Kan een half jaar voorbijschieten zonder dat je noemenswaardige activiteiten ontplooit, anders dan het huishouden? Ja. Word je daar vervelend van? Welnee.
Na veertig jaar werken in de journalistiek duurde het precies zeven maanden voordat mijn hoofd helemaal leeg was. Ik werd er bijna duizelig van. Tot het ergens begon te knagen.
Zo dacht ik geregeld in gezelschap: waar zal ik het nu eens over hebben, anders dan de pianoles en wereldpolitiek (die op zich genoeg aanknopingspunten bood). Ik miste de eigen belevenissen.
Waar ik woon, naast het Noordzeekanaal en met het strand op fietsafstand, is het erg mooi. Maar er gebeurt geen ruk. Met de fietstocht naar slager of supermarkt en een broek passen bij die ene leuke zaak hebben we de hoogtepunten van de week wel gehad. Omdat de meeste vriendinnen nog werken kwam de oprichting van clubjes ook niet lekker van de grond. Er moest iets gebeuren. En ik moest het zelf doen.
Had ik me niet voorgenomen ooit zelf een thriller te schrijven? Kende ik als bangepoeperd in een donker huis niet genoeg huiveringwekkende momenten? Daadkracht overmande mij. In september schoof ik aan bij de Schrijvers Academie voor de basisopleiding. Mijn hoofd stroomde weer helemaal vol. Intussen mocht ik ook gaan schrijven voor Hard//hoofd. Dat was een lekker gevoel. Maar nog was ik niet tevreden.
Na ruim een jaar begon ik de stad te missen. De redding kwam ongezocht en onverwacht. Op Facebook zag ik het aanbod van een flexwerkplek, midden in de stad. Als ik de collega-schrijver die ermee adverteerde niet al had gekend, had ik misschien niet eens durven mailen; aan ouderen kleven tegenwoordig onaangename associaties.
Maar de reactie was enthousiast, vorige week was ik er op de koffie en vandaag heb ik bij de Torpedo Reporters mijn flexplek voor één dag per week gebruikt. Ik had de laptop mee en een bak zelfgemaakte vegetarische salade voor het moderne stadsmensgevoel. Ik haalde koffie bij de Coffee Company waar ze, als het tegenzit, per klant apart boontjes malen - Ethiopische, Colombiaanse, kies maar - zodat men meteen zen wordt van het wachten.
Ik deel nu een werkplek met wel twintig zzp’ers en andere flexwerkers die een rustige werkplek zoeken, maar toch ook een beetje aanspraak behoeven. Zojuist werd mij verzekerd dat een oude rot in dit gezelschap van veelal jongere schrijvers graag wordt binnengehaald, ook al zit ik daar uitsluitend voor de lol te schrijven.
We zitten in een zijstraat van de Haarlemmerdijk, ik heb alle bekenden in de stad al laten weten dat ik weer een plekje heb en of we straks even kunnen lunchen.
Om mij heen, aan de kust, wordt met opgetrokken wenkbrauwen geluisterd als ik opgetogen vertel over mijn flexplek in de stad. Wat zoek je daar dan, vragen ze, hier wonen toch ook mensen? Hier gebeurt toch ook van alles? Ik stel ze teleur en trap op tenen als ik dan zeg: ‘Maar niets wat mij prikkelt.’ Mijn buurvrouw - een coach - begreep het gisteravond helemaal, zij wist ook dat als je inactief raakt - lees: stopt met werken - je IQ meteen terugloopt. En wie wil dat nou?

Loes de Fauwe is journalist en oud-verslaggever van Het Parool. Ze publiceerde twee boeken, Kasba Holland (met Arthur van Amerongen) en Een moeilijke jeugd. Sinds Loes afscheid nam van de krant verheugt ze zich in haar bestaan als gepensioneerde. Zonder plichten, zonder wekker, maar nog steeds met een nieuwsgierige blik op de wereld.

Lisa-Marie van Barneveld is editorial illustrator. Ze houdt van korte deadlines en moeilijke onderwerpen. Haar geheime superkracht is meer verf op haar handen/kleren/tafel/kat krijgen dan op het papier.