‘Hij kon toen alleen Catalaanse woorden fluisteren en zijn wijsvinger buigen om aan te geven wanneer hij naar buiten wilde om te roken.’ In Ademruimte, geschreven door Elisa Ros Villarte, keert het hoofdpersonage terug naar haar ouderlijk huis dat gevuld is met onbekend speelgoed, bevroren maaltijden en beladen vragen.
Mijn AirPods dempen geluid dat er niet is. Op de bus tegenover me staat: 999 BUITEN DIENST, het woord SORRY is onverlicht. De volgende vertrekt een uur later.
Ik heb een rijbewijs, maar geen auto. Dat vat mijn leven goed samen. Ik kan van alles, maar ik bezit niks – behalve wanneer ik online The Sims speel, waar ik een raam kan verkopen om voor de pizza te betalen. Waarom bestaat er geen motherlode-cheatcode voor het dagelijks leven? Dan zou ik ook niet op zoek hoeven gaan naar een nieuwe baan. Ik heb gewoon te vroeg gepiekt, in groep 8, toen ik de schoolmusical schreef en mezelf de hoofdrol gaf.
Op het busraam kleven asdeeltjes vanwege de uitstoot van Chemelot, de Limburgse Tata Steel. Als goedmaker is er een gratis glazenwasser gestuurd om bij iedereen in de verkeerde windrichting thuis langs te komen. De bussen worden schoongespoeld door de regen.
Vanuit mijn busstoel lijst ik het uitgestrekte weiland in op mijn mobiel. De reflectie verpest de foto, waardoor het eerder een ouderwetse selfie wordt dan een landschapsportret. Mijn pandaogen doen me denken aan mijn emo-fase – alleen zitten er nu donkere wallen onder mijn ogen in plaats van eyeliner.
Mijn vader is fotograaf. Dat is tenminste wat ik tegen mijn vrienden zeg, maar hij heeft al een jaar geen foto’s gemaakt. Ik heb zijn rol overgenomen en ben de familiefotograaf geworden om zelf niet op de foto te hoeven staan.
Tussen de stoeptegels liggen resten confetti en serpentine, verdwaalde harde snoepjes in een struik. Waren de voortuinen afgelopen kerst al opgevuld met stenen?
Nummer elf. De ongeknipte struiken lijken op bomen. De jaloezieën zijn gesloten. Ik druk op de bel, maar er klinkt geen geluid. Uit mijn jaszak haal ik de zo vertrouwde sleutel. Zodra ik deze in het slot steek, gaat de deur al open.
‘Wat doe jij hier?’ klinkt er vanuit de deuropening.
‘Hoi mam. Ook leuk om jou weer te zien.’ Er zijn een paar pigmentvlekken op haar wang bij gekomen sinds mijn vader niet meer thuis woont.
‘Waarom heb je niet even gebeld? De vaste lijn doet het gewoon nog.’ Als vanouds pakt ze ongevraagd mijn tassen over.
‘Ik wilde je verrassen.’
‘Dat is gelukt.’ Ze lacht met kraaienpootjes en haar stem klinkt een octaaf hoger. ‘Als je had gezegd dat je zou komen, had ik pompoensoep voor je gemaakt en wat opgeruimd.’
‘Ik heb al geluncht op het station en weet toch hoe het er thuis uitziet.’
‘Ben je ziek? Je ziet wat bleekjes. Anders moet je even op de bank gaan liggen.’ Ze legt haar hand op mijn voorhoofd. ‘Je bent toch niet zwanger?’ Ze heeft de gewoonte om niet mét, maar tégen me te praten en trekt graag gauw conclusies om dingen als eerste te weten.
‘Er is niks aan de hand. Ik mag je toch wel spontaan opzoeken?’
‘Ja, tuurlijk. Maar bel de volgende keer even van tevoren. Misschien was ik niet thuis en dan hadden we elkaar net gemist. Wil je chocomel?’ Ik knik en zeg maar niet dat ik vegan ben geworden.
‘Hoelang blijf je? Dan kan ik rekening houden met de boodschappen. Ik moet ook nog op bezoek bij je vader. Hij heeft naar je gevraagd.’ Gauw probeer ik langs haar naar binnen te lopen, de woonkamer te bereiken voor wat ademruimte.
‘Welkom thuis, lieverd.’
Ik blijf niet. Dat wil ik tegen haar zeggen, maar het lukt niet.
Hier in huis blijft het wintertijd
Het licht van de lantaarnpaal schijnt tussen de lamellen door naar binnen, waardoor op de vloer een patroon van treinrails ontstaat. Ik loop automatisch richting de tuindeur om die dicht te doen, zodat de sigarettengeur van mijn vader niet naar binnen zou waaien. Halverwege in de keuken bedenk ik me en zet ik de waterkoker aan. De koekoeksklok aan de muur geeft tien over vijf aan, terwijl op mijn mobiel de cijfers ‘18:11’ oplichten. Mijn vader mocht als enige grootmoeders klok opwinden en verzette de tijd elk halfjaar handmatig met een sleutel. Je kunt hun vingerafdrukken nog zien tussen de opwindsporen. Hier in huis blijft het wintertijd. Ik zou ook niet weten waar die opwindsleutel is gebleven. Misschien zit die nog steeds in zijn broekzak. Het knopje van de waterkoker springt omhoog.
‘Wil je ook thee, mam?’ Zonder haar antwoord vanaf de bank af te wachten spoel ik twee mokken af en leg ik er twee Twinings-theezakjes naast. Mijn moeder is een echte theesnob – Pickwick komt haar huis niet in.
In mijn gedachten was het huis minder stoffig en ruimer. Het aantal spullen heeft zich verviervoudigd, om de ontstane leegte op te vullen. Het speelgoed in de woonkamer geeft de indruk dat hier een gezin met kleine kinderen woont. Er liggen spellen tussen die ik niet herken.
Mijn moeder doet aan shoptherapie. Vroeger liet mijn vader haar maar haar gang gaan, alleen bracht hij binnen 30 dagen de helft van de spullen terug. Ze merkte het meestal niet eens.
![]()
Mijn maag maakt buitenaardse geluiden. Wanneer ik de koelkast openmaak, tuimelt een blok blauwaderkaas me tegemoet. Gauw sluit ik de deur en kijk in de la van de diepvries.
Boodschappen zeggen veel over iemand. Mijn moeder kookt nog steeds maaltijden voor vier personen. Ze eet niet elke dag hetzelfde zoals een student, maar vriest de rest in – wachtend tot iemand thuiskomt om samen mee te eten. In de garage staan momenteel drie vriezers, ze is bijna toe aan een vierde.
Mijn boodschappen zijn normaal gesproken studentikoos. Alles wat niet klaar is binnen de tijd dat een pizza kan worden opgewarmd, is gewoon niet de moeite waard. Mijn vader kookte vroeger altijd, maar heeft me alleen geleerd hoe ik pannenkoeken in de lucht moet gooien. ‘Goed voor ontbijt, lunch en diner,’ zou hij dan zeggen.
Ik warm twee bevroren maaltijden in de magnetron op. De een ziet er ontdooid uit als een tortilla met aardappelen en de andere als paella zonder kip. Ik verdeel het eten over de twee borden en draag ze naar de bank.
Editie nl staat op. Er worden beelden getoond van de Catalaanse vlag. Een rode balk verschijnt in beeld met in witte letters: ‘RUIM 400.000 BETOGERS LOPEN MEE MET MARS VOOR ONAFHANKELIJKHEID CATALONIË’. Mijn moeder zapt weg naar Comedy Central waar het reclameblok bezig is. Het is maar goed dat mijn Catalaanse vader dat niet heeft gezien.
Mijn moeder valt al voor het toetje in slaap. Ik trek het halfvolle theeglas voorzichtig uit haar hand voordat het omkiept. De vlekken op de bank vallen op hun plek.
Onderweg naar boven kraken de treden onder mijn gewicht als oude botten. Bovenaan de trap luister ik of ik haar gesnurk nog hoor. Ik voel me net weer een puber die na de avondklok naar haar kamer sluipt.
Ik weet niet wat ik had verwacht. Waarschijnlijk dat mijn slaapkamer was omgetoverd tot een naai- of fitnesskamer. Het lijkt alsof ik nooit ben weggeweest. Uitgescheurde posters van de band Ch!pz hangen met plakband op de deur en Takkie waakt over mijn One Direction-dekbed.
Tijdens de pauzes heb ik voor het eerst het idee dat ze naar me luistert
Het bureau – een wiebelende houten tafel die mijn vader als tiener zelf in elkaar heeft getimmerd – is geen centimeter verschoven. Urenlang heb ik daaraan gestudeerd voor proefwerkweken en tentamens met de stem van Harry Styles op de achtergrond. Mijn moeder bracht dan een kop Twinings naar boven met een scheut melk. Na elf minuten haalde ze dan het zakje eruit. Meestal liet ik het onaangeroerd staan. De theekringen zijn zichtbaar en getuigen van de verstreken jaren.
Ik strek me uit op mijn bed en haal eronder blindelings mijn eerste babyblauwe Rabbit-vibrator vandaan: Minoes. Teder veeg ik er met mijn vingers de dode huidschilfers af. Ik druk op de aan-uitknop voor wat afleiding, maar de trillingen blijven uit. De oplaadkabel moet hier ergens liggen. Ik vind die in de kast naast de oplader van mijn dode Blackberry. Na wat knopen uit elkaar halen, probeer ik het met het kabeltje erin opnieuw. Geduld is niet mijn sterkste kant.
Mijn kleren liggen in een hoop op de grond. In mijn achterhoofd hoor ik mijn moeders stem al: ‘Lieverd, hoeveel moeite is het om je kleren in de wasmand te gooien?’ Zucht.
Ik draai Takkie om. Zijn afkeurende blik kan ik nu niet gebruiken.
Minoes spint. Het bloemetjesdekbed houdt het meeste geluid tegen. Ik streel een moedervlek die lijkt op een derde tepel. Mijn tanden doorboren mijn bovenarm om het gehijg te smoren. Hopelijk heeft mijn moeder het matras vervangen, nadat mijn vader hierheen was gevlucht voor de onzichtbare stofdeeltjes. Ik durf niet onder het hoeslaken te kijken of de bloedvlekken van mijn eerste menstruatie er nog op zitten.
De luchtdruk wordt hoger. Mijn lichaam reageert op het stijgende geluid. Ik schuif mijn bovenbenen tegen elkaar om de trillingen te vertragen. Prrr… Nadat mijn ademhaling versnelt, hoor ik het gepiep van een deur. Of is het mijn bedframe? Ik klik op de aan-uitknop. De verwarmingsbuizen zetten uit, net als mijn borstkas. Ik hoor een druppende kraan. Heb ik die niet goed dichtgedaan? Met een scherpe nagel teken ik uit frustratie op mijn huid.
Buiten adem wacht ik op het matras tot de tandafdrukken op mijn arm grotendeels verdwenen zijn. De flanellen stof van mijn pyjama plakt aan mijn huid. Het bovenste knoopje knoop ik kuis dicht.
![]()
De woonkamerdeur staat open, wanneer ik beneden kom. Zou mijn moeder het aan me ruiken? Subtiel steek ik een Rituals-geurkaars aan. Mijn moeder heeft RTL BOULEVARD opgenomen, maar ze weet niet dat de reclames doorgespoeld kunnen worden. Dat zeg ik niet, want tijdens de pauzes heb ik voor het eerst het idee dat ze naar me luistert. Het volume zet ik zachter. ‘Mam, ik moet je iets vertellen over mijn werk…’
‘Wanneer heb je je vader eigenlijk voor het laatst gezien?’ Zij gaat elke dag bij hem op bezoek in het ziekenhuis.
‘Wat heeft dat in hemelsnaam met mijn werk te maken?’ Ik neem een slok van de te hete thee. Mijn moeder heeft altijd al een goed gevoel voor timing gehad.
‘Hij wil je graag zien,’ zegt ze.
De laatste keer dat ik hem zag rook hij naar ongewassen bejaarde man met te veel Axe op om het te maskeren. Hij kon toen alleen Catalaanse woorden fluisteren en zijn wijsvinger buigen om aan te geven wanneer hij naar buiten wilde om te roken.
‘Het is alweer een halfjaar geleden. Je miste zelfs carnaval. In de tussentijd is hij achteruitgegaan.’ Ze wrijft in haar ogen en strekt zich uit. ‘Een kaartje was fijn geweest.’
RTL Boulevard begint weer. De stem van Bridget Maasland klinkt door de speakers. Ik zet haar op pauze. ‘Ik ben er nu toch?’
‘Met je hoofd zit je nog in Amsterdam.’
‘Jij weet niet wat ik denk.’ VERWARD PERSOON LANGS HET SPOOR.
‘Nee, nooit geweten.’
Ik pak de afstandsbediening en druk op play. Luuk Ikink klinkt extra hard. Twee onbekende BN’ers zijn uit elkaar. We zuchten vanaf de bank synchroon.
Elisa Ros Villarte heeft de dubbele achternaam van haar Catalaanse vader geërfd. Haar werk verscheen o.a. op Vuurland en Notulen van het Onzichtbare. In groep 8 heeft ze de schoolmusical geschreven, Er was eens… Ze is bureauredacteur bij uitgeverij Luitingh-Sijthoff en studeert aan de Schrijversvakschool.
Marijke Klamer is een beeldend kunstenaar uit Groningen. Ze werkt op het moment aan een serie potloodtekeningen over dieren in hun omgeving. Daarnaast werkt ze met keramiek, textiel en verf.


















