Asset 14

De hondenfluisteraar

In de zomer van 2012 was ik op Sardinië. Mijn relatie dreigde op de klippen te lopen, ik hoopte in de verzengende hitte van het Italiaanse eiland antwoorden te vinden. Die menselijke eigenschap blijft me verbazen. Zodra men het niet meer weet, neemt men de benen, tot het met die benen in een ander rent. Of , nog erger: de gevluchte mens gaat opeens groot denken. ‘Ik laat me nooit meer zo kleineren door iemand’, zei ik bijvoorbeeld hardop tegen een rots, voordat ik er af sprong, in de Sardijnse golven.

Toen ik eindelijk weer boven water kwam, miste ik mijn lief zo erg dat ik er hartsteken van kreeg.

Op weg van het strand naar het appartement dat op een volstrekt verlaten vakantiecomplex stond, bleef ik een beetje hardop tegen mezelf praten.
Ik had daarom niet meteen in de gaten dat een passerende auto toeterde. Er volgden meer toeterende auto’s. Er ontstond langzaam een file en pas toen er een aantal auto’s op elkaar was geknald, schrok ik op uit mijn gedachten.

Op de weg, waar 50 kilometer de maximaal toegestane snelheid was (maar waar het dubbele daarvan als standaard werd gehanteerd) rende een hondje. Zijn tong hing uit zijn bek en hij had een hysterische oogopslag.

Omdat ik in de zomer van 2012 nog jong en onverschrokken was, pakte ik het hondje op, en liep ik ermee naar het appartementencomplex. (Tegenwoordig zou ik bang zijn voor hondsdolheid, BSE en andere ziektes waarvan je gillend de dood in gaat). Bijna nog miste ik de juiste afslag, omdat de angst dat het hondje in mijn armen aan uitdroging zou sterven, mij desoriënteerde. In het appartement gaf ik hem water, en probeerde ik met mijn telefoon op internet een dierenarts in de buurt te vinden.

De dierenarts bleek 28 kilometer verderop te zijn, en was alleen in de ochtend open, van 9 tot 11. Ik keek naar het hondje, en hij keek terug. Hij had het lijf van een teckel, en de oren van een herdershond. ‘Ik noem je Rocco’, zei ik.


Beeld: via metmuseum.org

We hebben de dierenarts bezocht, Rocco en ik. Daar liet ik hem inenten, chippen, een zandvlooienband aanmeten en zijn ogen druppelen. Vanwege zijn gebit dacht de dierenarts dat Rocco jong zou zijn, hooguit een jaar. Ze had niets gehoord over een vermiste hond. De dierenwinkels die we vonden hadden ook niets gehoord over een vermiste hond. ‘Wij worden daar niet zo emotioneel van hier’, zei de jongen achter de kassa toen ik hem zei dat ik ontroostbaar zou zijn als mijn hond weg zou lopen. Mijn toenmalig lief en ik hadden namelijk een hond, waar we gevoelens voor koesterden alsof het onze baby was. Het was een poedel die slecht luisterde naar de naam Courtois. We hadden er een aantal hondencursussen tegenaan gesmeten, maar hij bleef slecht luisteren. Reden voor mijn lief om zo nu en dan naar ‘gehoorapparaat honden’ te zoeken op internet; hij geloofde in de goedheid van onze poedel.

Op een terrein, dat eruit zag als een hondenkennel, wisten ze ook niets van een vermiste hond. Ik nam Rocco terug mee naar de dierenarts.
‘Wat moet ik doen?’ vroeg ik.

‘Je kan hem naar het asiel brengen’, zei ze,  ‘dan vindt hij misschien een leuk nieuw baasje.’ Ik keek naar Rocco, en Rocco keek terug. Ik ben zijn leuke nieuwe baasje, besloot ik.
Gelukkig vond dit alles plaatst op Sardinië en vervalste de dierenarts op eigen initiatief de datum van inentingen in het hondenpaspoort dat ik nodig zou hebben om met hem terug naar Amsterdam te kunnen vliegen.
Thuis bleek mijn lief er met onze poedel vandoor te zijn gegaan.

En ik kreeg wroeging. Rocco gedroeg zich als een keurig opgevoede hond, op het ’s nachts slapen op tafel na. Had ik hem gestolen van een Italiaanse maffioso die op wraak zint? Was er misschien toch een leuk gezin in tranen?  En dan het klimaat waar ik hem uitgerukt had, hoe vond hij zijn nieuwe plek eigenlijk zelf? Mij zou je direct depressief maken als je me van Italië naar Nederland zou verhuizen, objectief gezien toch niet meer dan een platte grijze bebouwde kom.

Ik besloot met Rocco naar een hondenfluisteraar te gaan. Dat was een meisje dat vooral paardenreadings deed, maar een hond was bij haar ook in goede handen, werd me verteld. Ik mocht niet bij de reading aanwezig zijn, omdat ze dan geen optimaal contact met hem zou kunnen maken.
Het uur dat ik hem bij het meisje achterliet, in een Frans dorp (ik had Rocco mee op vakantie op het Franse platteland genomen, om nader tot elkaar te kunnen komen), voelde ik me niet goed. Ik was bang voor een slechte uitkomst.

Ze had al haar bevindingen uitgetypt en uitgeprint. Ze had er ook een foto van Rocco bij gedaan. Normaal deed ze alleen readings aan de hand van foto’s. Voor mij had ze een uitzondering gemaakt.

Ik las dat hij eerst altijd een beetje de kat uit de boom wilde kijken, voor hij mensen opzocht, of zich er veilig bij voelde. Rocco zou van een veilige omgeving houden, en van rust. Dat vond ik grappig, want de naam die ik hem gegeven had, betekent ‘rust’. Maar misschien had zij dat ook om die reden zo opgeschreven. Verder had hij haar twee jonge jongens laten zien en was hij volgens haar niet ouder dan twee jaar. De rest van het blaadje bestond uit een voedingsadvies en citaten van mensen die een positief bericht voor haar hadden achtergelaten op haar website.

Ik bedankte haar met geld en belde mijn ouders of ze mij en Rocco op wilden komen halen, mijn ouders waren ook in Frankrijk, 600 kilometer zuidelijker.

‘Wie? Rocco?’, vroeg mijn vader, ‘wat heb je met je lief gedaan?’

‘Mijn lief heb ik ingewisseld voor een Sardijnse dwergteckel’, zei ik.

Mijn vader hield niet van honden, maar nog minder van mijn toenmalige lief, dus hij was onderweg, zei hij.

De hondenfluisteraar heeft op alle fronten gelijk gekregen. Rocco houdt van rust, en kijkt graag naar katten in de boom. De jonge jongens zijn hoogstwaarschijnlijk mijn broertjes met wie hij inmiddels bij mijn ouders woont omdat mijn nieuwe lief nog minder van honden houdt dan mijn vader. Zelf geloof ik nog altijd erg graag dat ik Rocco van een oude maffioso gestolen heb, die nadat Rocco weg liep, ontroostbaar was en daarna van verdriet is overleden.  Een natuurlijke dood! Welke maffioso kan dat zeggen?
Ik hoop dat Rocco en ik weer samen kunnen komen. Maar dan moeten we opnieuw een hondenfluisteraar bezoeken om te weten of dat gaat gebeuren. Of een medium voor mensen. Of wachten tot het zover is. Dat is misschien toch het beste in het leven.
Wachten tot het zover is.

Mail

Olga Kortz

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Een eerste keer

Een eerste keer

In dit erotische verhaal vraagt Jochum Veenstra zich af of het opwindend kan zijn om constant expliciete consent te vragen, en of er dan ook echte consent tot stand komt. Een eerste keer is ook gepubliceerd als audioverhaal bij deBuren. 'Als onze monden elkaar raken, lijkt de vriendschap die we bij daglicht hebben weer tot leven te komen.' Lees meer

Balletles

Balletles

In een rumoerig café herinnert een groep meisjes zich heel helder: 'Meisjes zoals wij leren vroeg de kunst van de onwaarneembare volharding.' In dit korte verhaal neemt Marieke Ornelis je mee in een wereld vol witte panty's, billen op een koude vloer en honingachtig vocht, terwijl de intimiteit wegsmelt onder de toneellampen. Lees meer

Pomme d’amour 1

Pomme d’amour

In dit gedicht van Elise Vos vinden de glazen muiltjes en kikkerprinsen uit de klassieke sprookjes hun weg tussen de HR-medewerkers en stadsduiven met verminkte pootjes. Een hoofdpersoon zoekt diens plek in de wereld, terwijl mannen dwars door de ontknoping van het verhaal heen slapen. Lees meer

Ademruimte

Ademruimte

‘Hij kon toen alleen Catalaanse woorden fluisteren en zijn wijsvinger buigen om aan te geven wanneer hij naar buiten wilde om te roken.’ In Ademruimte, van Elisa Ros Villarte, keert het hoofdpersonage terug naar haar ouderlijk huis dat gevuld is met onbekend speelgoed, bevroren maaltijden en beladen vragen. Lees meer

Vrijheid

Vrijheid

Liggend onder de auto van de buren overdenkt een man de relatie tot zijn familie, de gevolgen van zijn gedrag en de reactie van omstanders. Eva Gabriela schreef een kwetsbaar verhaal waarin de dreiging en het ongemak constant voelbaar zijn, en waarin de pleger van huiselijk geweld de hoofdpersoon is. Lees meer

De verdwenen kosmonaut

De verdwenen kosmonaut

Duizenden kilometers van de kosmonaut vandaan zit Igor, uitkijkend over de stad, terwijl hij luistert naar de ruis op de tv, naar de beukende eurodance plaat die nog naklinkt in zijn oren en naar een stem die hem probeert te overtuigen terug te komen. In De verdwenen kosmonaut van Thijs van der Heijden raakt een... Lees meer

Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Steun Hard//hoofd en verzamel kunst!

Hard//hoofd is een vrije ruimte voor nieuwe schrijvers en kunstenaars. We zijn al vijftien (!) jaar gratis toegankelijk en advertentievrij. Zo’n vrije ruimte is harder nodig dan ooit. Steun de makers van de toekomst; sluit je vóór 1 januari aan als kunstverzamelaar en ontvang in januari je eerste kunstwerk!

Word kunstverzamelaar