Asset 14

Sōsaku hanga: Modernistische kippenvelkunst volgens het boekje?

:Sōsaku hanga: Modernistische kippenvelkunst volgens het boekje? 7

Waarom blijft prachtige kunst soms onbekend, terwijl die zo goed past bij wat we al mooi vinden? Janke Boskma kreeg kippenvel van Sōsaku hanga en dook in de Japanse kunstgeschiedenis.

De eerste keer dat ik moderne Japanse houtsneden van de kunstbeweging Sōsaku hanga zag, was in 2022, in Japanmuseum SieboldHuis in Leiden. Ik kreeg kippenvel. Zelf houd ik van (veel) modernistische kunst: is het niet fascinerend hoe kunstenaars bij sociale veranderingen interpreteren wat er gebeurt? Mijn modernistische toppers zijn bijvoorbeeld Simultaneous Dress uit 1913 van Sonia Delaunay-Terk (1885-1879) en Victory Boogie Woogie (onafgemaakt, 1944) van Piet Mondriaan (1872-1944). Delaunay vertaalde de stadsdrukte van Parijs, met bulderende trams en gaslantaarns, naar een patchworkjurk om de tango in te dansen. Mondriaan werkte in New York met gekleurde tape om zijn gewenste compositie voor zich te zien. Boogiewoogiemuziek hoorde bij snelheid en het moderne leven, vond hij. Adembenemend hoe deze kunstenaars in deze werken de actualiteit van destijds laten zien.

In het SieboldHuis trok de houtsnede Tipsy uit 1930 mij meteen naar zich toe (afb. 1). Een vrolijke prent van Kobayakawa Kiyoshi (1899-1948) waarop een vrouw met een bobkapsel je ontspannen aankijkt. Leunend op een tafeltje waar ook een frosted cocktailglas op staat, komt ze uit een dieprode achtergrond naar voren. Ze deed me denken aan de westerse ‘nieuwe vrouw’ - zelfstandige vrouwen in het interbellum, die buitenshuis werkten en op zichzelf woonden. Geen toeval: aan de andere kant van de wereld was iets vergelijkbaars gaande en was de term modan garu gangbaar, vrij naar modern girl. Deze vrouwen - zo ongeveer de belichaming van de moderne tijd - braken met tradities, zoals ook industrialisatie, mobiliteit en massaconsumptie niet op het verleden gebaseerd waren. Ik zag op de tentoonstelling nog een moga aan de biljarttafel en meisjes in kimono in een schiettent[1]. Verderop zag ik kleurrijke stadsgezichten, abstracte houtsneden en landschappen. Ze oogden eigentijds, met een grovere, meer onafgewerkte uitstraling dan de mij bekendere verfijnde prenten.

Ik vond Sōsaku hanga meteen schitterende moderne kunst, die ongetwijfeld in mijn culturele archief paste. De tentoonstelling in het SieboldHuis was echter pas de eerste overzichtstentoonstelling ervan in Europa. Hoe kon dat? En hoe kon ik deze kunst eerder gemist hebben? Gegrepen dook ik erin, en al gauw merkte ik hoe rigide opvattingen in het verleden ertoe geleid hebben dat deze geweldige stijl onbekend is gebleven bij (westerse) kunstliefhebbers als ik.

:Sōsaku hanga: Modernistische kippenvelkunst volgens het boekje? 10
Afb. 1. Kobayakawa Kiyoshi, Tipsy, 1930, houtsnede op papier. Credits Rijksmuseum Amsterdam. Schenking Stichting Für Elise. Collectie Nihon no hanga, verzameld door Elise Wessels-van Houdt, 2022.

Westerse inspiratie

Sōsaku hanga kreeg aanvankelijk maar moeilijk voet aan de grond. De stijl ontstond in de tijd dat er lucht kwam in de intern gerichte en streng gereguleerde Japanse samenleving, na eeuwenlange afsluitingspolitiek (sakoku). Nadat de Amerikanen in 1853 het land dwongen de grenzen te openen, veranderde Japan in een razend tempo. Kunstenaars begonnen te reizen en westerse collega’s bezochten Japan. Het westerse gedachtegoed, waarin juist de individuele stijl van een kunstenaar waarde geeft aan een kunstwerk, sprak een aantal kunstenaars aan. Deze kleine groep avant-gardekunstenaars noemde zich de Sōsaku hanga-beweging (creatieve-prentbeweging); anderen staken de traditionele prenten in een nieuw jasje, onder de naam Shin hanga (nieuwe prenten). De Sōsaku hanga-beweging claimde artistieke autonomie en doorbrak oude gebruiken. Onder het motto ‘zelfgetekend, zelfgesneden en zelfgedrukt’ verbeeldde ze de eigen leefwereld en weigerde ze halsstarrig (een andere vorm van) door de staat gepromoot modernisme te volgen.

Kanae besloot toen definitief creatieve prenten te gaan maken, omdat hij bij het maken ‘vrijheid en onafhankelijkheid ervoer’

:Sōsaku hanga: Modernistische kippenvelkunst volgens het boekje? 11
Afb. 2. Utagawa Hiroshige, Plotselinge avondregen bij de Grote Brug van Atake, van de serie Honderd beroemde gezichten op Edo, 1857, houtsnede op papier. Credits: Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting).

:Sōsaku hanga: Modernistische kippenvelkunst volgens het boekje? 12
Afb. 3: Vincent van Gogh, Brug in de regen: naar Hiroshige, 1887, olieverf op doek. Credits: Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting).

:Sōsaku hanga: Modernistische kippenvelkunst volgens het boekje? 2
Afb. 4. Yamamoto Kanae, Vrouw uit Bretagne, 1920, houtsnede op papier. Credits: Rijksmuseum, Amsterdam. Schenking Stichting Für Elise. Collectie Nihon no hanga, verzameld door Elise Wessels-van Houdt, 2022.

De prentmakers lieten zich inspireren door het werk van de Nederlander Vincent van Gogh (1853-1890), die zich op zijn beurt in Parijs door de klassieke Japanse prenten had laten beïnvloeden (afb. 2, afb. 3; japonisme). Ook de Fransman Paul Gauguin (1848-1903) en de Rus Wassily Kandinsky (1866-1944) vormden rijke bronnen van inspiratie. In het geabstraheerde portret van een meisje met Bretonse kap (afb. 4) herkende de Nederlandse verzamelaar Elise Wessels-van Houdt (1943-2023) de directe invloed van Gauguin[2]. Daarnaast verschilde de intentie van Gauguins rusteloze zoektocht naar ‘puurheid’ om zijn kunstenaarschap te voeden niet wezenlijk van de drive van Yamamoto Kanae (1882-1946) tijdens en na zijn Franse reis. Kanae besloot toen definitief creatieve prenten te gaan maken, omdat hij bij het maken ‘vrijheid en onafhankelijkheid ervoer’. Dat heeft zich vertaald in prenten die zicht bieden op de veranderende (Japanse) samenleving met verrassende motieven, formaten en lijnvoering. Net als bij Brug in de regen: naar Hiroshige van Van Gogh (afb. 3) bevatten de prenten een modern, hedendaags idioom, bijna tegengesteld aan de verfijnde esthetiek van de klassieke prenten.

:Sōsaku hanga: Modernistische kippenvelkunst volgens het boekje? 9
Afb. 5. Yamamoto Kanae, Visser, 1904, houtsnede op papier. Credits: Rijksmuseum Amsterdam. Schenking Stichting Für Elise. Collectie Nihon no hanga, verzameld door Elise Wessels-van Houdt, 2022

De stap naar modernisme

Kanae was de eerste die in zijn eentje een afdruk maakte met zijn eigen leefomgeving als onderwerp[3]. Zijn Visser uit 1904 (afb. 5) geldt daarom algemeen als het beginpunt van Sōsaku hanga[4]. Hij kreeg echter weinig erkenning en de beweging worstelde in haar beginjaren dan ook om te overleven. Wat niet hielp, was het onbegrip bij de jaarlijkse tentoonstelling van Bunten, de Japanse versie van de Parijse Salon. Die bleef houtsneden als inferieur ambachtelijk werk beoordelen en ze pasten evenmin in de door Bunten gehanteerde categorieën. De pioniers van Sōsaku hanga liepen op tegen onbegrip, maar Kanae zette door: Visser verscheen in een literair tijdschrift en hij formuleerde, bon ton in die tijd, zijn artistieke manifest. Sōsaku hanga ontwikkelde zich verder met abstract werk (afb. 6), eigen tentoonstellingen in warenhuizen en tijdschriften, toelating tot Teiten - de opvolger van Bunten - in 1938 en een eerste prijs daar voor Munakata Shiko (1903-1975). Er kwamen series, zoals in 1935, van het na de aardbeving herrezen, gemoderniseerde Tokio van Kishio Koizumi (1893-1945; afb. 7) en de registratie van de verslagenheid na de atoombombardementen op Hiroshima en Nagasaki in 1945 (Matsuzaki Ui-chi (1895- 1972): Acht gezichten op het nieuwe Nagasaki).

:Sōsaku hanga: Modernistische kippenvelkunst volgens het boekje? 6
Afb. 6. Onchi Kōshirō, Things Suspended in the Sky, 1914, houtsnede op papier. Credits: The National Museum of Modern Art, Kyoto.

:Sōsaku hanga: Modernistische kippenvelkunst volgens het boekje? 7
Afb. 7. Koizumi Kishio, Rivieroever bij de Sukiya-brug, 11, 1935, houtsnede op papier. Credits: Rijksmuseum Amsterdam. Schenking Stichting Für Elise. Collectie Nihon no hanga, verzameld door Elise Wessels-van Houdt, 2022.

Toen Japan zich ook militaristisch en imperialistisch ontpopte, stond de Sōsaku hanga-beweging op een laag pitje. Er was gewoonweg te weinig papier voorhanden. De thematiek was in die tijd vaak patriottisch en nostalgisch. Zo blies Onchi Kōshirō (1891 – 1955) de creatieve houtblokkunst in 1945 nieuw leven in met de serie Herinneringen aan Tokio – het Tokio van vóór de wolkenkrabbers. Met de hoop op een internationale klantenkring drukte hij een Japans- én Engelstalige folder en legde hij contact met in Japan gelegerde Amerikaanse soldaten (1945-1952)[5]. En dat werkte. Wederom zorgde Amerikaanse belangstelling voor een omslag. Soldaten namen de prenten als souvenir mee naar huis. En met Portret van Hagiwara Sakutaro van Onchi Kōshirō uit 1943 (afb. 8) en de eerste wetenschappelijke publicatie (1949) kwam er internationaal artistieke erkenning. Toen twee Sōsaku hanga-prenten ook nog eens eerste prijzen wonnen op de Biënnale van Sao Paolo (1951), werd in het thuisland geschokt gereageerd, maar was de opmars van Sōsaku hanga definitief begonnen.

:Sōsaku hanga: Modernistische kippenvelkunst volgens het boekje? 8
Afb. 8. Onchi Kōshirō, Portret van Hagiwara Sakutarō, 1943, houtsnede op papier. Credits: Rijksmuseum, Amsterdam. Schenking Stichting Für Elise. Collectie Nihon no hanga, verzameld door Elise Wessels-van Houdt, 2022.

Verzamelaars, vooral in de Verenigde Staten, raakten in de ban van de stijl. Elise Wessels-van Houdt ontdekte de prenten toen ze haar man op zijn zakenreizen naar Japan vergezelde in de jaren tachtig van de vorige eeuw, en begon ze te verzamelen. Haar collectie, inmiddels een van de grootste ter wereld, stelde ze ten toon in haar eigen museum, tot ze een deel aan het Rijksmuseum doneerde ter gelegenheid van haar tachtigste verjaardag. Zij overleed korte tijd later, in 2023.

Verrassing

Mijn zoektocht leerde me dat de geschiedenis van Sōsaku hanga illustreert met welke bril de kunsthistorische canon - kunstschatten waarover brede consensus (b)lijkt te bestaan - tot stand is gekomen. In het standaardwerk History of Modern Art worden moderniteit en modernistische kunst namelijk beperkt tot een gebied en een tijd: de industrialisatie van West-Europa en Noord-Amerika[6].

Vervolgens ging ik met behulp van de criteria politiek, geografie, economie en kritiek begrijpen waarom westerse moderne kunst in alle overzichten van de kunstgeschiedenis te vinden is, maar Sōsaku hanga daar ontbreekt. Een van de kunsthistorische gevolgen van de politieke beslissing van de Verenigde Staten om Japan te ontsluiten was dat Europese kunstenaars nieuwe inzichten kregen toen ze de Japanse prenten in Parijse kunsthandels zagen. Maar dat vervolgens Japanse kunstenaars vergelijkbare inzichten kregen toen ze de (voor hen) nieuwe openheid en uitwisseling van ideeën ervoeren, blijft onvermeld.

Met hun idee van de onveranderlijkheid van niet-westerse culturen zagen critici westerse kunst als ‘kwalitatief superieur’ en ‘innovatief’

Verbazingwekkend genoeg wordt de beginperiode van het modernisme in verplichte literatuur voor kunstgeschiedenisstudenten als een strikt westerse ontwikkeling gezien. Westerse critici die westerse (mannelijke) modernisten omarmden, sloten zo kunst uit andere delen van de wereld feitelijk uit. Sōsaku hanga paste niet in hun hokje voor modernisme. Toen door politieke besluiten oorlog woedde, werden de prenten souvenirs en verzamelobjecten. Nog steeds is er een levendige handel en vele prenten worden tentoongesteld in zogenaamde natuurhistorische of volkenkundige musea. Pas in 2022 werd de eerste overzichtstentoonstelling in Europa gehouden, van prenten die Elise Wessels-van Houdt heeft verzameld. En dankzij haar maakt deze Nederlandse verzameling nu bijna in haar geheel deel uit van de collectie van het Rijksmuseum.

Op de economisch gemotiveerde openstelling in 1853 van Japan antwoordde de Japanse overheid met een charmeoffensief van klassieke prenten op de westerse markt. Toen Japan eenmaal een open economie had gekregen, ontketende de Japanse regering in eigen land bovendien een moderniseringsgolf. Met die economische strategie promootte ze ook het westerse modernisme; op de net opgerichte kunstacademie werd westerse schilderkunst (realisme) gedoceerd. De houtsneden van de Sōsaku hanga-beweging pasten niet in dit overheidsbeleid.

Op verschillende plekken op de aardbol werd en wordt verschillend naar kunst gekeken. Landen in Europa beïnvloedden elkaar met een gedeeld kunstbegrip, uitwisseling van ideeën, christelijke opvattingen en handels- en koloniale relaties. Japan maakte door het bewuste isolement een eigen ontwikkeling door, met een sterke interactie met het nabijgelegen China en geïnspireerd door shinto en boeddhisme. Na de openstelling in 1853 werd de invloed van Europa en Noord-Amerika sterker. Dáár maakt niet-westerse kunst doorgaans deel uit van ‘etnische’ (afdelingen van) musea. Zo maakt een andere afdruk van Tipsy ook deel uit van de collectie van het Amerikaanse Saint Louis Art Museum, dat een Aziatische afdeling heeft, naast een afdeling met (westerse) moderne en hedendaagse kunst.

Sōsaku hanga-prenten behoren ongetwijfeld tot mijn culturele archief

Het westerse modernisme doorbrak conventies. Door de erkenning van (westerse) critici verspreidde het zich over de hele wereld. Met hun idee van de onveranderlijkheid van niet-westerse culturen zagen critici westerse kunst als ‘kwalitatief superieur’ en ‘innovatief’. Met zo’n bril op ontgaat je natuurlijk nogal snel dat in het begin van de twintigste eeuw in recordtempo een vergelijkbare kunst-infrastructuur werd opgebouwd in Japan. In Japan zelf liep, we zagen het al, Sōsaku hanga weinig in het oog. Vóór de openstelling was (technische) vakbekwaamheid het hoogste goed. Weliswaar kwam er na 1853 een jonge traditie van kunstcritici en -historici op gang, maar pas toen Amerikaanse critici de Sōsaku hanga-prenten als verzamelaarsitems begonnen te waarderen, verschenen ze op internationale tentoonstellingen. En toen ze daar in de prijzen vielen, kregen ze natuurlijk ook ruimere erkenning. Maar die erkenning haalde – en haalt – het niet bij die van de westerse modernisten.

Sleeper

Sōsaku hanga-prenten kende ik nog niet, tot 2022. Het spreekt me aan hoe deze kunstenaars de sociale veranderingen interpreteren en modernistische kunst maken. Sōsaku hanga-prenten behoren ongetwijfeld tot mijn culturele archief. Mijn persoonlijke toppers komen vanzelfsprekend niet geheel overeen met het collectieve culturele archief, de ‘canon’. Waarom de Japanse prenten, ontstaan in een tijd waarin Japan de moderne tijd in werd gekatapulteerd, niet tot dit collectieve archief behoort, was me echter een raadsel. Langzaam ontrolde zich het verhaal van hoe politieke, economische en geografische factoren en (on)bewuste vooringenomenheid en vooroordelen bij (kunst)historici invloed hebben gehad op de vorming van deze ‘canon’. Dáárom is kunst van de Sōsaku hanga-beweging een sleeper, een verhaallijn die verbazingwekkend genoeg nog geen prominente plaats heeft in de kunstgeschiedenis. De ‘canon’ is door deze beperkte bril ontstaan, waardoor Sōsaku hanga (nog) niet tot de meest gezaghebbende werken behoort. Maar kijkend met de bril van nu zie je dat kippenvelkunst zich niets van hokjes aantrekt.

Headerbeeld: Koizumi Kishio, Rivieroever bij de Sukiya-brug, 11, 1935, houtsnede op papier. Credits: Rijksmuseum Amsterdam. Schenking Stichting Für Elise. Collectie Nihon no hanga, verzameld door Elise Wessels-van Houdt, 2022.

1. Kawanishi Hide (1894-1965), Meisjes van de schiettent, (1933). Nakagawa Isaku (1899-2000), Biljartende vrouw (1933).
2. Steenbergen, “Schenking Elise Wessels.”
3. De Vries, Sōsaku hanga, 301.
4. Ibid., 6.
5. Onchi, “The Modern Japanese Print”, 13.
6. H. H. Arnason en Elizabeth Mansfield, History of Modern Art: Painting, Sculpture, Architecture, Photography, 7e druk (Boston: Pearson, 2013), 3.

Mail

Janke Boskma (Gorinchem, 1962) is sinds 2023 kunsthistorica. Met haar eveneens bestuursrechtelijke achtergrond is ze geneigd hoofd en hart als gescheiden werelden te zien. Door kunst laat ze zich graag raken. Om vervolgens uit te zoeken wat er eigenlijk gebeurt.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Zomers zwijgen

Volim nas: hoe de taal van de liefde mijn lichaam tot stilte maande

Wat als je vertrouwen in jezelf en je lichaam plotsklaps wordt aangetast door epileptische aanvallen? En tegelijkertijd je vertrouwen in de onvoorwaardelijke liefde van je oma ook op losse schroeven komt te staan? In een persoonlijk essay neemt Dorea Laan je in beeldende taal mee in deze zoektocht. Lees meer

:Meer dan Maria: het moederschap in de beeldende kunst 3

Meer dan Maria: het moederschap in de beeldende kunst

Wat betekent het om moeder te zijn? En wanneer ben je dan een ‘goede moeder’? Moederschap, en alle nuances daarrond, blijft onderbelicht. Anne Louïse van den Dool onderzoekt via de representatie van moeders in de beeldende kunst de vele kanten die horen bij moeder zijn. Lees meer

Als je écht kinderen wilt redden

Als je écht kinderen wilt redden

Shashitu Rahima Tarirga kwam 33 jaar geleden via interlandelijke adoptie naar Nederland vanuit Ethiopië. Na een reis naar Ethiopië maakt ze nu een afweging tussen haar leven hier en het gemiste leven daar. 'Weegt een westers paspoort op tegen het moeten omgaan met de trauma’s van scheiding en achterlating? Weegt een leven hier op tegen onbekendheid met je leven daar?' Lees meer

nuclear family

Queerkroost

In een briefwisseling over queer ouderschap zoeken Eke Krijnen en Lisanne Brouwer naar steun, herkenning en een houding om de maatschappelijke discriminatie buiten het gezinsleven te houden. Lees meer

Informatiehonger

Informatiehonger

We verslikken ons in data, maar blijven gulzig drinken. In dit essay onderzoekt Paola Verhaert hoe onze honger naar informatie — ooit gevoed door boeken, nu door eindeloze datastromen — ons hoofd én onze wereld begint te verzwelgen. Waar ligt de grens? En merken we het als we die overschrijden? Lees meer

:Naar een taal die consent fucking overbodig maakt: brieven over consent

Naar een taal die consent fucking overbodig maakt: brieven over consent

In haar laatste brief aan Alara buigt Yousra zich over taal: hoe taal seksueel geweld normaliseert en hoe taal inwerkt op onze erotische verbeelding. Geweldloze verhoudingen scheppen via taal is voor haar zowel een kwestie van nieuwe talen schrijven als oude of bestaande talen herinneren. Lees meer

Kind van lelijke huizen

Kind van lelijke huizen

Om haar heen ziet Anne Schepers dat de kinderen uit ‘mooie huizen’ die wél een financieel vangnet hebben eerder de stap naar freelancewerk kunnen maken. Ze staat voor de keuze: lijden voor de kunst of doen wat de maatschappij verantwoordelijk acht? Lees meer

:Een reeks foto’s: brieven over consent

Een reeks foto’s: brieven over consent

Voor Alara Adilow voelt het alsof er altijd hiaten overblijven na het schrijven van een antwoord op een brief, en ze vraagt zich af of ze daarom steeds midden in de nacht wakker wordt. Ze denkt na over hoe de zachte aanrakingen niet alleen voor haar lichaam helend kunnen zijn, maar ook voor onze gewelddadige maatschappij, waar pestgedrag en leedvermaak machtsgrepen zijn. Lees meer

:Hoe te dromen:  Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Hoe te dromen: Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Als Stella Kummer ’s ochtends wakker wordt, bespreekt ze in bed haar dromen met haar vriend. Terwijl ze aan hem vertelt wat er die nacht in haar droomwereld is omgegaan, denkt ze na over dromen over de wereld. Begint het veranderen van de wereld niet eigenlijk gewoon in bed? Lees meer

Auto Draft 8

Een transformatie van verlangen: brieven over consent

Wat als we consent en verlangen zélf als de voorwaarden van bevrijding en sociale rechtvaardigheid zien? Yousra Benfquih licht toe hoe genot-activisme ons niet alleen toelaat om ons tegen de dingen te verzetten, maar ook om te onderzoeken waar we naar verlangen. Lees meer

Mijn naam roept 1

Mijn naam roept

Hodo Abdullah beschrijft hoe de geschiedenis van Somaliland haar ook veel over haarzelf leerde. Hoe komt het dat het geloof in henzelf, de veerkracht en de trots van de Somalilanders zo verankerd zit in hun DNA? Wat geeft hun de kracht om door te gaan? Lees meer

:Armoede, de bedpartner die je verlangen indringt: brieven over consent

Armoede, de bedpartner die je verlangen indringt: brieven over consent

Alara Adilow blikt terug op haar jongere zelf en ziet hoe onwetendheid en zelfdestructie haar afsneden van zorg en liefde, tot feministische en postkoloniale denkers haar aanraakten en haar openstelde om naar zichzelf en de wereld te kunnen kijken. Lees meer

Mooi vanbuiten en vanbinnen: pleidooi voor dagdagelijkse entomologie 2

Mooi vanbuiten en vanbinnen: pleidooi voor dagdagelijkse entomologie

Insecten hebben een slecht imago. We houden ze het liefst ver uit de buurt, maar dat is onterecht, vindt Jitte. Met dit artikel bewijst hij je graag van het tegendeel en vertelt hij hoe sluipwespen lieveheersbeestjes inschakelen als lijfwacht voor haar larven, over de indrukwekkende hersenen van de Darwinwesp, en hoe je een mierenkolonie opzet met één koningin. Lees meer

Composthoop

Een symfonie van het kleine leven

Jesse Van den Eynden neemt je mee in de symfonie van het kleine leven dat zich afspeelt in de duisternis van de composthoop. In dit liefdevolle essay beschrijft hij hoe zijn leven steeds meer overgenomen wordt door de rottende en levende massa in zijn tuin, en hoe het slurpen, klikken en kraken van de aarde en haar bewoners een meditatieve ervaring worden. Lees meer

Eiland zonder eilandjes

Eiland zonder eilandjes

Bram de Ridder is vervangend psychiater op Bonaire. Maar hoe moet hij zich als witte zorgprofessional verhouden tot de mensen van het eiland? Lees meer

Huizen, omhulsels

Huizen, omhulsels

Anne Schepers had nooit gedacht dat ze een huis kon kopen. Tijdens de verbouwing denkt ze na over huizen als politiek middel, hoe het is om als sociale klimmer ruimte in te nemen en waarom dromen over een fantasiehuis een privilege is. Lees meer

:Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent is complex in een wereld gevormd door koloniaal geweld. Yousra Benfquih vraagt zich in haar eerste brief aan Alara Adilow af hoe consent een instrument kan worden van verzet. Lees meer

Iemand die in je gelooft

Iemand die in je gelooft

Jam van der Aa ontdekte pas laat dat ze autisme heeft. Toen ze jong was herkende jeugdzorg bovendien niet de rol van autisme in de onveilige situatie bij haar thuis. Ze was gedreven en nieuwsgierig, maar lange tijd op zichzelf aangewezen. Dit essay is een pleidooi voor betere jeugdzorg en gaat over veerkracht en jezelf leren begrijpen en vertrouwen. Lees meer

Automatische concepten 87

Van mijn spreekkamer tot aan Afghanistan

In haar behandelkamer zit Jihane Chaara als forensisch psycholoog niet alleen tegenover slachtoffers, maar ook tegenover daders van dwingende controle, een vorm van huiselijk geweld. Wat is het verband tussen deze psychologische, onderdrukkende machtstructuur van een individidu als meneer X in haar spreekkamer, en het regime van de Taliban in Afghanistan? Een essay over de verbinding tussen daderschap, ontkenning, grotere structuren van vrouwenonderdrukking en verzet. Lees meer

Einde Schooldag

Einde Schooldag

Leerlingen zijn als tijdelijke passanten van wie je een hoop weet, maar nooit hoe het met ze af zal lopen. 'Ze zijn open eindes', zo schrijft Engels docente Charlotte Knoors in dit persoonlijke essay over de raadselachtige verhouding tussen docent en student. Lees meer

Hard//hoofd zoekt vóór 28 juli 2.500 trouwe lezers!

Hard//hoofd verschijnt weer op papier, nu met extra bijlage! In Honger lees je over de pijn, het verlangen en de schoonheid van datgene waar we naar smachten. Schrijf je vóór 28 juli in voor slechts 3 euro per maand en ontvang Honger in september in de brievenbus, mét bijlage Ik wil, wil jij ook? over seksueel consent. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer