In de zomerserie ‘Slentermijmeringen’ reist Annelies van Wijk naar vier Europese steden. Dolend langs Manneke Pis, reuzencitroenen en pijnlijke herinneringen, treedt ze in een sprankelende dialoog met de plekken, hun taal en hun bewoners, maar vooral ook met zichzelf. Vandaag: Rotterdam.
Energiekastjes bespoten met graffiti. Gordijnen op een kier. Op een voordeur staat in plakletters:
'NEE
ik wil niks kopen
ik wil geen abonnement
ik wil niet over God praten
dus blijf van mijn bel af
DANK U'
Ik loop langs de speeltuin waar ik mijn eerste bloemetjesring verloor. Het houten huisje staat er nog, waar ik ooit woonde met mijn kleutergeliefde. Hij de prins, ik Sneeuwwitje in haar glazen kist. Ik beval hem mij wakker te kussen, terwijl ik ook wel wist dat hij liever Pinguïn Panic speelde. Wie het uitmaakte ben ik vergeten.
Elke straathoek lijkt op een herinnering. Ze struikelen over elkaar heen als kinderen die voor het eerst op grote-mensen-skates over scheefliggende tegels rijden. Een schrijver zei eens: bij elke ademteug die we nemen liegen we meer over ons verleden. Herinneringen vormen zich steeds naar het levensverhaal waarin je gelooft. Zo verdwijnen bepaalde gevoelens en beelden die niet met dat verhaal stroken.
Geloof ik nog in het meisje dat alleen op haar kamer playbackdansjes maakte? Geloof ik in het moment dat mijn BFF geslagen werd door haar vader? Of geloof ik in de herinneringen van de overenthousiaste blokfluitleerling die steevast vooraan stond tijdens concerten in haar pofmouwtjesblouse? Of toch het verhaal van de juf die zei: ‘Annelies, wanneer stop jij nu in hemelsnaam met verdrietig zijn?’
Alle plekken waar ik langsloop lijken mozaïeksteentjes waarin geen samenhangend verhaal te herkennen valt. Ik probeer te besluiten dat dit geen wandeling wordt waarin ik elke plek als litteken liefkoos. De open plek in de struiken is een open plek in de struiken. De halve knuffelpony aan een tak is gewoon een pony van een ander. Op het kunstgrasveld zijn tientallen andere knieën gevallen.
Er brandt een waxinelichtje in het raamkozijn van mijn oude buren. 'Home is where the heart is' staat op de waxinelichthouder geschreven. Ik gruwel van die zin, al schuilt daaronder lichte jaloezie: hier wonen mensen die durfden te besluiten dat ze ergens thuishoren.
Al wandelend steek ik telkens mijn vinger in een nieuwe herinneringsgevel. Met mijn nagel krab ik het steen eruit in de hoop naar binnen te kunnen kijken. Alsof achter het kijkgat een absolute waarheid ligt verscholen die ik in mijn jaszak kan stoppen. Er bewijs is dat ik me heel kan voelen.
Zo werkt het niet. Iedereen zal door het kijkgat iets anders zien.
Annelies van Wijk (1993) is redacteur bij Hard//hoofd, maakt podcasts, wandelingen en kletst het liefst met vreemden over vogels en het leven. // annelies.van.wijk@hardhoofd.com
Jop Luberti (1977) is illustrator en grafisch ontwerper. Op de Risograaf experimenteert hij graag met kleurrijke patronen en in het oog springend decoratief werk. Zijn hoogste ideaal: tekenen zoals Kurt Vonnegut schrijft. // jopluberti.com