Asset 14

Verliezer

Je kan veel van mij zeggen, dat ik een fantast ben bijvoorbeeld, of een neuroot, maar niet dat ik slecht tegen mijn verlies kan. Dat komt op zich wel mooi uit, want ik heb welgeteld één keer in mijn leven iets gewonnen. En eigenlijk telt dat niet eens, want mijn oma was van mening dat we een grotere kans op het legokasteel zouden maken als zij zich over de kleurplaat boog. "Zo leert die jongen toch nooit wat", zei mijn moeder tegen de hare, maar diep van binnen begreep ze ook wel dat de enige les waar ik wat in mijn leven aan kon hebben eruit bestond dat ik gratis hulp nooit af moest slaan.

Het probleem van verliezen heb ik nooit ingezien. Niet dat winnen mij niet leuk lijkt, net zoals het me ook best leuk lijkt om een dolfijn te zijn, maar beide zaken staan nu eenmaal zo ver van mij af dat ik ze als niets meer dan dwaze dagdromen ervaar. Dankzij mijn verloofde ben ik de afgelopen jaren wel iets fanatieker geworden in gezelschapspelletjes. Waar er vroeger geen bal aan was om met mij een potje te Risken of Triktrakken, aangezien ik haar de overwinning toch altijd wel gunde, gun ik haar nu ook af en toe de mogelijkheid op verlies, om onze relatie spannend te houden. Het gaat in tegen mijn natuur, maar uit liefde doe ik alles.

Mijn gelatenheid heeft mensen vaak in verwarring gebracht. "Ben je niet verdrietig dat je alweer je A-diploma niet hebt gehaald?" vroeg de zwemleraar bezorgd, terwijl ik bijkwam van mijn tot nog toe laatste poging. "Ach, ik bakte er toch ook niets van", zei ik bibberend, "als ik nu wel dat papiertje had gekregen had ik mij daar hoogst ongemakkelijk onder gevoeld, dus eigenlijk ben ik wel blij met de situatie zoals-ie is." Daarna gingen mijn moeder en ik patat eten. "Als je een keer in het water valt, moet je gewoon heel hard roepen", zei ze streng. Ik beloofde haar dat te zullen doen en heb mij altijd aan mijn woord gehouden.

Illustratie: Gino Bud Hoiting

Op mijn tiende kwam ik zowaar heel ver met de Nationale Voorleeswedstrijd. De voorrondes van mijn school, de gemeente en de regio had ik stuk voor stuk met glans gewonnen. Waar dit nog bescheiden evenementen in afgelegen bibliotheekzaaltjes betrof, daar vond de provinciale ronde plaats in een heus theater. Er was een clownsact ingehuurd om het publiek op te warmen. De halve finalisten – negen meisjes met vlechtjes en ik – moesten om de beurt plaatsnemen op een soortement troon, die door de clowns langs het publiek en over het podium werd gedragen op de maat van de smurfenhouse die door de boxen schalde. Van hoge kwaliteit zal die troon niet geweest zijn, want ik zakte er halverwege het rondje doorheen. "Dat vadsige kutjoch", fluisterde de ene clown, zijn reusachtige schoen onder het gewicht van zijn collega bevrijdend. En toen moest ik gaan voorlezen. Carry Slee was de juryvoorzitter. "Jij wordt vast veel gepest?" lispelde zij hoopvol, nadat ik mij met helse pijnen in rug en kont door mijn favoriete passage van Die Leiden des jungen Werthers had heen gewerkt. Het verlies voelde voor mij haast als een opluchting.

Je kan al met al stellen dat ik van nature een gelukkige verliezer ben. De gevoelens waar ik dezer dagen mee rondloop, komen mij dan ook uiterst vreemd voor. Voor het eerst van mijn leven baal ik namelijk van een verlies. Voor het eerst ervaar ik een verlies als onrechtvaardig en belachelijk. Elke nacht lig ik wakker met de vraag hoe dit toch kon gebeuren. In tegenstelling tot binnen de lijntjes kleuren, de schoolslag uitvoeren en clowns hun werk laten doen, vind ik namelijk dat ik in schrijven best goed ben. Het is wellicht mijn enige talent. Daarom deed ik mee aan de A.L. Snijdersprijs, die zoals de naam doet vermoeden jaarlijks wordt uitgereikt aan de schrijver van het beste Zeer Kort Verhaal. In de reglementen stond dat je er twee, van maximaal tweehonderdtwintig woorden, mocht insturen. Ik was zeer tevreden met mijn verhaaltjes. Niet dat ik meteen de eerste prijs verwachtte, of zelfs maar de tweede of derde, of de publieksprijs voor mijn part, maar ik was ervan overtuigd op z’n minst een serieuze kanshebber te zijn. Het enige waar ik mij zorgen over maakte was dat mijn tweede verhaal mogelijk twee woorden teveel telde. Ik stuurde een mail naar de organisatie met de vraag of het maximum aantal woorden inclusief of exclusief de titel moest worden opgevat. In het laatste geval zat ik namelijk precies goed. Een antwoord heb ik nooit gekregen en ik zal dus nooit weten of het daaraan heeft gelegen.

Hoe dan ook kreeg ik na weken vol koortsige spanning eindelijk bericht. In de mail stond dat mijn verhalen niet waren geselecteerd bij de ‘ruim vijftig’ kanshebbers op een prijs. Het irriteerde mij dat het er niet precies vijftig waren geweest, dan had ik wellicht nog kunnen leven met dit verlies. Dan had ik tegen mezelf gezegd dat mijn verhalen domweg nét niet goed genoeg waren om tot het streng afgebakende topklassement toe te treden, maar desalniettemin tyfusgoed. Nu was het echter duidelijk dat de organisatie gestopt was met selecteren op een punt dat alleen het meest beschamende prutswerk achter zou blijven. Ik las de vierenvijftig genomineerde verhalen online en vond de meeste erg aardig, maar geen enkele mijlenver verheven boven mijn twee probeersels.

Hieronder kunt u mijn beide verhaaltjes lezen, om zelf te bepalen hoe terecht het is dat ik zo dik verloren heb. Voor alle duidelijkheid: ik kan dus heel goed tegen mijn verlies, het is onrechtvaardigheid waar ik slecht tegen kan.

*
Geen room

 Jules staat op zijn stoel. Het koord om zijn nek voelt vanzelfsprekender dan de stropdassen die hij de afgelopen dertig jaar droeg, alsof hij voor het eerst echt naar zijn werk gaat. De enige cd die hij heeft bewaard zit in de speler. Wanneer over vier minuten en zesentwintig seconden de violen aanzwellen zal hij de stoel wegtrappen en is het verhaal voorbij.

 Dan gaat de deurbel. Jules weet dat het geluid uit een ander land komt, dat hij het niet hoeft te horen. Maar de zoemer blijft ingedrukt worden, eerst een paar keer kort en dan een paar keer heel lang. Voorzichtig bevrijdt Jules zichzelf.

 Voor de deur staan twee meisjes in gele regenjassen. "Hallo meneer", zeggen ze in koor, "wilt u misschien kinderpostzegels kopen?" Jules hoort iets over een school in Ethiopië. Wat Ethiopië betekent weet hij niet meer, het klinkt als de naam van een orgaan.

 De velletjes met postzegels gaan in de la onder het bureau. Jules wil terug naar zolder lopen, maar gaat op de bank zitten en zet de tv aan. Een man met hagelwitte tanden kijkt zijn kamer in. "Iedereen denkt dat er room in moet, maar dat is fout. Fout!" roept hij. Jules vraagt zich af hoe laat de winkels dicht zullen gaan.

*
De sprong

Er is, voor zover ik weet, niemand die zoveel voor anderen doet als mijn vader. Van tuinhekjes tot belastingaangiftes, hij staat altijd klaar om buren en familieleden te helpen. Des te opmerkelijker mag de sprong genoemd worden die nu vijftien jaar op mijn netvlies brandt.

Het was dertig april en de Koningin zou een bezoek brengen aan Marken. Wij gingen ook. Niet omdat wij nou zo koningsgezind waren, we kwamen voor mijn vaders secretaresse. Zij was een inwoonsters van het schiereiland en zou in klederdracht de festiviteiten leiden.

Zoals gewoonlijk deed mijn moeder lang over haar haar en werd mijn vader ongeduldig. Zo gauw ze de auto was ingestapt trapte hij met volle kracht op het pedaal. Aangezien ik snel last had van wagenziekte en daarom altijd zwijgzaam achterin zat, kwamen mijn ouders er pas bij de haven van Volendam achter dat ze zonder mij vertrokken waren. Enigszins beduusd door het uit mijn hand wegschietende portier was ik huiswaarts gekeerd. Laurel & Hardy waren op tv.

Toen de auto voor een tweede keer bij de haven aankwam, verliet de boot net de kade. Mijn vader nam een aanloop en sprong. De sprong was sierlijk en egoïstisch. Het kwam hem te staan op een gezamenlijke reprimande van de stuurman en mijn moeder. Die dag werd mijn vader een mens voor mij.

Mail

Kasper van Royen is Hard//hoofd-redactielid, is naast vader ook filosoof, ex-docent, ex-dichter, ex-echtgenoot, popfetisjist en postbode.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Zwervende organen en feminiene furie

Zwervende organen en feminiene furie

Hysterie was vroeger een diagnose voor seksueel gefrustreerde vrouwen, in deze column pakt Lieke van de Belt het woord terug. Lees meer

Gaten in mijn vroegste overtuiging

Gaten in mijn vroegste overtuiging

Michiel Cox’ broer wil als vrijwilliger het leger dienen. Hoe kan Michiel zijn begrip daarvoor rijmen met de idealistische opvoeding van zijn ouders? Lees meer

Het kattenvrouwtje dat de boom in sprong

Het kattenvrouwtje dat de boom in sprong

Lieke van den Belt mijmert over verlegenheid en Minoes. Waarom bestaan er toch zo veel vooroordelen over kattenvrouwtjes? En zal ze zelf veilig vanuit de boom toekijken, of springt ze er uit? Lees meer

‘Zij moet echt normaal doen!’ riepen de mensen die verkrachtingsfantasieën over mij schreven

‘Zij moet echt normaal doen!’ riepen de mensen die verkrachtingsfantasieën over mij schreven

Marthe van Bronkhorst dacht dat het met conservatieve haat en machocultuur wel meeviel in Nederland, maar na anderhalve maand online haat en doodverwensingen, weet ze beter. Lees meer

We hebben armoede opgelost: een toneelstukje

Marthe van Bronkhorst schreef een kort toneelstukje waarin Ruben Brekelmans en Dilan Yesilgöz uiteenzetten hoe ze armoede willen gaan oplossen. Lees meer

Dunne intellectuele belangstelling

Dunne intellectuele belangstelling

Michiel Cox is vastbesloten om als docent aan zijn mbo-studenten meer dan alleen praktische kunde over te dragen. Hoewel studenten zijn lessen mild spottend een ‘zitvak’ noemen, merkt Cox dat bij sommigen intellectuele nieuwsgierigheid opbloeit, ondanks de lage verwachtingen van de buitenwereld. Lees meer

How can I make this about me? 1

How can I make this about me?

Marthe van Bronkhorst staat stil bij een jaar genocide en pleit ervoor om het meer over onszelf te laten gaan: 'Die dode Palestijnen hadden jouw kinderen kunnen zijn.' Lees meer

De inspraakavond

De inspraakavond

Om een progressief geluid te laten horen gaat Michiel Cox naar een inspraakavond over windmolens. Maar tijdens de bijeenkomst begint hij te twijfelen. Is dit inspraak? Lees meer

Dit kabinet is ziek - het heeft een ontstellend gebrek aan verbeelding

Dit kabinet is ziek: het heeft een ontstellend gebrek aan verbeelding

Marthe van Bronkhorst stelt dat het kabinet likkebaardend zou moeten trappelen om vernieuwende ideeën te presenteren, maar komt van een koude kermis thuis. Lees meer

De man die geen vragen stelt

De man die geen vragen stelt

Aisha's single, hetero vriendinnen worden op dates overspoeld door dominante sales pitches. Stel een vraag, lieve man, stel een vraag! Lees meer

Levensweg

Levensweg

Als Aisha een trouwerij op een Limburgse boerderij bezoekt, mijmert ze ineens over haar eigen bruiloft. Ach, trouwen is niks voor haar. Toch? Lees meer

Marktplaatsgekkies

Marktplaatsgekkies

Marthe van Bronkhorst besluit de relatiemarkt opnieuw te betreden en vraagt zich af: ben ik een koopje, of een langetermijn-investering? Lees meer

:Dit is Europa: een half-ontspoorde trein

Dit is Europa: een half-ontspoorde trein

Marthe van Bronkhorst bekijkt Europa als een treinreis en stemmen voor de Europese Parlementsverkiezingen als het zijn van de conducteur op die rammelende trein. Lees meer

Ik wil het woord tokkie nooit meer horen

Ik wil het woord tokkie nooit meer horen

"Ofwel we noemen mij voortaan een tokkie, en ik zal de titel met trots dragen. Of we stoppen met het gebruik van het woord tokkie en laten het weer alleen een familienaam zijn." In deze gastcolumn geeft Anne Schepers een ijzersterk pleidooi tegen het negatieve gebruik van het woord 'tokkie'. Lees meer

Tot morgen

Tot morgen

Na bijna vier jaar als columnist voor Hard//hoofd is het voor Eva tijd voor iets nieuws, maar afscheid nemen is niet haar ding. 'Dus lieve lezers: voor jullie nu een kus op de wang, en tot morgen!' Lees meer

Wat je niet zult zien op het nieuws

Wat je niet zult zien op het nieuws

Marthe van Bronkhorst beschrijft dat wat ongezien blijft op het nieuws over de demonstaties bij de UvA. 'Maar het is wel gezien. Het is niet onopgemerkt gebleven.' Lees meer

Mooi weer spelen

Mooi weer spelen

Als Aisha’s eerste therapiesessie niet voelt als de warme deken waar ze op hoopte, mist ze groepsgenoot S., die haar een spiegel voorhield. Lees meer

Verdomme, ik heb wel geleefd

Maar verdomme, we hebben wel gelééfd

Marthe van Bronkhorst schreef in 2019 een toneelstuk dat bijna volledig werkelijkheid is geworden. Kan ze de slotscène nog weren uit de realiteit? Lees meer

Alles wat ik wil en absoluut niet nodig heb

Alles wat ik wil en absoluut niet nodig heb

Wanneer Eva op bezoek is bij haar zus, vraagt die of Eva haar eicellen al in heeft laten vriezen. Het laat Eva nadenken over hoe ze de vraag 'Wil ik een kind?' überhaupt kan beantwoorden. 'De vraag omtrent het ouderschap is bij uitstek een gevoelskwestie, en mijn gevoel volgen is nooit mijn sterkste punt geweest.' Lees meer

Niet

Niet

'Naarmate die vakantie vorderde, begon ik die ‘niet’ te bezien in het licht van een oude angst die soms omhoogkomt. Wanneer namelijk mijn vriendin zei: ‘dat is een lantaarnpaal’ en ik zei ‘niet’, begon ik me af te vragen of we inderdaad wel dezelfde lantaarnpaal zagen.' In deze column schrijft Anne Schepers over het woord 'niet' en de gevolgen die het kan hebben voor een discussie. Lees meer

Steun Hard//hoofd en verzamel kunst!

Hard//hoofd is een vrije ruimte voor nieuwe schrijvers en kunstenaars. We zijn al veertien jaar gratis toegankelijk en advertentievrij. Zo’n vrije ruimte is harder nodig dan ooit. Steun de makers van de toekomst; sluit je vóór 1 januari aan als kunstverzamelaar en ontvang in januari je eerste kunstwerk!

Word kunstverzamelaar