In tegenstelling tot wat veel vrienden over me zeggen, vind ik mezelf hondslui. Ik kan op een dag meerdere klusjes voor mijn werk afronden, de was doen, pompoensoep koken, de kat van mijn beste vriend eten geven, sporten en vijftig pagina’s van een boek lezen en nog lig ik ’s avonds in bed te balen van mijn luiheid. Dit komt omdat een ding me op dit soort dagen vaak niet lukt: schrijven.
Schrijven is waar ik het meest gelukkig van word en wat ik (misschien wel daarom) het minste doe. Er is altijd iets wat harder roept. Dingen waarin het moeilijker is te falen. De drempel om gewoon achter mijn bureau te gaan zitten maak ik zo zelf steeds hoger. Mijn hoofd mag niet te vol zitten met andere dingen, ik moet me puur en alleen op het schrijven kunnen focussen en ik moet minstens 500 fantastische woorden in een zitting schrijven wil mijn poging geslaagd zijn.
Om dit te doorbreken, raadde een vriend van me de podcast Death of 1000 cuts van schrijver Tim Clare aan. Specifiek gaat het om de schrijfbootcamp ‘Couch to 80k’, een onderdeel van die podcast. Hier legt hij zelf uit waarom die bootcamp een goed idee is, maar in het kort: het is 8 weken lang iedere dag eventjes schrijven. Je luistert een aflevering, die bestaat uit een motivatiepraatje van Clare, een opdrachtje, en 10 minuten stilte, waarin je die opdracht uitvoert, zonder te stoppen.
Ik kan niet zeggen dat het me braaf iedere dag is gelukt, maar ik begin inmiddels wel hard het einde van de cursus te naderen. Door het enthousiasme van Clare wil ik eigenlijk alleen voor hem al beginnen aan een grootse roman. Maar het allerbelangrijkste wat ik van hem heb geleerd is het maken van lijstjes. En dan niet de to-do-lijstjes waar ik er sowieso altijd al vijf van heb rondslingeren, maar lijstjes om het lijstjes maken. Weet je even niet wat je moet schrijven? Maak een lijst van dingen die een personage in zijn tas kan hebben. Maak een lijst met bijvoeglijk naamwoorden en een met zelfstandig naamwoorden, leg ze naast elkaar en verzin slechte metaforen (‘De dood is een wollig shirt’, ‘De zee is een krakend gedicht’ of ‘de liefde is als waterig papier’). Schrijf op welke geuren je koppelt aan je herinneringen, zoals die van de kruiden in het keukenkastje van je ouders. Zolang je maar gaat zitten en schrijft.
Langzaam werd het achter mijn bureau gaan zitten steeds minder een daad van grote literaire betekenis, maar meer iets dat je gewoon kunt doen als je ervoor kiest. Clare verzekert je iedere keer weer dat je tekst ook slecht mag zijn, of dus niet eens echt een lopende tekst. Je moet op komen dagen en iets maken. Daarmee maak je het schrijven minder mysterieus en creëer je discipline.
En voor mij helpt het. Ik heb al iets minder angst voor mijn toetsenbord en, niet in het minst, een lijst met woorden waar ik van houd, zoals ‘fluitekruid’, ‘ja-knikker’ en ‘mistig’. Je weet nooit voor welke grootse literatuur dat goed gaat zijn.