Vier studievriendinnen delen een voorliefde voor gokken. Op een avond tarten ze het lot door een oude dramaturgische wet op de proef te stellen.
De eerste minuten kijken de vier vrouwen naar de revolver op de terrastafel, dan wil Valerie hem vasthouden. Carmen loopt door de tuin, luistert of de buren buiten zitten en Angeline vraagt: ‘Maar hoe kóm je eraan?’
Ava haalt haar schouders op. ‘Gewoon, online.’
Een straaltje zweet loopt over haar rug. Er is al drie weken een hittegolf gaande, de langste sinds de jaren zeventig, hoorde ze een nieuwslezer zeggen. Het is wachten op onweer. Vanavond moet het losbarsten.
‘Via het dark web natuurlijk.’ Valerie weegt het wapen in haar hand alsof ze er dagelijks een vasthoudt. ‘Licht dingetje. Is dit zo’n handtasmodel?’
‘Een handtasmodel?’ Ava’s stem is hoger dan normaal. Ze kan er niets aan doen: wanneer ze Carmen, Angeline of Valerie ziet, gaat haar stem automatisch omhoog. Net als vroeger, toen ze na colleges koffie en wijn dronken en eerder gilden dan praatten.
‘Voor vrouwen die zich ’s avonds onveilig voelen. Heb je hem in je nachtkastje liggen?’
‘Nee. Ik bewaar hem in de keuken, naast de pannenlappen.’ Ze moeten alle vier lachen om dat beeld.
‘Geef eens.’ Carmen pakt het wapen voorzichtig over, gaat langzaam met haar vingers langs de trekker. ‘Dit is echt zo’n filmmodel. Smith & Wesson. Een cowboyding. Robin wilde er zo een voor zijn verjaardag, toen moest Denny natuurlijk ook.’
‘God, ik weet niet hoe je het doet,’ zegt Valerie. ‘Ik zou nergens zijn zonder nanny.’
Ava glimlacht. Dezelfde gesprekken als altijd, maar nu met versnelde hartslag, op scherp gestelde zintuigen en een revolver waar geen van hen haar ogen vanaf kan houden. Het is het wapen zelf dat perverteert, je uitnodigt om ernaar te kijken, ermee te spelen.
‘Wil je dat ding echt gebruiken?’ Angeline fronst.
Ze had verwacht dat er wel iemand zou tegensputteren.
‘Als er een wapen op tafel ligt, moet het ook afgaan,’ zegt Ava. ‘Weet je nog? Introductie tot theaterwetenschap. Dat is zo’n beetje het enige wat ik me herinner van onze studie.’
Carmen legt de revolver weer neer. Alle drie de vrouwen kijken naar Ava. Ze haalt de kogel uit het voorste vakje van haar tas.
‘Jezus,’ zegt Angeline.
‘Er zijn zes kamers,’ zegt Ava. ‘Een kans van één op zes.’
‘Het betere gokken,’ zegt Valerie.
De revolver glimt op tafel. Carmen lacht, een zenuwlachje.
Het is een gewoonte die nog uit hun studententijd stamt, en waarschijnlijk de reden dat ze het zo lang met elkaar hebben uitgehouden: spelletjesavonden. Vroeger alleen drankspellen, daarna ook hartenjagen, toepen en pesten, Risk of Monopoly. Ze hadden weinig regels: twee keer per jaar maak je een avond vrij, je speelt niet vals, je weigert geen spellen. Op hun beste avonden leek het alsof zij samen een ander universum konden creëren. Alleen het spel bestond. Ze deelden een liefde voor die andere wereld – een wereld van winnen of verliezen. Simpeler, duidelijker en harder dan de rest van hun leven was. Het was doen alsof, maar dan gemeend.
Een paar maanden geleden gingen ze naar een casino. Daar kwam Ava op het idee. Ze had verwacht dat er wel iemand zou tegensputteren toen ze lispelend over Russisch roulette begon, maar de anderen hadden haar suggestie meteen serieus genomen. Niemand protesteerde.
Toen ze het bestelde pakket openmaakte, kon ze zich niet voorstellen dat dit écht was. Wie verstuurde een illegaal wapen zo netjes, glimmend, half opgerold in krantenpapier? Maar het wapen was echt. Ze had niet anders verwacht, maar het verbaasde haar toch - zoals het haar verbaasde dat ze roulette had voorgesteld, het haar verbaasde dat ze het wapen meenam, op tafel legde, en dat nog steeds niemand spelbreker wilde zijn.
Ze zullen eerst pokeren. Daarna volgt het Russian roulette: de verliezer moet de kamers een draai geven, en vervolgens de revolver op zichzelf richten.
‘Wat als ik echt niet wil?’ Angeline tikt met haar handen op tafel. Ze zijn even stil.
‘Dan moet je niet verliezen,’ zegt Valerie.
Ava wacht tot iemand zegt dat dit een belachelijk idee is.
Ze lachen weer, harder dan misschien nodig is.
‘We kunnen ook de winnaar laten schieten,’ zegt Ava.
‘Op een ander?’ Angeline schudt haar hoofd. ‘Dat vind ik nogal cru.’
‘Misschien geen ander mens,’ zegt Ava. Ze kijkt naar het konijnenhok dat in de hoek van de tuin staat.
Carmen lacht weer. ‘Wat zullen de jongens zeggen als hun konijn wordt neergeschoten?’
Ze zijn stil. Ava wacht tot iemand zegt dat dit een belachelijk idee is, dat ze dit toch niet écht kan menen, dat ze dat ding nu weg moet doen en hier nooit meer over mag beginnen.
Valerie pakt een stapel kaarten en schudt. ‘Het eerste potje schiet de winnaar, het tweede de verliezer. Daar gaan we.’
Ze spelen met meer concentratie dan ze in jaren hebben gedaan. Ava merkt dat ze, voor het eerst in maanden, nergens anders mee bezig is dan met het spel. Ze is niet de enige: een zweetdruppel loopt langs Valerie’s voorhoofd. Voor het eerst is de spelletjesavond geen tijdverdrijf meer, geen spek en bonen. De inzet is menens.
De ingezette chips liggen naast de revolver. De eerste ronde schuift Ava ze nog voorzichtig naar voren, daarna raakt ze af en toe het wapen even aan, om zichzelf ervan te overtuigen dat het er echt ligt. Ze speelt minder roekeloos dan ze normaal zou doen, en ineens kan ze Valerie’s tranende oog niet meer interpreteren als bluf – misschien is het gewoon de spanning.
Ze doen lang over het potje, maar uiteindelijk verliest Carmen. Valerie wint.
Ava’s handen trillen wanneer ze de kogel in het wapen stopt. Het draaien van de kamers gaat soepeler dan ze dacht: ze hoeft maar een klein tikje te geven en alles roteert. ‘Je moet de beveiliging er nog wel afhalen.’
Valerie knikt en knijpt een oog dicht terwijl ze de revolver naar het konijnenhok richt. Ava voelt hoe ze zich aanspant, verkrampt, hoe de anderen dat ook doen. Ergens in de verte klinkt gerommel.
'Is dit niet het beste wat je in jaren hebt gedaan?'
Valerie ademt diep in, gaat staan, richt nogmaals, haalt de trekker over. Een doffe plof, maar geen knal.
‘Oh god.’ Ze ploft weer terug in de stoel, ademt hoorbaar in en uit.
Carmen is wit weggetrokken.
‘Een kans van een op zes,’ zegt Valerie, terwijl ze het zweet van haar voorhoofd veegt. ‘Gekkenwerk, dit.’
‘Laten we er dan nu mee stoppen.’ Angeline schuift haar stoel naar achteren. ‘We hebben gespeeld.’
‘Ja, maar is dit niet het beste wat je in jaren hebt gedaan?’ Ava’s huid tintelt, alles prikt en trilt, zo geladen als het wapen. ‘Kom op.’
‘Het is het niet waard.’
‘Het is echt,’ zegt Ava. ‘Dat voel jij ook. Er staat iets op het spel.’
Angeline fronst, maar blijft zitten terwijl Ava de kaarten schudt en deelt.
Het volgende potje besluit Ava agressiever te spelen, maar het lukt niet. Ze bluft zonder overtuigingskracht, ze heeft alleen maar slechte kaarten en zelfs met goede kaarten wint ze niet. Haar handen trillen en zijn koud. Ineens staat ze zo ver achter dat het bijna onmogelijk wordt om het spel in te halen. Ze verliest vrijwel nooit, in ieder geval niet op zo’n drastische manier. Het lijkt in haar kaarten te zitten.
In feite heeft Ava de avond ook nooit anders zien eindigen: het moest altijd al aflopen met een koude loop tegen haar schedel, een bij voorbaat verloren spel.
Het zou zwaarder moeten voelen, een wapen op jezelf richten.
Wanneer de laatste kaarten op tafel zijn gelegd, wordt het stil. Het gerommel in de verte is inmiddels toegenomen, over een half uur zal de bui over de tuin losbarsten en moeten ze naar binnen rennen. Nu blijven ze onbeweeglijk zitten.
Carmen schraapt haar keel. ‘Ik wil geen spelbreker zijn, maar -‘
Voor ze haar zin kan afmaken pakt Ava de revolver. Een draai aan de kamer, simpel, beveiliging eraf, simpel. Ze zet de loop tegen haar slaap, het staal is koud, ze heeft het koud. De revolver is inderdaad licht. Het zou zwaarder moeten voelen, een wapen op jezelf richten.
Angeline staat ineens op, loopt weg. Valerie slaat haar armen over elkaar, Carmen kijkt Ava met grote ogen aan. Ava sluit haar ogen en kan zichzelf van bovenaf zien: vier vrouwen in een tuin, glazen wijn en nootjes op tafel. Een gezellige scène, huiselijk, behalve dan dat wapen.
Haar vinger rust op de trekker.
Checkhov’s gun, zo heet hij: de wet die dicteert dat een geladen pistool af moet gaan. Altijd weer die Russen.