Het moment waarop ik me realiseerde dat ik geen zin meer had om A. te zien, was nadat we voor de vierde keer met elkaar hadden afgesproken. Ergens in mijn achterhoofd zweefde nog een quote die ik ooit ergens had gelezen of gehoord: ‘een vijfde date bestaat niet, dan ben je gewoon met elkaar ‘aan het daten’.’ Niet dat ik me nu echt iets aan wilde trekken van de uitspraak van iemand van wie ik me niet eens meer de naam wist, maar zo gaat dat soms.
A. is een interessante man, maar hij lijdt aan een karaktertrek die ik inmiddels meermaals ben tegengekomen in mijn dateleven: hij praat veel over zichzelf. Een van de trucs die 32 jaar rondwandelen op aard me geleerd heeft: als je iemand op zijn/haar/diens gemak wil stellen, probeer dan aan te voelen waar iemand graag over praat en vraag ernaar. Dat doe ik vaak op eerste dates.
Dit heeft een keerzijde, namelijk als de tegenpartij (in mijn geval meestal mannen) die truc van vragen aan anderen stellen nog niet helemaal heeft opgepikt. Ik ben best een aanwezig iemand, heb regelmatig een mening en soms ook iets te vertellen, maar als iemand me geen vraag stelt over wie ik ben, wat me bezighoudt, hoe mijn dag was, wat ik aan het lezen ben, dan weet ik niet waar te beginnen. A. was niet de enige. Het moeilijkste is het bij mannen die ook oprecht interessante ideeën en levens hebben: lange tijd blijf ik geboeid luisteren, tot ik me raar voel. Soms komt er wel een vraag, iets als ‘Wat ga je morgen doen?’ en dan antwoord ik ‘Naar een concert met mijn huisgenoot’ en dan krijg ik als reactie ‘Oh leuk ik ga volgende week ook naar een concert’ en dan gaat de rest van de komende drie minuten over dat vast en zeker leuke concert waar mijn gesprekspartner naartoe gaat.
Nadat ik het zorgvuldig van tevoren offline geformuleerde berichtje verstuur, komt er helaas meteen een bericht terug.
Met lood in mijn schoenen schrijf ik een berichtje aan A.: dat ik geen zin meer heb om af te spreken, omdat ik me ‘niet echt verbonden voelde’ de laatste keer dat we elkaar zagen. Nadat ik het zorgvuldig van tevoren offline geformuleerde berichtje (zodat hij niet ziet dat ik heel lang ‘aan het typen…’ was) verstuur, komt er helaas meteen een bericht terug, met excuses voor zijn mentale staat afgelopen keer. Hij was moe, een jetlag, kunnen we praten?
Ik begin te twijfelen maar heb ook geen zin in een onderhandeling, dus leg de situatie aan mijn vrienden voor. L. en K. weten dat ik niet de meest introverte persoon op aarde ben en meestal best ruimte in kan nemen. Waarom doe ik het dan niet? Kies ik ze erop uit? Tot vriendin K. me erop wijst dat zij het buiten de spreekkamer van haar therapeut helemaal niet leuk zou vinden om twee uur alleen maar over zichzelf te praten. En dat je je af kunt vragen voor iemand dat als een geslaagde avond zou beschouwen.
Ik schrijf aan A. eerlijk terug dat ik vond dat hij te veel over zichzelf praatte, hij stuurt terug dat dit niet de eerste keer is dat hij dat hoort en biedt zijn excuses aan, die ik aanvaard. Excuses van het type mens dat geleerd heeft ruimte in te nemen in een wereld die nu eenmaal meer ruimte aan hem biedt dan aan anderen, namelijk: een man. Voor de uitnodiging voor de vijfde date bedank ik nogmaals vriendelijk, en ik bespaar mezelf een avond praten over vermoeidheid en jetlags en verklaringen waarom A. zoveel over zichzelf praat.

Eva van den Boogaard is literatuurwetenschapper, docent en onderwijsinnovator bij St. Joost School of Art & Design en eindredacteur bij Hard//hoofd. Haar verborgen talent is slapen en haar minder verborgen talent twijfelen. Ze rent graag langs de Vecht, zingt met karaoke het liefst George Michael en droomt van een Heilige Birmaan als huisdier.

Eline Veldhuisen (1999) is illustrator. Inspiratie voor haar werk haalt ze uit haar directe omgeving, variërend van haar eigen gedachtes tot de verhalen van andere mensen. Met zo min mogelijk middelen brengt ze deze verhalen op een heldere manier in beeld.