Asset 14

I ❤️ SOFIETJE

Kort verhaal: I ❤️ SOFIETJE

Een jongen in een voetbalshirtje beklimt alle trappen van zijn flatgebouw om voor het meisje van zijn dromen een spandoek op te hangen met 'I ❤️ SOFIETJE'.

Het jochie in het voetbalshirtje rende met drie treden per tred de trap van het flatgebouw op; langs de verdieping van de brommerverzamelaar, langs de verdieping van de mevrouw die al die vieze mannen op bezoek kreeg, en hoppakee, langs de verdieping van die lange, magere pierlala die toen ze een keer belletje lelden een emmer water vanaf de galerij naar beneden gooide, zo plens over het hoofd van Sjakie, die toen in huilen was uitgebarsten – haha wat een mietje was die Sjakie toch eigenlijk, maar ook wel een fijne gozer, ze waren al heel lang vrienden.

Was hij al op de verdieping van Sofietje?

Nee, Sofietje woonde op elf of twaalf hoog of zo, op die verdieping met dat bankje, waar die oude vrouwtjes altijd op zaten te roken als het in de zomer lekker weer was.

Tsjongejonge, wat een mazzel had hij toch dat hij op zijn nieuwe school gewoon bij Sofietje in de klas was terechtgekomen. Ze hadden hem ook bij allemaal lelijkerds kunnen indelen, bij van die theeleuten zoals de vrouwen in dat domme tv-programma dat mama 's ochtends altijd keek. Maar nope, die fantastische God, met zijn gekke baard en zijn tulband en die dikke buik zoals dat Boeddhabeeld dat bij de Chinees stond, had het blijkbaar wel geinig gevonden om hem in contact te brengen met het liefste en mooiste engeltje dat Hij ooit had gemaakt. Thanks, God! Het jochie in het voetbalshirtje wist trouwens zeker dat Sofietje hem ook leuk vond, en lief, want toen hij haar had gevraagd om zijn veters te strikken had ze het meteen gedaan. Hij kon zelf natuurlijk ook wel zijn veters strikken, en waarschijnlijk wist zij dat ook wel, maar toch deed ze het, dus als dat geen teken van liefde was?

Bijna, nog maar een paar trappen.

Nee, het was hem allang duidelijk dat hij haar ideale man was, want als je haar vader zag, die lul-de-behanger, nou dan kwam je er toch wel achter dat ze iemand nodig had die haar kwam redden.

Waarom liepen al die volwassen tegenwoordig eigenlijk zo kut te doen? Waren het opeens allemaal lul-de-behangers geworden of zo?

Ja, zo moest je het jochie in het voetbalshirtje eigenlijk zien, hij was niet zomaar een of andere loser of zo, die een beetje lomp allemaal trappen oprende. Nee, eigenlijk was hij gewoon een prins op het witte paard, en het flatgebouw was het kasteel van de kwaadaardige tovenaar, a.k.a. de-lul-de-behanger die zich haar vader noemde, die Sofietje op de eerste dag van het schooljaar zo hard had geslagen dat haar wang helemaal rood was. Ach man, dat was zo erg, ze durfde die dag niet eens op de klassenfoto, en nu kon het jochie in het voetbalshirtje zijn Sofietje thuis niet eens even bekijken, want hij durfde haar ook al niet op Facebook toe te voegen. Maar echt, als ze het vriendschapsverzoek niet accepteert, dan zou dat echt super-gênant zijn.

Waarom liepen al die volwassen tegenwoordig eigenlijk zo kut te doen? Waren het opeens allemaal lul-de-behangers geworden of zo? Die nieuwe vriend van mama ook al, die had laatst gewoon de afstandsbediening naar het hoofd van het jochie in het voetbalshirtje gegooid, alleen maar omdat hij per ongeluk had gezegd wie er die aflevering zou worden weggestemd in Temptation Island. En dat terwijl de nieuwe vriend van mama zelf altijd de voetbaluitslagen verklapte, nog voor Studio Sport begon, omdat hij echt de hele dag teletekst had aanstaan, die vieze vuile verpester van alles dat leuk was op deze wereld. En trouwens: had hij geen telefoon of zo? Kwam hij soms uit het stenen tijdperk? Nou, de nieuwe vriend van mama had dus wel een telefoon, want het jochie in het voetbalshirtje had zelf gezien dat hij aan tafel tijdens het roken van shaggies naar plaatjes van mooie meisjes zat te koekeloeren.

Yes, nu was het jochie in het voetbalshirtje eindelijk op de verdieping van Sofietje. Tijd om aan de slag te gaan.

Shit hey, hij kon niet wachten tot ze vanmiddag thuiskwam van ballet en het spandoek met de tekst 'I ❤ SOFIETJE' aan het hek van de galerij zag hangen. Zonder twijfel zou ze naar hem toe rennen en hem in de armen vliegen en hem ontelbaar veel kusjes geven, op zijn wang en op zijn voorhoofd en op zijn neus. En iedereen in het flatgebouw en op school zou ze met z'n tweeën zien en ze echt het allerleukste stelletje van de hele wereld vinden, en de deelnemers van Temptation Island zouden spontaan stoppen met het programma, en zoals er nu gedichten en sprookjes bestonden over ridders en prinsessen zou er in het jaar 3000 een sprookje bestaan over het jochie in het voetbalshirtje en zijn lieve Sofietje. En de twee grootste lul-de-behangers van de wereld, a.ka. de vader van Sofietje en de nieuwe vriend van mama, zouden denken van: wow wow wow, echt cool hoe het jochie in het voetbalshirtje zo'n vet spandoek kan bedenken, hij is duidelijk een echte man, we hebben ons in hem vergist en nu willen we net als hij zijn.

Maar shit hey, die vent die verderop een beetje stond te gluren was helemaal geen pedo of zo, het was de vader van Sofietje. Hij kwam op het jochie in het voetbalshirtje af gerend, helemaal agressief, want hij was natuurlijk van nature een agressief figuur, die stomme kindermishandelaar, ze zouden de kindertelefoon moeten bellen. En het jochie in het voetbalshirtje was helemaal geen vogel of zo, niet zo'n coole adelaar als die op die poster die Ome Piet had meegenomen uit Amerika, maar toch gooide de vader van Sofietje hem zo hupsakee van de galerij naar beneden, en shit shit shit wat zou de nieuwe vriend van mama boos worden als hij straks te laat kwam voor het eten omdat hij naar het ziekenhuis of zo moest, maar ja, waarom zou hij zich daar druk om maken, hij viel van twaalf hoog naar beneden en vloog dat hele stuk door de lucht en zou Sofietje hem wel herkennen, als ze zijn levenloze lichaam straks op het veldje voor het flatgebouw zag liggen?

Vlak voordat het jochie in het voetbalshirtje de grond raakte zag hij voor zich dat Sofietje zich over hem heen boog en zijn levenloze lippen een lief kusje gaf.

Mail

Elko Born komt uit Londen, maar woont al een tijdje in Amsterdam. Hij was eerst journalist, nu schrijft hij korte verhalen voor literaire tijdschriften. Later wil hij geschiedenisleraar worden in een dorpje in Engeland.

Friso Blankevoort (a.k.a. Freshco) is een illustrator/designer die woont en werkt in Amsterdam. De skateboardcultuur heeft een grote invloed op zijn werk, dat ook beïnvloed wordt door de traditie van grafisch ontwerp in Nederland.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer