woord katvanger. Een keihard rijdende wegafzetting. Dat straaljagers vooral bij de provincies Noord-Brabant en Gelderland horen. Een autocorrectie verbeteren en ontdekken dat die in je tweede sms weer precies hetzelfde ge-autocorrigeerd is. Dat alle varianten op de naam Anja een compleet andere connotatie hebben (Anja Stanja Manja Hanja Tanja). Dat ik vroeger naast een Poolse tweeling woonde die Anja en Hanja heette. Heetten? Hoe heet een tweeling?
Dat sommige etenswaren heel smerig klinken wanneer je ze omdraait: worstlever. Hambeen. Dat kaasnagel nog wel de meest vieze is. Net als nagelkaas eigenlijk. De figuren die je ziet in de knoesten van het laminaat. De figuren die je ziet in ouderwetse tegeltjes. Een ambulancebroeder die zijn duim naar je opsteekt omdat je hem voor laat gaan. Dat de takken van treurwilgen vaak recht boven het water eindigen, alsof ze zo geknipt zijn. Áls ze geknipt zijn: wiens baan is dat?! Het begrip ‘molenrecht’. Ontroering voelen om de achtergebleven haartjes in de kiwibakken bij de Albert Heijn. De lat waarmee stratenmakers het onderliggende zand gladstrijken. Hoe het in godsnaam met Alicia Silverstone gaat!
Foto: Amanda.