In het nieuwste EU-migratieplan lijkt het alsof de EU tegen vrije migratie is. Staatsgrenzen worden strenger gecontroleerd en asielprocedures moeten sneller tot afwijzingen leiden. Intussen investeert de EU in vliegverkeer en versoepeling van grensovergangen. De houding van EU-instanties tegenover menselijke beweging is zeer paradoxaal.
Het in september gepresenteerde migratieplan van het Europese Parlement ziet voor dat staatsgrenzen nog strenger gecontroleerd worden, asielprocedures sneller tot afwijzingen moeten leiden, er grotere vluchtelingenkampen aan de ‘grenzen’ (zoals in Griekenland, Turkije en Libië) van de EU komen en mensen nog sneller gedeporteerd kunnen worden. In andere woorden: de EU doelt op nog moeilijkere, gevaarlijkere en simpelweg minder migratie.
De EU is zelf het voorbeeld van versoepeling van grensovergangen
Door het migratieplan lijkt het alsof de regeringsleiders van de EU tegen vrije beweging van mensen zijn. Dat past in de lijn die de EU al tientallen jaren gaat ten opzichte van menselijke migratie van andere werelddelen naar Europa. Enkele voorbeelden van dit al gebezigde beleid zijn het introduceren en aanscherpen van het visumsysteem gebaseerd op paspoortbezit en vermogen; het opbouwen en militariseren van staatsgrenzen om de EU zoals die tussen Marokko en Spanje en het sluiten van deals tegen migratie met presidenten en dictators in meer dan 30 landen waaronder Libië (Gaddafi), Sudan (Al-Bashir), Senegal (Macky Sall), Niger, Turkije, Oeganda, Somalië en Egypte.
Voor andere vormen van beweging is er een tegenovergesteld EU-beleid. Zo investeeert de Nederlandse regering miljoenen per jaar in vliegtuigverkeer, snelwegen, voertuigen en het versoepelen van reismogelijkheden door bepaalde vormen van grensovergangen te versnellen. De EU is zelf het voorbeeld van versoepeling van grensovergangen.
Het ‘probleem’ dat de EU wil stoppen is dus niet algehele migratie, maar wel de migratie van bepaalde groepen mensen naar een bepaald deel van de wereld. Mensen die geboren zijn in de ‘periferieën’ van het economisch-politieke systeem trekken aan het kortste eind; deze ‘randgebieden’ zijn niet letterlijk aan een rand, maar juist overal ter wereld waar de productie het goedkoopste is en waar er nauwelijks beschermende regels zijn voor werknemers. Goedkope arbeid in de 'periferieën' voor goedkope prijzen in de ‘centra’ van het economische systeem, daar waar de consumptie plaatsvindt. In 'periferieën' als Venezuela, Tunesië, Liberia en Afghanistan hebben mensen door die slechte arbeidsvoorwaarden weinig kansen om een fijn leven op te bouwen. Zij reizen logischerwijze naar de 'centra' van het economisch-politieke systeem in Europa.
Het nieuwste EU-migratiepact is geen ‘oplossing’ voor het door veel politici impliciet gesuggereerde ‘probleem’ van migratie
Waarom is dat een probleem voor EU-regeringsleiders? Deze beweging doorbreekt het systeem waarin de EU de winnaar is. Het politiek-economische systeem waarin een groot deel van de wereld, van Bangladesh tot Bolivia, wordt uitgebuit voor de rijkdom van een hele kleine groep mensen, is gebaseerd op het controleren van territoria en grenzen. Dit systeem wordt doorkruist en tegengewerkt door de beweging van mensen die wegreist uit de uitgebuite gebieden.
Het nieuwste EU-migratiepact is geen ‘oplossing’ voor het door veel politici impliciet gesuggereerde ‘probleem’ van migratie. Het is een instandhouding van de mogelijkheid om mensen uit te buiten in de perifere gebieden van het politiek-economische systeem. Het versterkt de ongelijkheid tussen mensen op basis van hun geboorteplekken. Oftewel, het migratiepact ontkent vrije gelijkwaardige beweging die hoort bij het menszijn.