Ook in San Francisco kun je beter geen snoepgoed van vreemde mannen aannemen, ontdekte Emma Slaats.
Daar liep Cookie Samurai. We waren hem gisteren op onze tweede dag in San Francisco al tegengekomen in Dolores Park. Nu was hij hier in Haight Street. Een rustige, zacht pratende man met een baard en een Hawaiishirt. Hij was yogaleraar en verkocht op straat zelfgebakken cakejes, die hij bewaarde in tupperwarebakjes in zijn tas.
‘Kan ik jullie een cakeje aanbieden?’ vroeg hij, terwijl hij naar ons toekwam. Hij liet de verschillende cakejes aan ons zien: met gember, met chocola, met glitters of zonder glitters. Typisch San Francisco, vond ik. Vriendelijk en onschuldig. Mijn reisgenote Iris en ik wilden wel een cakeje van hem kopen. ‘Hoeveel kost één cakeje?’ vroeg Iris. ‘5 dollar,’ antwoordde Cookie Samurai. Wel erg duur, vonden we. Het was echt een klein cakeje. Maar goed, Cookie Samurai was aardig en we wilden hem wel wat geld geven.
Terwijl ik naar mijn portemonnee zocht vertelde Cookie Samurai dat hij een auto-ongeluk had gehad twee jaar geleden. Hij was een tijd blind geweest en had hersenschade aan het ongeluk over gehouden. 'Ah,' dacht ik, terwijl ik wat dollarbiljetten uit mijn portemonnee trok, 'dat verklaart waarom hij zo zoet over straat drentelt met die cakejes van hem. Hij kon het geld vast goed gebruiken.' We kozen een gembercakeje met blauwe glitters en betaalden hem. In de bus terug naar het hostel smsten we onze nieuwe vriend Tom dat we eraan kwamen en dat we cake hadden.
We zaten in de eetzaal van het hostel. De cake was op en we dronken een biertje. Ik moest opeens heel erg lachen om iets dat ik tegen Tom zei. Iets over het zorgstelsel. Ik knorde er geloof ik een beetje bij. Mijn gedachten dwaalden steeds af. Toen ik opstond en naar de wc liep, leek het net alsof de vloer van zand was gemaakt. De muren golfden een beetje. Ik ging maar naar bed. Even muziek luisteren.
Ik lag in mijn hostelkamer met mijn koptelefoon op, het was helemaal donker. Bij een nummer met aanzwellende violen dacht ik dat het een scooter was buiten. Ik voelde me een beetje verliefd, op niemand. Toen begon ik dit verhaal te typen. ‘Goh,’ dacht ik, ‘dat is nou een echte schrijfster. Die iets ervaart of voelt en het dan meteen op papier wil zetten.’ Meteen vond ik het een stomme gedachte, pretentieus. Daarna moest ik giechelen om mezelf. Ik geloof dat Cookie Samurai’s cakejes niet zo onschuldig waren als ik dacht.