Asset 14

Ik steel niet

Als psychiater in opleiding Bram in de behandelkamer een gevluchte jongen uit Sierra Leone voor zich krijgt, twijfelt hij. Kun je iemand helpen als je je nauwelijks in hem kunt verplaatsen? En waar liggen de grenzen van ons inlevingsvermogen?

Tegenover me zit een jongen uit Sierra Leone. Hij is even oud als ik, al is zijn uiterlijk niet conform zijn kalenderleeftijd. Ik moet hem beoordelen, ik moet hem helpen. Als zijn verhaal klopt, wat ik niet weet maar wat ik ook niet wil betwijfelen, heeft hij de organen van zijn overleden vader bij een of ander bizar tribaal inwijdingsritueel moeten koken en opeten en is hij vervolgens gevlucht en in handen van mensensmokkelaars terecht gekomen die hem als toyboy gebruikten voor blanke mannen met dikke buiken en stinkende penissen in een huis van wit baksteen, waarschijnlijk in België maar het zou ook in Nederland of Frankrijk geweest kunnen zijn.

‘Ik ruik nog hun geur.’ Hij kotst in de prullenbak. Hij huilt niet en zegt: ‘Ik huil nooit.’ Hij staart naar iets wat ik niet kan zien en ik heb zin in bier. Het lukt hem niet een hulpvraag te formuleren. ‘Ik weet niet wat ik moet. Alles heeft toch geen zin.’

Toen ik David Foster Wallace hoorde preken over hoe je zou moeten leven en hem hoorde zeggen dat je dat niet moest opvatten als een preek over hoe je zou moeten leven omdat hij zelf ook niet op die manier kon leven, was ik twintig. Niet veel later pleegde hij zelfmoord omdat hij inderdaad niet zo kon leven. Betekenisvol leven stond volgens Wallace onder andere gelijk aan je telkens proberen te verplaatsen in de ander.

's Avonds stoor ik me in het café aan iedereen die net als ik bier drinkt. Nog erger vind ik het dat ze lol hebben, terwijl ze het niet verdienen want ze hebben vandaag niet tegenover een Afrikaanse jongen gezeten die in de prullenbak kotste. Ik wil dat ze weggaan met hun dikke buiken. Naarmate ik meer drink gaat het in mijn hoofd steeds meer om muziek en liefde en seks. Ik sms een soort van vriendinnetje in de hoop op... Tsja, in de hoop op iets moois.

Ik wil wel helpen, maar ik wil er niet onder lijden. We schrijven een behandelplan, we geven de jongen antidepressiva. We geven de jongen het advies een vreemdelingenadvocaat in de arm te nemen en naar de kerk te gaan waar hij kan bidden en waar mensen zijn die geloven dat het goed is om mensen zoals hij onderdak te verlenen. Een brood, een bed en een bad. We geven de jongen slaappillen zodat hij kan slapen.

De jongen uit Sierra Leone heeft pech. Linkse partijen geloven meer in het bestaan van pech dan rechtse partijen. Daarom stem ik op linkse partijen. Maar heel veel meer dan dat weet ik ook niet. Als links het meer voor het zeggen zou hebben, stonden meer mensen zoals ik meer jongens zoals hij te woord. Als David Foster Wallace het meer voor het zeggen zou hebben gehad, had hij nog meer geschreven en zouden er misschien meer mensen zich in anderen verplaatsen.

Illustratie: Falco Verholen

De jongen uit Sierra Leone heeft wel eens wat gestolen en ook iemand vermoord. Daarvoor schaamt hij zich. Hij wilde er niet over praten. Hij gelooft in God. ‘Ik heb het toch al een keer verteld,’ zei hij verongelijkt. Tijdens de teamvergadering werd geopperd dat mindfulness wellicht iets voor hem zou zijn.

Ik heb een paspoort. De jongen is stateloos. Officieel bestaat hij niet en dat maakt het nog moeilijker me in hem te verplaatsen. Ik weet niet of het goed is dat hij antidepressiva krijgt. Ik weet niet of het goed is dat hij slaapt. Ik weet niet of het goed is dat hij een vreemdelingenadvocaat krijgt waarmee hij een procedure in gaat die jaren kan duren en waarbij hij van het asielzoekers-centrum naar de straat naar een kerklid naar het detentiecentrum naar bestemming onbekend verhuist. Er is een kans dat... Ja inderdaad, een kleine kans. Maar ook een risico op. Ik weet niet of het goed is dat hij zo’n leven heeft. Ik weet niet of het goed is dat hij leeft.

Vandaag had hij een verschoten bruingeel jasje aan. Het blauwe Nike-petje dat hij altijd op heeft, lag op tafel. Dikke zwarte wenkbrauwen en een donkere huid zonder baardgroei en met littekens. Hij rook naar tijgerbalsem omdat dat helpt tegen de hoofdpijn. Hij legt altijd alles te voet af in onze stad. ‘Dat geeft niet. Ik ben gewend te lopen.’ Zijn handen zijn verfijnd met lange, ranke vingers maar afgebeten nagels. Hij keek mij aan. Hij heeft zo’n glans op zijn ogen die mensen krijgen die nooit huilen.

Bij de koffiewinkel waar ik ’s ochtends wel eens koffie haal, werkt een man met een zachtaardige oogopslag. Hij heeft een gesoigneerde baard en geen littekens. Hij importeert koffiebonen vanuit Sumatra, Ethiopië, Colombia en Eritrea, hij neemt ze rechtstreeks van de boeren af. Laatst zei hij: ‘Sierra Leone komt er misschien aan als het volgende project doorgaat. Maar nu met ebola moeten we er maar even niet komen.' Hij lachte. Hij kan bevlogen vertellen over het wassen van bonen, het drogen, over de finesses van het branden en de suikers, oliën en aroma’s die dan vrijkomen. Hij zegt dat er toch eigenlijk niets boven het eerste kopje koffie van de dag gaat. En dat hij elke dag weer zo blij is dat hij mensen dat kan schenken.

‘Een bakkie troost,’ probeerde hij vanochtend, toen een jonge moeder met een ingepakt kindje de winkel binnenkwam. Ze waren bleek en vrolijk van de kou. De vrouw vroeg hem naar de mindfulnesscursus die op een bord in de winkel aangekondigd wordt. Ik wil ook kinderen denk ik. Ik ben een gelukszoeker. Ik trok een gekke bek naar het ingepakte kindje en probeerde te genieten van de cappuccino.

De jongen uit Sierra Leone gelooft dus in God. God is goed. Sommige Nederlanders geloven in God en nemen dan een Afrikaanse jongen die gelooft in God op in hun huis. Misschien hoeft dat laatste niet eens, hoeft hij niet te geloven in God om een kamer te krijgen. Het is altruïsme of godsvrees of iets ertussenin, of misschien is het gewoon eenzaamheid dat deze mensen drijft tot barmhartigheid. Ik bewonder die mensen en ik vind ze een beetje eng.

In het café legt het barmeisje uit dat zelfs de bitterballen gemaakt zijn van runderen en varkens met drie sterren voor dierenwelzijn. Ze is trots want ze heeft zelf lang gelobbyd bij de baas om dat voor elkaar te krijgen. De mannen met dikke buiken bestellen bitterballen. Het barmeisje draagt kleren van kledingfabrieken uit Bangladesh waar kinderen werken. Daar hebben we het al eens over gehad en dat is ook vreselijk, maar je kunt niet overal rekening mee houden.

Ik bestel nog een biertje van het geld dat ik heb verdiend vandaag, ook omdat ze maar niet terug sms’t. Uiteindelijk komt er altijd een moment dat ik mezelf weet te overtuigen dat het goed is dat ik die jongen morgen weer zie en dat ik hoor bij de groep die het verder ook niet weet. De twijfelaars. En voor de zekerheid leg ik mezelf langs de meest grove meetlat die ik ken. Ik heb niemand vermoord, ik heb niemand verkracht, ik steel niet. Langs deze meetlat gelegd, deug ik.

Bram de Ridder (29) studeerde sociologie en geneeskunde en is in opleiding tot psychiater. Hij schrijft zowel fictie als non-fictie voor diverse literaire magazines en dagbladen. 

Mail

Falco Verholen werkt vanuit Haarlem, omringd door pluizige katten, rust en natuur. Zijn grootste passie is het vertellen van vreemde en melancholische verhalen door middel van strips, series van illustraties en sinds kort videogames.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer