Asset 14

Kijken in de spiegel van de Gendermonologen

Kijken in de spiegel van de Gendermonologen

Wie zie jij als je in de spiegel kijkt? Voldoe je aan het beeld van 'de gemiddelde mens', of niet? Tom Kniesmeijer vraagt zich af waarom afwijken van het gemiddelde zoveel weerzin oproept en of hét gemiddelde wel bestaat. 'Precies op het gemiddelde past niemand'.

Ik sluit mijn ogen en ben terug in de Leidsestraat. Wanneer was het precies, dat ik daar in elkaar getrapt werd? 1981? Of 1982? Echt vergeten ben ik het niet, het hangt ergens achteraan mijn geheugenrek, ingedroogd, het drama al snel uit het voorval gesijpeld. In de jaren tachtig was het misschien geen dagelijkse kost, maar zeker niet ongewoon, om als homo op straat uitgescholden en geschopt te worden. Een kwestie van schrikken, weglachen en door. Dat de herinnering veertig jaar later alsnog naar boven komt, is een gevolg van de theatervoorstelling Gendermonologen van Raymi Sambo Maakt. Vijf jonge spelers tonen daarin wat het betekent om niet in het binaire genderplaatje te vallen. Het is een deels vrolijke, deels informatieve en vooral onrustbarende voorstelling. Kunst is krachtig wanneer het een spiegel vormt.
Mijn herinneringen komen los tijdens de scène waarin Joëlle Toeange vertelt over de aanval die zíj́ kreeg te verduren op straat: er was de pijn, er was het gebrek aan reactie – niemand hielp. En na afloop was het wachten op de impertinente vragen en de impliciete beschuldiging: je wordt toch niet zómaar in elkaar geslagen? Herkenning. Ik keek naar Toeange en wilde haar ter plekke een dikke knuffel geven. Een prinses, noemde ze zichzelf. Wie sloeg er nou een prinses die zo straalde als zij?
Iemand die het stralen van een ander niet verdraagt.

Begin jaren tachtig speelde ik zelf in een toneelstuk. Op een podium staan beviel me goed. Nadat we ons succes hadden gevierd aan de bar, begaf ik me uitgelaten naar de nachtbus. Misschien viel dat de drie skinheads op. Ze schoffelden me onderuit en toen ik begon te schelden hadden ze hun slachtoffer gevonden. Uitgelaten geluk is niet iets wat men minderheden zomaar gunt. En het uitkafferen was een luxe die witte heterojongens exclusief voor zichzelf reserveerden. Ik incasseerde de schoppen, stond op en wankelde verder. De details van de busrit naar huis kan ik nog heel precies terughalen: de opluchting dat de buschauffeur me binnenliet, de lege stoelen om me heen. Bloed deppend probeerde ik de blikken vol weerzin van me af te duwen. De dagen erna bleek hoe gemakkelijk medeleven een beschuldigend randje krijgt. Na een ‘jeetje, zeg’ en een korte stilte volgden al snel ‘wat had je aan, dan?’ of ‘was je soms aan het flirten?’
‘Zag je er al te gelukkig uit?’ Dat was de betere vraag geweest, besef ik na de monoloog van Toeange. Het daderprofiel wijzigde zich met de jaren, de aanleiding is dezelfde gebleven: hoe durf jij, minderheid van dienst, mij met geheven hoofd voorbij te lopen, te stralen – en te denken dat je daarmee wegkomt. Het zijn bij het geweld niet eens de klappen die de meeste pijn doen. Het is de beklemdheid, de zelfschurende angst die je kan overvallen, zodra je als minderheid, zichtbaar jezelf, de openbare ruimte betreedt. De wetenschap dat niet je gedrag, maar het simpele feit van je bestaan willekeurige passanten tot razernij kan brengen.
Dat mij als slachtoffer van geweld gevraagd werd of ik misschien liep te flirten zegt iets. Was het geweld terecht, of ietwat afgezwakt, logisch als ik had lopen flirten? Prangender is de vraag waarom er veertig jaar later nog steeds minderheden worden aangevallen, louter omdat ze zich niet verbergen. Niet iedere agressor schopt of slaat. Wel zie ik steeds vaker berichten op sociale media langskomen: ‘jullie [minderheden] hoeven je levensstijl niet zo nadrukkelijk in mijn gezicht te wrijven.’
Toeange en ik werden aangevallen, niet ‘zomaar’ en niet om iets waar we wat aan konden doen, maar omdat we opvielen. Wij – van alle letters van het LHBTIQ+ alfabet hoor je dat ze vaker weerstand ontmoeten – krijgen klappen omdat zij zich ongemakkelijk voelen. Een afwijking van het gemiddelde maakt veel mensen onzeker.

De weerzin tegen alles wat woke is, staat voor de wens om álles wat ‘afwijkt’ te bannen, om de eigen weerzin tot wet te promoveren

Precies op het gemiddelde past niemand. Er is altijd een detail uit je karakter en keuzes dat erbuiten valt – de geur van rookworst staat je tegen, of je kan de tekst van Engelbewaarder niet meebrullen. Volkomen normaal doen is niet te volbrengen voor een individu. We zijn ongemiddelde mensen. Juist daarom heeft het gemiddelde zo’n aantrekkingskracht, vermoed ik. Het is de kaarsvlam waar de mensheid omheen fladdert. Is het daarom dat mensen zo ongemakkelijk worden van minderheden die hun vlam van binnen hebben branden – en daarom in de openbare ruimte lopen te stralen? Dat ze afwijken is al vreselijk, wanneer ze niet eens meer moeite lijken te doen om bij het gemiddelde te blijven, roept hun aanwezigheid een primaire agressie op: ‘Uitslovers!’
Ik durf de stelling aan dat een groot deel van Nederland tegenwoordig zo onzeker is over de eigen identiteit, dat de norm voor wat getolereerd wordt bij anderen alsmaar nauwer wordt getrokken. En het leidt geen twijfel dat de vuurlinie ligt bij gender identiteit. Er worden in Nederland op schooltoiletten – naar mijn weten – nog geen kinderen zodanig in elkaar geslagen dat ze de volgende dag tot zelfdoding overgaan, zoals de non-binaire Nex Benedict, in Oklahoma. Geen Nederlands kamerlid zou durven herhalen wat de senator van de Amerikaanse staat in een reactie stelde: ‘We zullen er alles aan doen om dit soort viezigheid buiten onze Republikeinse staat te houden.’ Daarbij gold Nex als de viezigheid, niet hun aanvallers.

Ik schrik ervan, als ik die laatste regel opschrijf. Het zorgt voor een misselijk gevoel in mijn buik. Precies het gevoel dat ik herken van bedreigende situaties op straat. Ook in Nederland draait de wind, ik voel de kilte in mijn botten. Ook hier kweekt een conservatieve beweging onrust, bijvoorbeeld over seksuele voorlichting waarin diversiteit centraal staat en sturen rechtse politici aan op intrekking van wetgeving die het leven voor trans en non-binaire personen verbetert. Het verontrustende is dat de onrust georganiseerd is, dat er een plan achter zit. De weerzin tegen alles wat woke is, staat voor de wens om álles wat ‘afwijkt’ te bannen, om de eigen weerzin tot wet te promoveren. Om de macht van het grote gelijke te kunnen vestigen: omdat ik onzeker ben, moet jij als mij zijn. En anders moet je maar dood.

Terug naar de Gendermonologen. ‘Welkom in onze safe space, vrij van vooroordelen en kritiek.’ Zo begint acteur Sjoerd Eltink de avond. Die belooft ons participatietheater. ‘Gelukkig zitten we veilig middenin,’ fluister ik tegen mijn vriend. Zie ons daar zitten in de zaal, ongemakkelijke toeschouwers. Terwijl wij strak vooruit kijken – geen opening bieden – loopt Eltink met de microfoon naar een man aan de rand van de zaal. ‘Hoe was het, jouw eerste keer seks?’, vraagt die vrolijk aan de man. Er volgen meer vragen en mijn ongemak groeit. De vragen zijn al te vrijpostig: ‘Oraal, genitaal, of met de hand?’ Even later worden we opgeroepen luid mee te zingen met een vaginalied. Dat wil ik niet. De spelers dringen aan.

Alsof ik in een korset gehesen werd, hun vragen de rijgdraden die me langzaam de adem benamen

Het gevoel van langzame, maar onontkoombare dwang. Waar doet het me aan denken? Ineens weet ik het. Aan de avonden in mijn jeugd waarop ik zo onzichtbaar mogelijk door de ruimte probeerde te bewegen om vragen van tantes, vrienden en onbekenden te mijden. De gesprekken over zaken waar ik niets mee had of wilde hebben: voetbal, vrouwen en voertuigen: ‘Vertel, heb jij al een meisje, Tom?’ Er lag een nadrukkelijke verwachting van vanzelfsprekendheid in hun vraagstelling. Als ze schrokken van mijn antwoord, dan lag de schuld bij mij: ik deed niet leuk mee. Die beklemming: alsof ik in een korset gehesen werd, hun vragen de rijgdraden die me langzaam de adem benamen.
Jezus, wat slim. Wat een vondst. Het ongemak waar de spelers zelf dagelijks tegenaan lopen, wordt feilloos en trefzeker gespiegeld. Ze schuiven het de zaal in, waar het thuishoort. Het is júllie ongemak, hier heb je het terug. Niet wij moeten er iets mee, maar jullie. Wij zijn. Wen er maar aan.

De Gendermonologen zijn een belangrijke culturele en maatschappelijke aanjager. In de veilige setting van het theater duwen ze tegen het maatschappelijk ongemak rondom gender identiteit. Ze nemen het publiek mee in een viering van diversiteit en een lofzang op de ongemiddelde mens die we stuk voor stuk zijn. Elke afwijking is een spiegel, die duidelijk maakt dat niemand normaal is. Niet de afwijking is het probleem, maar de angst ervoor. Alleen erkenning en gewenning helpen tegen het ongemak. Stijg boven je ongemak uit, vragen de spelers ons. Jij mag zo grijs zijn als je wilt. En om je heen zullen altijd mensen rondfladderen die een fellere kleur hebben, die van kleur wisselen of meerdere kleuren in zich dragen. Hun bestaan is alleen ongemakkelijk voor je wanneer je je eigen eigenaardigheden al spannend vindt. Dat is een probleem dat je zelf mag oplossen. Jij hoeft jouw ongemak niet zo nadrukkelijk in ons gezicht te wrijven.
Het is normaal om mensen ruimte te geven en net zo normaal om een grens aan te geven. Dat neem ik me voor, na het bezoek aan deze indringende voorstelling. Er ligt een grens tussen humor en minachting en ik kan me actief uitspreken wanneer die overschreden wordt. In dreigende situaties kan ik hulp aanbieden. Samen een stukje oplopen kan al enorm helpen. Over veertig jaar moet het echt uitgebannen zijn, dat straatgeweld tegen de meest gehate minderheid van het moment.

Mail

Tom Kniesmeijer is psycholoog en schrijft verhalen en essays. De kronkelingen van de tijdgeest én individuen die afwijken van de norm ontroeren hem. Twee korte verhalen werden gepubliceerd in tijdschrift Proefdruk en Hard//hoofd magazine plaatste zijn essay Vijftig jaar vrijheid van beweging, over discorevolutionair Tom Moulton. Welgemoed werkt hij aan de afronding van zijn eerste roman.

Hannes Schievink (Die/Hij/Haar) onderzoekt de bombastie van het platte beeld en werkt met een focus op religie, esoterica, en de menselijke ervaring. In diens illustraties staan spel, sfeer en plezier voorop.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Rocher Koendjbiharie ligt in zijn essay het probleem toe: 'Homonationalisme is niks meer dan de voorwaardelijke acceptatie van mensen uit de regenbooggemeenschap ten behoeve van een nationale identiteit en een nationalistische ideologie.' Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer 1

It takes an adult to raise a village: Halsema is streng, rechtvaardig, en een tikje autoritair in Zomergasten

De bedachtzame, maar mediagetrainde, Femke Halsema nam ons als Zomergast mee in de bestuurlijke (opvoed)dilemma’s uit haar werk. Als een klassiek ouderfiguur toont ze zich streng en rechtvaardig, maar mist ze óók zelfinzicht op sommige punten. Lees meer

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

‘Uğur Ümit Üngörs fragmenten zijn broodnodige kost voor een samenleving die consequent doet alsof wijdverbreid extreem (staats)geweld een ver-van-mijn-bedshow is.’ Terwijl Zomergast Üngör zichzelf kundig naar de achtergrond werkt, maakt hij duidelijk dat de zomer vele winters verstopt. Met opgewekte grimmigheid vraagt hij ons om ons zorgen te maken over het leed van anderen. Lees meer

Zomergasten met Eva Crutzen roept de vraag op of een mooi gesprek genoeg is of dat kijkers toch snakken naar goede televisie.

Zomergast Eva Crutzen zorgde voor een mooi gesprek, maar is dat genoeg?

Na de ideale televisieavond van Eva Crutzen vraagt Hanna Karalic zich af of een mooi gesprek genoeg is voor Zomergasten of dat kijkers toch snakken naar goede televisie. Lees meer

Mijn tweede kutland… 2

Mijn tweede kutland…

Toen Iskra de Vries vanuit Polen naar Nederland verhuisde, bleek dat zij niet van een koude kermis thuiskwam, maar naar een koude kermis vertrokken was. Iskra schrijft een verschroeiend eerlijke break-up brief aan het adres van ons kikkerlandje. Lees meer

Schroot voor de kunstkenner 1

Schroot voor de kunstkenner

Wat doet een beschilderd stuk schroot in het Stedelijk? Waarom ruikt het er opeens chemisch en zoet tegelijk? Het is het werk van Selma Selman, die opnieuw definieert wat kunst is en mag zijn. Ivana Kalaš is onder de indruk – en heroverweegt haar eigen positie. Zoetig en naar ijzer – dat aroma komt op... Lees meer

Zomers zwijgen

Volim nas: hoe de taal van de liefde mijn lichaam tot stilte maande

Wat als je vertrouwen in jezelf en je lichaam plotsklaps wordt aangetast door epileptische aanvallen? En tegelijkertijd je vertrouwen in de onvoorwaardelijke liefde van je oma ook op losse schroeven komt te staan? In een persoonlijk essay neemt Dorea Laan je in beeldende taal mee in deze zoektocht. Lees meer

:Meer dan Maria: het moederschap in de beeldende kunst 3

Meer dan Maria: het moederschap in de beeldende kunst

Wat betekent het om moeder te zijn? En wanneer ben je dan een ‘goede moeder’? Moederschap, en alle nuances daarrond, blijft onderbelicht. Anne Louïse van den Dool onderzoekt via de representatie van moeders in de beeldende kunst de vele kanten die horen bij moeder zijn. Lees meer

Als je écht kinderen wilt redden

Als je écht kinderen wilt redden

Shashitu Rahima Tarirga kwam 33 jaar geleden via interlandelijke adoptie naar Nederland vanuit Ethiopië. Na een reis naar Ethiopië maakt ze nu een afweging tussen haar leven hier en het gemiste leven daar. 'Weegt een westers paspoort op tegen het moeten omgaan met de trauma’s van scheiding en achterlating? Weegt een leven hier op tegen onbekendheid met je leven daar?' Lees meer

nuclear family

Queerkroost

In een briefwisseling over queer ouderschap zoeken Eke Krijnen en Lisanne Brouwer naar steun, herkenning en een houding om de maatschappelijke discriminatie buiten het gezinsleven te houden. Lees meer

Informatiehonger

Informatiehonger

We verslikken ons in data, maar blijven gulzig drinken. In dit essay onderzoekt Paola Verhaert hoe onze honger naar informatie — ooit gevoed door boeken, nu door eindeloze datastromen — ons hoofd én onze wereld begint te verzwelgen. Waar ligt de grens? En merken we het als we die overschrijden? Lees meer

:Naar een taal die consent fucking overbodig maakt: brieven over consent

Naar een taal die consent fucking overbodig maakt: brieven over consent

In haar laatste brief aan Alara buigt Yousra zich over taal: hoe taal seksueel geweld normaliseert en hoe taal inwerkt op onze erotische verbeelding. Geweldloze verhoudingen scheppen via taal is voor haar zowel een kwestie van nieuwe talen schrijven als oude of bestaande talen herinneren. Lees meer

Kind van lelijke huizen

Kind van lelijke huizen

Om haar heen ziet Anne Schepers dat de kinderen uit ‘mooie huizen’ die wél een financieel vangnet hebben eerder de stap naar freelancewerk kunnen maken. Ze staat voor de keuze: lijden voor de kunst of doen wat de maatschappij verantwoordelijk acht? Lees meer

:Een reeks foto’s: brieven over consent

Een reeks foto’s: brieven over consent

Voor Alara Adilow voelt het alsof er altijd hiaten overblijven na het schrijven van een antwoord op een brief, en ze vraagt zich af of ze daarom steeds midden in de nacht wakker wordt. Ze denkt na over hoe de zachte aanrakingen niet alleen voor haar lichaam helend kunnen zijn, maar ook voor onze gewelddadige maatschappij, waar pestgedrag en leedvermaak machtsgrepen zijn. Lees meer

:Hoe te dromen:  Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Hoe te dromen: Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Als Stella Kummer ’s ochtends wakker wordt, bespreekt ze in bed haar dromen met haar vriend. Terwijl ze aan hem vertelt wat er die nacht in haar droomwereld is omgegaan, denkt ze na over dromen over de wereld. Begint het veranderen van de wereld niet eigenlijk gewoon in bed? Lees meer

Auto Draft 8

Een transformatie van verlangen: brieven over consent

Wat als we consent en verlangen zélf als de voorwaarden van bevrijding en sociale rechtvaardigheid zien? Yousra Benfquih licht toe hoe genot-activisme ons niet alleen toelaat om ons tegen de dingen te verzetten, maar ook om te onderzoeken waar we naar verlangen. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer