Foto: Mees List
"Oh my God, Casey?!?" Ik loop zeiknat Café International binnen op zoek naar Sofie, die hier vanavond gaat zingen op een open mic avond. Haight Street, thuishonk van de vroegere hippies, is niet al te ver fietsen van mijn huis en als oer-Amsterdamse besloot ik ondanks stromende regen mijn outfit te ruïneren en toch op de fiets te komen. Ik kan het water uit de bodem van mijn hakken voelen sijpelen en mijn baret druipt lekker charmant druppels over mijn gezicht. Sofie is nergens te bekennen in dit lunchcafé wat blijkbaar 's avonds de deuren opent voor allerlei vage lui op zoek naar eeuwige roem of in ieder geval wat erkenning. Een roodharige gast, half gekleed in een Schotse ruit met bijpassende pet, met een korte broek over een joggingbroek komt enthousiast op me af gerend omdat ik blijkbaar precies op iemand lijk die hij kent. Opeens begrijp ik hoe het kan dat Sofie hier slechts een maand is maar om de haverklap afspreekt met mensen die ze op deze avonden ontmoet: iedereen begint zomaar ongevraagd een eind tegen je aan te lullen. Ik baan me langs het vriendelijke gedreadlockte volk weer naar buiten om in de naastliggende kroeg bier te drinken met haar, ze is blijkbaar ook even gevlucht voor iedereen.
Wanneer we besluiten terug te gaan is het wat rustiger geworden in het café. Nog maar een paar mensen in de rij voor het optreden. Over het algemeen probeer ik open podium avonden te vermijden als de pest, ik word er extreem ongemakkelijk van om gedwongen naar singer/songwriters te moeten luisteren, en als het ook nog eens amateurs zijn weet ik al helemaal niet waar ik het moet zoeken. Afijn, voor vrienden moet je soms je principes opzij zetten en al helemaal als ze helemaal naar San Francisco zijn overgekomen. We zitten nog geen twee seconden met ons biertje in de hand, of ik word gecomplimenteerd met mijn optreden door een enthousiaste knakker met een baard waar je u tegen zegt. "You guys were awesome! You played first," zegt hij tegen Sofie die het overigens niet hoort terwijl ze haar gitaar stemt, "and then you were great too!" Even voor de duidelijkheid, geen van ons heeft zich überhaupt nog in de buurt van het podium begeven, en ik ben al helemaal niet van plan om ook maar één noot uit mijn strot te laten komen. We proberen de gast uit te leggen dat we niet hebben gespeeld maar het maakt de gast geen zak uit. "You're awesome anyway!" Thanks, dude.
Sofie is inmiddels aan de beurt en heeft blijkbaar in korte tijd al een naam voor zichzelf gemaakt, mensen juichen van herkenning en ik schuifel naar de allervoorste kruk om als trotse mama het hardst te klappen, tot het bijna gênant wordt (maar moeders zijn altijd schaamteloos, zoals we allemaal weten.) Helaas moet ze na twee korte nummers al plaats maken voor de volgende, en wij bevinden ons opeens op de eerste rij. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om gelijk weer naar achter te vertrekken dus zitten we noodgedwongen de laatste nummers uit. En dan komt het.
Spoken word. Alsof iemand van hoger af me probeert uit te testen komt een schuchtere achttienjarige naar voren en begint filosofische zinnen uit te stoten alsof het niets is. "Incarnation is not a dungeon, it is a cloud before the sun", zegt hij, en "life is what you sow... plant nothing but love" en ik voel de regen buiten mijn naam roepen, terwijl de sigaretten in mijn zak branden. Gelukkig is hij bijna klaar en kunnen we naar buiten rennen, maar niet voordat iedereen MySpace pagina's heeft uitgewisseld en me heeft uitgenodigd voor de volgende open mic avond, elders deze week. Oh hell no. Ik loop nog liever de plomp in.