Asset 14

Komiek schreeuwt tegen wolk

Komiek schreeuwt tegen wolk

Moet je anderen uitleggen dat je het niet eens bent met de politieke incorrectheid van een grap, als je er wel om lacht? Jihane Chaara duikt in de dichotomie van grappigheid en politieke correctheid. Kan het laatste ook het eerste zijn? En hoe pakt Dave Chapelle dat aan?

Het kan haast niet anders: over een paar decennia zullen mijn mondhoeken versierd zijn met lachrimpels. Ik omring mezelf met grappige mensen die ook nog eens slimme verhalenvertellers zijn. En dat is precies de reden waarom ik zo dol ben op stand-up comedy. Het lollige trekt mij aan, evenals het scherpzinnige. Tijdens een recentelijk gesprek hierover met een medeliefhebber van deze tak van amusement gaf ik toe dat dit genot vooral privé is. In mijn eentje naar een stand-up show kijken, dáár ligt het grote plezier. En dat heeft alles te maken met de mentale evenwichtsoefening waar ik niet omheen kan, vooral als ik naar witte, mannelijke komieken kijk. Als ik een show van, ik noem maar iemand, Bill Burr met een ander kijk, voel ik een diepe (en vaak ontastbare) knoop van ongemak en gêne. Alsof ik de ander moet uitleggen dat ik het natúúrlijk niet echt eens ben met al zijn uitspraken, maar dat ik ondertussen wel moet gniffelen, gewoon omdat de grapjes en zijn persona gevat en amusant zijn.

Ik koester groot respect voor komieken. De kunst ligt niet alleen in het vertellen van grappige verhalen, het vergt inzicht in wat er speelt in de maatschappij. Het is spelen met ongemak en dat vereist diepgaande kennis over menselijkheid en de onderwerpen die je aan de kaak stelt.

Het kan haast niet anders: over een paar decennia zullen mijn mondhoeken versierd zijn met lachrimpels

Deze voorliefde is de reden dat ik Dave Chapelles meest recente stand-up show, Closer, ben gaan kijken. De 48-jarige Amerikaan is al langer komiek dan dat ik leef. Zijn vorige shows, die ik bijna allemaal gezien heb, keek ik in mijn eentje, zoals ik dat het liefste doe. Ik zag Chapelle als iemand die precies is wat een komiek hoort te zijn: gevat, vol humor, iemand met het talent scherpe cultuurkritiek te geven, vooral over het racisme in Amerika. In Closer, een show die direct bestempeld werd als controversieel, komt een wijdverspreide dichotomie wederom bovendrijven: óf je vertelt de waarheid, bent grappig en wordt vervolgens gecanceld, óf je bent ‘politiek correct’ en daarmee helemaal niet meer grappig. En daar wil ik het over hebben.

Closer kan ik samenvatten aan de hand van een uitspraak die Chapelle doet aan het begin van de show: ‘In this country you can shoot and kill a [N-woord] but you better not hurt a gay person’s feelings.’ Dat is het startpunt. Dat je gecanceld zou worden als je een slecht woord spreekt over iemand in de lhbtqia+ gemeenschap, maar dat andere problemen nog steeds vrolijk ongestraft blijven. Zoals racisme. En hij vervolgt zijn kritiek: ‘Gay people are minorities until they need to be white again.’ Witte mensen kunnen zich nog altijd beroepen op hun witheid, zegt Chapelle. Aan het einde van de dag is een wit persoon nog vooral wit en een zwart persoon nog vooral zwart. Later vraagt hij het publiek ernstig: ‘Is it possible that a gay person can be racist?’ Het publiek antwoordt luidkeels ‘yes!’ Maar ik vroeg me af of Chapelle deze vraag echt zo baanbrekend vond. Natúúrlijk kan iemand die homo is racistisch zijn. Iedereen kan racistisch zijn. Dat wisten we toch al, Dave?

Bij de lhbtqia+-gemeenschap denkt Chapelle aan witte homo’s, witte lesbiennes of witte trans mensen. En dan ervaart hij frustratie omdat hij gelooft waar te nemen dat deze mensen genieten van meer maatschappelijke steun voor hun strijd dan zwarte mensen. Deze frustratie accumuleert in Closer, waar hij dit inzicht deelt met de wereld. Maar zijn frustratie is misplaatst en niet doordacht. Dat is het directe gevolg van wat ik een culturele tunnelvisie noem: wanneer het onvermogen (of de onwil) om uit te zoomen en het breedst mogelijke plaatje te zien leidt tot haastige en onzorgvuldige analyses van de (sociale) stand van zaken. Daar staat hij dan: metaforisch te schreeuwen tegen een wolk. Hij creëert een versimpelde (en dus niet-representatieve) versie van de realiteit. En terwijl hij dat doet, verweeft hij zijn verhaal met transfobische opmerkingen die eenieder op z’n minst zouden doen fronsen. De werkelijkheid is namelijk, zoals te verwachten, een complexe brei. Ik zal dit illustreren in drievoud.

Dat wisten we toch al, Dave?

Eén: een identiteit is geen meetbare eenheid. Nu en dan voer ik gesprekken over hoe ik mijn eigen identiteit beschouw. Of ik me meer Nederlands of Marokkaans voel. Waar ik daar voorheen antwoorden op had, haal ik dezer dagen mijn schouders op. Mijn identiteit is geen eindig concept en valt daarom niet te verdelen in porties of percentages. Ik ben ik, fluïde en veranderlijk en een onbegrensde bundeling van componenten. Ik kan je ook niet vertellen of mijn genderidentiteit, mijn etniciteit en mijn seksualiteit (om maar wat te noemen) losse elementen zijn. Het is allemaal. Het kan niet uit elkaar getrokken worden om apart als pionnen in te zetten in de Meting Der Onderdrukking. Natuurlijk heeft Chapelle een punt als hij benoemt dat witte mensen altijd hun witheid nog hebben. Maar op dezelfde manier heeft Chapelle zijn mannelijkheid nog om zich op te beroepen. Wat betekent dat? Maakt dat zijn ervaring van de wereld als zwarte man minder valide? Niet in mijn ogen. We dienen elkaar het respect te verlenen om openlijk te praten over en te luisteren naar onze geleefde ervaringen. Het is absurd een gesprek te voeren over welke strijd meer aandacht verdient, want zodra je die discussie aangaat, ga je voorbij aan twee essentiële dingen. Ten eerste aan de mensen die evenveel baat hebben bij verschillende vrijheden en zichzelf met geen mogelijkheid kunnen opsplitsen. Ten tweede aan de empathie die je elkaar dient te verlenen als je betoogt op zoek te zijn naar rechtvaardigheid. Je keert je niet tégen anderen die op zoek zijn naar hun vrijheid. Zoals men decennialang al roept: niemand is vrij totdat iedereen vrij is.

Twee: ook de zogenoemde cancel culture betichten van de ellende van de huidige tijd, is een forse vereenvoudiging van de realiteit. Er zou een generatie jonge mensen zijn die staat te trappelen om anderen te hekelen en te straffen om elke woordstruikeling die nu ‘echt niet meer door de beugel kan, hoor.’ Ik las een lange tijd geleden een internetpost waarin stond: ‘You’re either going to build a base of clueless liberals who learn by rote to nitpick their language for anything with the remotest connection to ability, or you’re going to help them develop the alertness and critical eye necessary to recognize eugenics and abuse.’ Ik was het hier, op het eerste gezicht, roerend mee eens. Natúúrlijk is het belangrijker om grondig denkwerk te verrichten over de sociale structuren. Natúúrlijk dienen we op de eerste plek bloot te leggen wat we zelf definiëren als respect, als empathie. Het heeft weinig waarde om mensen slechts aan te leren dat sommige woorden verboden zijn. Het niet gebruiken van taal die anderen structureel naar beneden trapt, dient voort te vloeien uit het eerste: de empathie.

Mijn identiteit is geen eindig concept en valt daarom niet te verdelen in porties of percentages

Naarmate de tijd vorderde, keerden mijn gedachtes steeds vaker terug naar deze post. En met name naar de tegenstelling die daar gepresenteerd wordt: enerzijds een groep mensen die écht snapt hoe de vork in de steel zit en anderzijds de hersenloze dwazen die enkel een lijst met verboden woorden uit het hoofd hebben geleerd zodat ze anderen op de brandstapel kunnen gooien. Wat ik me afvraag is het volgende: bestaat de laatste groep in de werkelijkheid? Ik heb nog nooit iemand gesproken die zich bezighield met deze thema’s zonder ze nauwgezet beschouwd te hebben. Het is enkel in de onlinesferen dat ik versimpelde observaties tegen het lijf loop die kort door de bocht en veelal vinnig zijn; digitale kreten die compromisloos aandringen op andermans ondergang omwille van de meest geringe misstap. Het is een online verschijnsel; het zijn mensen die zich verstoppen achter hun computer- of telefoonscherm. Maar interacteer je met de werkelijkheid, dan kom je die zogenaamde groep hersenloze dwazen nauwelijks tegen. Het doet me in twijfel trekken of Chapelle met echte mensen gepraat heeft over dit onderwerp, want de trend die Chapelle bekritiseert, de generatie die maar al te gretig cancelt, vervalt zodra je een stap neemt in de buitenwereld. Al is het maar een kleine stap. En laten we wel wezen: in diezelfde werkelijkheid worden mensen maar zelden daadwerkelijk gecanceld. (Ik schreef een stuk getiteld ‘Je partner slaan is (nog) geen doodvonnis voor je carrière’. Onder ons leeft een myriade aan beroemdheden die schandelijke daden op hun naam hebben staan en desalniettemin genieten van een publiekelijk podium.) Ook dit cancel-fenomeen is dus genuanceerder dan Chapelle lijkt te denken.

Drie: ‘Gender is a fact,’ vervolgt Chapelle ernstig, om daarna te stellen dat als een cisvrouw naar een trans vrouw kijkt, zij hetzelfde ervaart als wanneer een zwart persoon naar iemand met Blackface kijkt, dus een wit persoon die zichzelf zwart schminkt om een zwart persoon te spelen. Een gevoel van verontwaardiging en medelijden walst over me heen. Verontwaardiging omdat hij vrouwen inzet als pion om een transfobisch punt te maken en omdat hij trans mensen afvalt en zichzelf positioneert als de Messias van de sociale ongelijkheid. Chapelle zegt in essentie dat zowel gender als kleur feitelijk zijn. Alle andere bouwstenen die onze identiteit vormen, zijn dat niet en moeten dan ook maar oprotten van het strijdtoneel.

Maar interacteer je met de werkelijkheid, dan kom je die zogenaamde groep hersenloze dwazen nauwelijks tegen

En dit is waar het stukje medelijden komt kijken: Chapelle onderscheidde zich decennia geleden met zijn scherpe cultuurkritiek. Keihard en hilarisch wist hij het diepgewortelde Amerikaanse racisme aan de kaak te stellen. Die kundigheid is, naar mijn mening, in de loop der jaren flink verwaterd. Steeds vaker waagde hij zich aan onderwerpen waar het inzicht hem aan ontbrak. En nu zijn we hier, bij Closer. Zodra de aftiteling begon moest ik denken aan een plaatje van The Simpsons van een krantenartikel getiteld ‘Old Man Yells At Cloud’. Het is grappig (maar niet op de bedoelde manier) omdat Chapelle heel duidelijk een inzicht naar voren schuift in zijn show. Ik zie dat hij denkt dat hij het allemaal doorziet. Dat hij de stand van zaken heeft weten te ontwaren. Maar zijn verhaal rammelt aan alle kanten.

Om terug te komen op die vermeende dichotomie tussen óf de waarheid óf politieke correctheid: Chapelle wordt niet hard bekritiseerd omdat hij een harde waarheid vertelt. Hij wordt bekritiseerd omdat hij de realiteit voorbijgaat. En nee, dat is inderdaad niet grappig meer. Humor hoeft niet zacht te zijn, maar laat het scherpzinnig zijn, laat het berusten in inzicht, en ook: laat het grappig zijn. Geloof me, het kan best.

Mail

Jihane Chaara (zij/haar, 1991) is een idealist met een voorliefde voor doortastende en zachtaardige mensen/woorden.

Poan Pan (hij/hem) is een Taiwanese illustrator wonend in Londen. Hij gebruikt een zacht palet en gekleurde potloden als zijn voornaamste tools. Door de houding en beweging van het menselijk lichaam spelen zijn illustraties met het concept van ongemak in het dagelijks leven; allemaal met een vleugje vriendelijke humor.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Rocher Koendjbiharie ligt in zijn essay het probleem toe: 'Homonationalisme is niks meer dan de voorwaardelijke acceptatie van mensen uit de regenbooggemeenschap ten behoeve van een nationale identiteit en een nationalistische ideologie.' Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer 1

It takes an adult to raise a village: Halsema is streng, rechtvaardig, en een tikje autoritair in Zomergasten

De bedachtzame, maar mediagetrainde, Femke Halsema nam ons als Zomergast mee in de bestuurlijke (opvoed)dilemma’s uit haar werk. Als een klassiek ouderfiguur toont ze zich streng en rechtvaardig, maar mist ze óók zelfinzicht op sommige punten. Lees meer

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

‘Uğur Ümit Üngörs fragmenten zijn broodnodige kost voor een samenleving die consequent doet alsof wijdverbreid extreem (staats)geweld een ver-van-mijn-bedshow is.’ Terwijl Zomergast Üngör zichzelf kundig naar de achtergrond werkt, maakt hij duidelijk dat de zomer vele winters verstopt. Met opgewekte grimmigheid vraagt hij ons om ons zorgen te maken over het leed van anderen. Lees meer

Zomergasten met Eva Crutzen roept de vraag op of een mooi gesprek genoeg is of dat kijkers toch snakken naar goede televisie.

Zomergast Eva Crutzen zorgde voor een mooi gesprek, maar is dat genoeg?

Na de ideale televisieavond van Eva Crutzen vraagt Hanna Karalic zich af of een mooi gesprek genoeg is voor Zomergasten of dat kijkers toch snakken naar goede televisie. Lees meer

Mijn tweede kutland… 2

Mijn tweede kutland…

Toen Iskra de Vries vanuit Polen naar Nederland verhuisde, bleek dat zij niet van een koude kermis thuiskwam, maar naar een koude kermis vertrokken was. Iskra schrijft een verschroeiend eerlijke break-up brief aan het adres van ons kikkerlandje. Lees meer

Schroot voor de kunstkenner 1

Schroot voor de kunstkenner

Wat doet een beschilderd stuk schroot in het Stedelijk? Waarom ruikt het er opeens chemisch en zoet tegelijk? Het is het werk van Selma Selman, die opnieuw definieert wat kunst is en mag zijn. Ivana Kalaš is onder de indruk – en heroverweegt haar eigen positie. Zoetig en naar ijzer – dat aroma komt op... Lees meer

Zomers zwijgen

Volim nas: hoe de taal van de liefde mijn lichaam tot stilte maande

Wat als je vertrouwen in jezelf en je lichaam plotsklaps wordt aangetast door epileptische aanvallen? En tegelijkertijd je vertrouwen in de onvoorwaardelijke liefde van je oma ook op losse schroeven komt te staan? In een persoonlijk essay neemt Dorea Laan je in beeldende taal mee in deze zoektocht. Lees meer

:Meer dan Maria: het moederschap in de beeldende kunst 3

Meer dan Maria: het moederschap in de beeldende kunst

Wat betekent het om moeder te zijn? En wanneer ben je dan een ‘goede moeder’? Moederschap, en alle nuances daarrond, blijft onderbelicht. Anne Louïse van den Dool onderzoekt via de representatie van moeders in de beeldende kunst de vele kanten die horen bij moeder zijn. Lees meer

Als je écht kinderen wilt redden

Als je écht kinderen wilt redden

Shashitu Rahima Tarirga kwam 33 jaar geleden via interlandelijke adoptie naar Nederland vanuit Ethiopië. Na een reis naar Ethiopië maakt ze nu een afweging tussen haar leven hier en het gemiste leven daar. 'Weegt een westers paspoort op tegen het moeten omgaan met de trauma’s van scheiding en achterlating? Weegt een leven hier op tegen onbekendheid met je leven daar?' Lees meer

nuclear family

Queerkroost

In een briefwisseling over queer ouderschap zoeken Eke Krijnen en Lisanne Brouwer naar steun, herkenning en een houding om de maatschappelijke discriminatie buiten het gezinsleven te houden. Lees meer

Informatiehonger

Informatiehonger

We verslikken ons in data, maar blijven gulzig drinken. In dit essay onderzoekt Paola Verhaert hoe onze honger naar informatie — ooit gevoed door boeken, nu door eindeloze datastromen — ons hoofd én onze wereld begint te verzwelgen. Waar ligt de grens? En merken we het als we die overschrijden? Lees meer

:Naar een taal die consent fucking overbodig maakt: brieven over consent

Naar een taal die consent fucking overbodig maakt: brieven over consent

In haar laatste brief aan Alara buigt Yousra zich over taal: hoe taal seksueel geweld normaliseert en hoe taal inwerkt op onze erotische verbeelding. Geweldloze verhoudingen scheppen via taal is voor haar zowel een kwestie van nieuwe talen schrijven als oude of bestaande talen herinneren. Lees meer

Kind van lelijke huizen

Kind van lelijke huizen

Om haar heen ziet Anne Schepers dat de kinderen uit ‘mooie huizen’ die wél een financieel vangnet hebben eerder de stap naar freelancewerk kunnen maken. Ze staat voor de keuze: lijden voor de kunst of doen wat de maatschappij verantwoordelijk acht? Lees meer

:Een reeks foto’s: brieven over consent

Een reeks foto’s: brieven over consent

Voor Alara Adilow voelt het alsof er altijd hiaten overblijven na het schrijven van een antwoord op een brief, en ze vraagt zich af of ze daarom steeds midden in de nacht wakker wordt. Ze denkt na over hoe de zachte aanrakingen niet alleen voor haar lichaam helend kunnen zijn, maar ook voor onze gewelddadige maatschappij, waar pestgedrag en leedvermaak machtsgrepen zijn. Lees meer

:Hoe te dromen:  Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Hoe te dromen: Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Als Stella Kummer ’s ochtends wakker wordt, bespreekt ze in bed haar dromen met haar vriend. Terwijl ze aan hem vertelt wat er die nacht in haar droomwereld is omgegaan, denkt ze na over dromen over de wereld. Begint het veranderen van de wereld niet eigenlijk gewoon in bed? Lees meer

Auto Draft 8

Een transformatie van verlangen: brieven over consent

Wat als we consent en verlangen zélf als de voorwaarden van bevrijding en sociale rechtvaardigheid zien? Yousra Benfquih licht toe hoe genot-activisme ons niet alleen toelaat om ons tegen de dingen te verzetten, maar ook om te onderzoeken waar we naar verlangen. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer