Asset 14

Koffie halen

Koffie halen

In de jungle van het kantoorwezen is koffie halen een gevaarlijke onderneming. Een kort verhaal van P. van Stingelande.

Maandagochtend, half negen ’s ochtends: de kantoortuin slaapt nog. Ik wrijf mijn winterrode handen over elkaar en zie tot mijn genoegen dat alle werkplekken rondom de mijne nog leeg en onverlicht zijn. Ik ga zitten in een bureaustoel en grijpt naar de verstelhendel onder de zitting. Ondertussen gluur ik over de leigrijze wanden van mijn cubicle naar de felverlichte gang die leidt naar de koffieautomaten. Ik heb zin in koffie maar durf die niet te halen. Waarom ben ik toch zo’n slapjanus? Echte mannen halen koffie, vermaan ik mezelf.

Ik zet mijn computer aan, trommel met mijn vingers op het bureau en spring dan op uit de bureaustoel. Ik loop de gang in, duw het overhemd terug in de broek en haal twintig cent uit mijn portemonnee.

Achterin de keuken staan naast het keukenblok twee koffieautomaten. Daartegenover is de wand gevuld met kluisjes waarvan de handvaten rood knipperen. De koffieautomaten staan verscholen achter een meute koffiedrinkende collega’s. De mannen kletsen met elkaar en sommigen lachen hard. Geschrokken loop ik de keuken voorbij en stap enkele meters verderop de wc’s binnen. Echte mannen halen koffie. Dat zinnetje herhaalt zich keer op keer in mijn hoofd.

Ik stop de twintig cent weg in een broekzak en loop een hokje in. Gezeten op de wc repeteer ik de handelingen van het koffie halen: een muntje inwerpen, de code voor koffie invoeren (144), en dan wachten tot de machine aangeeft dat de koffie klaar is.

Zo simpel zou koffie halen kunnen zijn. De kantoormens heeft echter een diepgewortelde neiging om ondertussen gesprekjes te voeren, over voetbal bijvoorbeeld, of over mountainbiken, of tennis. Maar ik heb een hekel aan voetbal, ik fiets liever over een fietspad, en nóg liever beweeg ik me helemaal niet, maar lig ik op een bank met een boek in mijn hand. En wat betreft tennis, daar kijk ik slechts naar, en dan ook nog enkel en alleen de vrouwelijke variant.

Mijn gesprekjes lopen dan ook regelmatig uit op pijnlijke stiltes. Ik plaats daarna noodgedwongen wel eens een opmerking over het te koude dan wel te warme weer. Dit levert echter nooit wat op, behalve een flinke dosis zelfverachting.

Ik spoel de wc door, was mijn handen en loop de gang weer op. Echte mannen halen koffie, schiet er wederom door mijn hoofd. Op de kruising van de gang naar de keuken zie ik dat het in de keuken nog steeds even druk is.

‘Goedemorgen!’ roept een van de collega’s me dan opeens toe, een naamloze man met een grote voorliefde voor rugby en Amerikaanse oldtimers. De begroetingen van andere collega’s vliegen me daarna om de oren. Nu is er geen ontsnappen meer aan. Ik trek mijn mondhoeken zo hoog mogelijk op en mompel ritmisch ‘morgen’ terug. Ondertussen worstel ik me door dit keurig geschoren en rijkelijk geparfumeerde mannenvolk heen. Ik weet de koffieautomaten te bereiken en typ 144 in.

Een wit bekertje valt in een houder en een miezerig straaltje oploskoffie begint te druppelen. In de reflectie van de twee manshoge machines zie ik mijzelf staan omringd door rood knipperende kluishendeltjes.

Naast me in de reflectie zie ik tot mijn schrik kantoorchef Rick Knoest verschijnen: een reusachtige man met basstem en oranje herenschoenen waarvan de punten zijn enorme buik voorbijstreven.

‘Fijn weekend gehad?’ zegt hij terwijl hij zijn koffiecode intypt.

‘Ik heb me ingelezen in m’n nieuwe project’, antwoord ik.

‘Bij het team van Ab Hamburger toch?’

‘Ja, ze werken er met heel interessante technieken zoals…’

‘Jongen toch, geen technieken graag’, onderbreekt Rick Knoest me onmiddellijk. ‘Daar weet ik niets van en dat hou ik ook graag zo.’
Een pijnlijke stilte hangt nu als het zwaard van Damocles boven mijn hoofd.

‘Wel lekker weertje van het weekend’, hoor ik mezelf in paniek eruit flappen. Rick Knoest haalt daarna zijn mobiel uit zijn broekzak en begint met een duim over het scherm te vegen.

Uw product is klaar, meldt het display van mijn koffieautomaat. Ik gris het bekertje uit de machine en wens Rick Knoest onhoorbaar een fijne dag toe, om daarna met het angstzweet in mijn handen weg te vluchten naar mijn cubicle.

Mail

P. van Stingelande is kameleon en letterzetter. Hij slijt zijn dagen met het optekenen van alledaagse avonturen en treurige observaties. Hij hoopt ooit een kat te hebben.

Rosanne van Leusden is illustrator, wonend en werkend in Amsterdam.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer