Asset 14

De staat van het verhaal

De staat van het verhaal

Schrijfster Marjolijn van Heemstra schreef voor Hard//hoofd haar lezing uit over de staat van het verhaal vandaag de dag. Waartoe dienen verhalen? Zijn er manieren om verhalen 'juist' te gebruiken? En wat willen we eigenlijk bereiken met het vertellen van onze verhalen? De staat van het verhaal is een verkenning zonder eenduidige antwoorden, maar met een verlangen naar het onduidbare. Over sterke overtuigingen en hevige twijfels; over fictie, autofictie en de schrijvers gooi naar de eeuwigheid.

Twee dingen schoten me te binnen toen ik de uitnodiging las om te komen praten over de staat van het verhaal. Twee associaties die ik niet direct kon plaatsen.

De eerste betrof de ark van Noach, om precies te zijn een college over de ark waarin ik leerde dat het Hebreeuwse woord voor ark, teva, ook ‘woord’ betekent en in het Ivriet heel specifiek: het literaire woord. God draagt Noach in Genesis op om de ark 300 el lang, 50 el breed en 30 el hoog te maken. In het Hebreeuws heeft elke letter een getalswaarde en de afmetingen van de ark zijn de waarden van de shin, de noen en de lamed, dezelfde letters waarmee het woord lashon gevormd wordt: taal.

De afmetingen van de ark zijn dus de afmetingen van de taal, van het woord. Het water in de Bijbel wordt vaak opgevat als een symbool voor de tijd. In het verhaal over de ark van Noach overspoelt en vernietigt de tijd het leven. Maar in de ark zit van elke levende soort een paar aan boord, in de ark wordt de essentie van het leven bewaard. De ark (de taal, het woord) draagt de essentie van het leven over de tijd de toekomst in en behoedt ons zo voor vergetelheid.

Fictie versus non-fictie. De één gelaagd, vol symboliek, de ander plat als de goeie ouwe dubbeltjes.

De tweede associatie: Instagramstories. De live updates die binnen vierentwintig uur verdwijnen. De meest tijdelijke verhalen die je je kunt voorstellen. Eeuwigheidswaarde: nul. Ik geloof nogal in de eerste associaties dus nam ik me voor iets te zeggen over tijdelijkheid versus eeuwigheid, over de ark en de stories en hoe die zich tot elkaar verhouden.

Mijn eerste antwoord, het makkelijkste antwoord, is dat het verhaal van de ark een mythe is (althans voor niet-gelovigen) en de stories reële momentopnames van het leven.

Fictie versus non-fictie. De één gelaagd, vol symboliek, de ander plat als de goeie ouwe dubbeltjes. Maar, dacht ik toen, is het verhaal van de ark van Noach echt fictie? Ik bedoel, is het in eerste instantie wel bedoeld als fictie? Zat de betekenis die we er nu aan toekennen, de symboliek, er altijd al in? Of zijn we die later gaan toekennen aan het verhaal?

Het verhaal over de ark is een oud verhaal. Toen het rond 600 voor Christus werd opgeschreven, was het al duizenden keren over de tong gegaan, verfraaid, vervormd, verdicht. Maar hoe het begon – als metafoor, waarschuwing of gewoon herinnering – valt niet precies te achterhalen. We kunnen niet met zekerheid zeggen of de wortels in feit of fictie liggen. Misschien begon het als verslag van een werkelijke watersnoodramp en eindigde het als metafoor. Misschien transformeerde het in een paar duizend jaar van non-fictie naar fictie.

En zo dacht ik weer eens aan een discussie in de literatuur die mij het afgelopen jaar heeft beziggehouden. Niet dag en nacht, wel zo nu en dan. Het meest luidruchtige kamp in deze discussie zou je ‘kamp fictie met een grote F’ kunnen noemen. In een interview vat de Iraans-Amerikaanse schrijver Lila Azam Zanganeh het standpunt samen.

"In Frankrijk heb je al tien jaar een hausse aan wat ze 'autofiction' noemen. Verschrikkelijk! Schrijfsters die direct uit hun eigen leven putten, ze veranderen alleen de namen. Als lezer ben je als het kind dat door het sleutelgat naar zijn ouders gluurt. Het is 'fast food', het product van een verveelde samenleving. Als je verveeld bent, wil je weten of het leven van je buurman niet interessanter is dan het jouwe."



"Voor mij moet een roman een verzonnen universum scheppen en je laten geloven in dat universum. Maar schrijvers van nu brengen dat niet meer op. Er is geen verlangen meer om in iets te geloven."

Non-fictie in de literatuur getuigt van een gebrek aan verbeelding, roept het Fictiekamp. Het is natuurlijk niet voor niets dat deze discussie mijn aandacht trekt. Ik schrijf autofictie. De verteller in mijn laatste boek heeft dezelfde naam als ik, situaties en personages zijn rechtstreeks uit de werkelijkheid gegrepen. En ook ik word door kamp Fictie beticht van gebrek aan verbeelding. Waar is de roman als kunstwerk? vroeg een student Nederlands zich af die zich had geërgerd aan al die ‘waarheid’ in mijn boek. Waar is de distantie? Het grote gebaar? Dat non-fictie geneuzel vond hij slecht voor de literatuur want fictie gaat over de verbeelding.

Ficties bedacht om ons bij elkaar te houden, koest te houden, veilig en misschien zelfs gelukkig. Onze samenleving hangt van ficties aan elkaar.

Het zal niet verrassen dat ik dit onzin vind. Onzin met een grote O, om allerlei redenen waarvan de belangrijkste is dat de werkelijkheid door en door verweven is met fictie. De natiestaat is een fictie. Het rechtssysteem is een fictie. Het koningshuis. Verkeersregels. Samenlevingscontracten. Ficties bedacht om ons bij elkaar te houden, koest te houden, veilig en misschien zelfs gelukkig. Onze samenleving hangt van ficties aan elkaar. Iemand die dat als geen ander inzichtelijk maakte was vredesactivist Garry Davis die ik opzocht vlak voor zijn dood in 2013.

Garry had in de Tweede Wereldoorlog Duitsland gebombardeerd en voelde zich zo vreselijk over de burgerslachtoffers die daarbij vielen dat hij na die oorlog zijn Amerikaanse paspoort verscheurde op de Amerikaanse ambassade van Parijs en zichzelf uitriep tot eerste officiële wereldburger van de wereld. Het zijn de natiestaten die ons uit elkaar drijven, zei hij. Verhalen over wie bij wie hoort en waarom. Garry wilde een nieuw verhaal en hij maakte er een paspoort bij, het world passport, waarmee hij vijftig jaar lang de wereld over reisde. Bij elke grenspost, vertelde hij, gebeurde min of meer hetzelfde. De douanebeambte zei: ‘Sir, we don’t recognize your document,’ en Garry antwoordde: ‘But I recognize it.’

Hij geloofde simpelweg niet in de fictie van ons grenssysteem en tot aan zijn dood maakte hij elke beambte die bij een grens zijn pad kruiste knettergek met zijn pertinente weigering mee te gaan in dat verhaal waar wij ons allemaal naar schikken. Garry leefde in een andere fictie, die van het wereldburgerschap. En vijftig jaar lang kwam hij met die fictie werkelijke grenzen over.

Pick a story and stick to it, was zijn advies aan activisten. Een groot deel van onze werkelijkheid ontstaat uit fictie, dus waarom zou het andersom niet kunnen gebeuren?

(Ik las trouwens dat er talen zijn waarin het verschil tussen fictie en non-fictie niet bestaat. In het Bosnisch bijvoorbeeld. Of in het Gikuyu, dat alleen het vertelde verhaal en het geschreven verhaal van elkaar onderscheidt. Misschien is deze hele discussie voorbehouden aan specifieke taalgebieden.)

De staat van het verhaal 1

Maar goed, het gaat dus om de vraag: waarover moeten we, mogen we, schrijven? En dat vind ik geloof ik niet zo’n interessante vraag. Waaróm we schrijven vind ik interessanter. En met Noachs ark in gedachten is het antwoord: om te blijven drijven. Om niet te verdwijnen.

En om niet te verdwijnen is de ark, het bouwwerk, van cruciaal belang. De vorm, de techniek waarmee hij gebouwd is, zijn vermogen golven te trotseren om het leven voor verdrinking te behoeden. In de taal vindt een verzet tegen de sterfelijkheid plaats. En dat is hoe een goed verhaal zich onderscheidt van een slecht verhaal. Drijfvermogen. Er is een mooie anekdote van Anna Achmatova die in de goelag in een rij staat voor het eten. Ze is omringd door uitgemergelde mensen met de blik op oneindig, afgestompt en doodvermoeid. Dan wordt ze herkend door een vrouw die haar aankijkt en vraagt: ‘Kun je dit beschrijven?’ Achmatova antwoordt bevestigend en te midden van alle ellende glimlacht de uitgemergelde vrouw. Die anekdote wint wat mij betreft met glans van de uitspraak van Lila Azam Zanganeh.

De vrouw vraagt niet: kun je hier fictie van maken?
Ze vraagt: kun je dit beschrijven?
Kun je een ark bouwen waarop ik mee kan varen?
En Achmatova bevestigt dat.

Zolang je maar iets beschermt met je taal, een gewenste wereld, een herinnering, een personage. Zolang je maar gelooft in de vertelling die de tijd overwint.

Technique, schreef Ezra Pound, is the test of a man’s sincerity. Craft matters because life matters. Het is vorm en vakmanschap dat het leven behoedt en behoudt. En terwijl ik dit opschrijf voel ik dat er ergens nog een luik openstaat. Vorm boven alles is te makkelijk. Die vraag: wat moeten we, kunnen we, mógen we schrijven, laat zich niet onderduwen door een perfect gebouwde ark. Natuurlijk is een verhaal niet louter vorm. Maar wat valt er te zeggen over de inhoud? Over dat leven ín de ark?

En hier denk ik aan een ander verhaal over de ark van Noach, een verhaal uit het boek Een geschiedenis van de wereld in 10,5 hoofdstuk van Julian Barnes. Barnes beschrijft hoe Noach de dieren naar buiten laat als de ark eenmaal droge grond heeft bereikt en dan achter de ark tot verbijstering van al die geredde dieren de mannetjeseenhoorn slacht. Het vrouwtje blijft achter, tot uitsterven gedoemd.

Er is veel discussie over de vraag wie welke stem mag vertolken in de literatuur en ik lees in deze passage van Barnes het inzicht dat er in elk verhaal iets of iemand sneuvelt. Een stem, een blik. Ik geloof dat elke schrijver moet schrijven in volle vrijheid, maar denkend aan die dode eenhoorn is de opdracht misschien wel: erkennen dat we schrijven met een blinde vlek en een vreemd soort moordlustigheid die we het hoofd moeten bieden. Misschien is de opdracht: een luik openlaten voor de eenhoorn. Of een van de stallen in onze ark leeglaten als herinnering aan wat er zwijgt in ons verhaal. Je onvolledigheid erkennen.

Ik geloof niet dat er één manier is om dat te doen. Hoe toekomstige schrijvers het literaire spel straks spelen, moeten ze zelf weten. Of ze in praatprogramma’s zitten of zich koest houden in een hut, of ze schrijven over wat ze kennen of een nieuwe wereld scheppen, ik heb daar geen mening over. Of, toch wel, mijn mening is: het maakt niet uit. Zolang je maar een ark bouwt die blijft drijven. Zolang je maar iets beschermt met je taal, een gewenste wereld, een herinnering, een personage. Zolang je maar gelooft in de vertelling die de tijd overwint. Een goed verhaal is een gooi naar de eeuwigheid.

Deze tekst werd op 29 juni 2018 voorgelezen tijdens het Nieuwe Types Festival in Arnhem. Ieder jaar vraagt het festival een maker de Staat van het Verhaal uit te spreken, een bergrede over de ontwikkelingen in de wereld van de literatuur, de journalistiek en het gesproken woord.

 

Mail

Marjolijn van Heemstra is schrijver, dichter, theatermaker, columnist, soms journalist en het liefst een combinatie van dat alles. Fan van ruimtevaart (en van paarden). Laatste boek: En we noemen hem. 

Joëlle de Ruiter (1994) is een illustrator uit Groningen met een stevig zwak voor vorm en vlak.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Twee dagen

Twee dagen

Rocher Koendjbiharie belicht de verschillende paden die we tijdens de aankomende verkiezingen in kunnen slaan. Kiest Nederland opnieuw voor rechts, en strompelen we verder richting democratisch en moreel verval? Of kiest Nederland toch voor een samenleving waarin we omkijken naar elkaar? 'Alleen fascisten zien antifascisme als een bedreiging.' Lees meer

Vergeten vrouwen 1

Vergeten vrouwen

In dit essay schrijft Anne Louïse van den Dool over vrouwelijke kunstenaars die meer dan ooit in de schijnwerpers staan. Niet alleen hedendaagse makers, maar ook opvallend veel vrouwen die rond 1900 actief waren in de kunstwereld trekken veel aandacht. Met solotentoonstellingen over Suze Robertson, Coba Ritsema en Jo Koster laten musea zien waarom juist deze kunstenaars alsnog een plek in de canon verdienen. Lees meer

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wanneer de VVD pleit voor het bijhouden van gegevens over ‘culturele normen en waarden’ van mensen met een migratieachtergrond, over welke normen en waarden hebben ze het hier dan eigenlijk? Rocher Koendjbiharie neemt de eisen onder de loep die de politiek alleen stelt aan mensen die zichtbaar wortels elders ter wereld hebben. ‘Men wil geen vermenging van culturen en geen uitwisseling van gedachten. De echte eis is assimilatie en het afbreken van wortels.’ Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer 1

It takes an adult to raise a village: Halsema is streng, rechtvaardig, en een tikje autoritair in Zomergasten

De bedachtzame, maar mediagetrainde, Femke Halsema nam ons als Zomergast mee in de bestuurlijke (opvoed)dilemma’s uit haar werk. Als een klassiek ouderfiguur toont ze zich streng en rechtvaardig, maar mist ze óók zelfinzicht op sommige punten. Lees meer

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

‘Uğur Ümit Üngörs fragmenten zijn broodnodige kost voor een samenleving die consequent doet alsof wijdverbreid extreem (staats)geweld een ver-van-mijn-bedshow is.’ Terwijl Zomergast Üngör zichzelf kundig naar de achtergrond werkt, maakt hij duidelijk dat de zomer vele winters verstopt. Met opgewekte grimmigheid vraagt hij ons om ons zorgen te maken over het leed van anderen. Lees meer

Zomergasten met Eva Crutzen roept de vraag op of een mooi gesprek genoeg is of dat kijkers toch snakken naar goede televisie.

Zomergast Eva Crutzen zorgde voor een mooi gesprek, maar is dat genoeg?

Na de ideale televisieavond van Eva Crutzen vraagt Hanna Karalic zich af of een mooi gesprek genoeg is voor Zomergasten of dat kijkers toch snakken naar goede televisie. Lees meer

Mijn tweede kutland… 2

Mijn tweede kutland…

Toen Iskra de Vries vanuit Polen naar Nederland verhuisde, bleek dat zij niet van een koude kermis thuiskwam, maar naar een koude kermis vertrokken was. Iskra schrijft een verschroeiend eerlijke break-up brief aan het adres van ons kikkerlandje. Lees meer

Schroot voor de kunstkenner 1

Schroot voor de kunstkenner

Wat doet een beschilderd stuk schroot in het Stedelijk? Waarom ruikt het er opeens chemisch en zoet tegelijk? Het is het werk van Selma Selman, die opnieuw definieert wat kunst is en mag zijn. Ivana Kalaš is onder de indruk – en heroverweegt haar eigen positie. Zoetig en naar ijzer – dat aroma komt op... Lees meer

Zomers zwijgen

Volim nas: hoe de taal van de liefde mijn lichaam tot stilte maande

Wat als je vertrouwen in jezelf en je lichaam plotsklaps wordt aangetast door epileptische aanvallen? En tegelijkertijd je vertrouwen in de onvoorwaardelijke liefde van je oma ook op losse schroeven komt te staan? In een persoonlijk essay neemt Dorea Laan je in beeldende taal mee in deze zoektocht. Lees meer

:Meer dan Maria: het moederschap in de beeldende kunst 3

Meer dan Maria: het moederschap in de beeldende kunst

Wat betekent het om moeder te zijn? En wanneer ben je dan een ‘goede moeder’? Moederschap, en alle nuances daarrond, blijft onderbelicht. Anne Louïse van den Dool onderzoekt via de representatie van moeders in de beeldende kunst de vele kanten die horen bij moeder zijn. Lees meer

Als je écht kinderen wilt redden

Als je écht kinderen wilt redden

Shashitu Rahima Tarirga kwam 33 jaar geleden via interlandelijke adoptie naar Nederland vanuit Ethiopië. Na een reis naar Ethiopië maakt ze nu een afweging tussen haar leven hier en het gemiste leven daar. 'Weegt een westers paspoort op tegen het moeten omgaan met de trauma’s van scheiding en achterlating? Weegt een leven hier op tegen onbekendheid met je leven daar?' Lees meer

nuclear family

Queerkroost

In een briefwisseling over queer ouderschap zoeken Eke Krijnen en Lisanne Brouwer naar steun, herkenning en een houding om de maatschappelijke discriminatie buiten het gezinsleven te houden. Lees meer

Informatiehonger

Informatiehonger

We verslikken ons in data, maar blijven gulzig drinken. In dit essay onderzoekt Paola Verhaert hoe onze honger naar informatie — ooit gevoed door boeken, nu door eindeloze datastromen — ons hoofd én onze wereld begint te verzwelgen. Waar ligt de grens? En merken we het als we die overschrijden? Lees meer

:Naar een taal die consent fucking overbodig maakt: brieven over consent

Naar een taal die consent fucking overbodig maakt: brieven over consent

In haar laatste brief aan Alara buigt Yousra zich over taal: hoe taal seksueel geweld normaliseert en hoe taal inwerkt op onze erotische verbeelding. Geweldloze verhoudingen scheppen via taal is voor haar zowel een kwestie van nieuwe talen schrijven als oude of bestaande talen herinneren. Lees meer

Kind van lelijke huizen

Kind van lelijke huizen

Om haar heen ziet Anne Schepers dat de kinderen uit ‘mooie huizen’ die wél een financieel vangnet hebben eerder de stap naar freelancewerk kunnen maken. Ze staat voor de keuze: lijden voor de kunst of doen wat de maatschappij verantwoordelijk acht? Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer