Asset 14

richtingen, ruimtes, rijping

Huizen, omhulsels 1

Anne Ballon schreef drie gedichten over een innerlijk dialoog. Met zachte, precieze en lichamelijke beelden neemt Anne ons mee in een conflict tussen een ‘jij’ die naar geborgenheid in seksuele ervaringen zoekt en een ‘ik’ die aan dit zoeken probeert te ontsnappen.

richtingen
wat voedt ons nog?
je vingers opengespreid langs de hals in de taal die ik niet meer wil maar vloeiend spreek
een taal in mijn lichaam opgeslagen

ik weet: we gingen een donkere kamer binnen om onze contouren te vergeten
ik ben hier en kijk naar jou: hoe je de kamer tracht vast te houden als een teder, warm ding 
jezelf geplaatst in het decor: naar je gezicht zoekend in de blik van een ander

soms is het een kwestie van ons lichaam dingen te geven (goed of slecht): 
vingers in de mond, buigen en schichtig slikken
knipperende ogen, glanzende lippen 

een kopie van kopie van kopie van een beeld

ik heb je al gezegd: je kauwt op resten, liefste
(ik begrijp: je had iets onder ​zijn huid gezien)

ik luister aan het raam naar het glas, kijk
hoe het buitenlicht nog in mijn palmen maar aan het verdwijnen
hoe zon versponnen in splinters op de grond en bebloede lucht
onze wereld veranderd in één grote mond: we gaan terug de kamer in (jouw beslissing)

en ik proef de vaste vorm die jij tracht te vinden
in het lichaam, in de taal 

maar onze woorden zitten in zijn lippen
onze contouren liggen in zijn hand

(er zal iets breken, er zal iets kapot gaan)

de rum in het nachtdecor aan je lippen 
jij nog hier maar waar ben ik? waar ben ik?

ik heb alleen jouw armen en die hebben hem vast

(ik ben ergens aan het rennen maar waar?
ik ben ergens aan het vallen maar waar?)

gravend de nacht door: raak je aan maar niet ik
niet ik 

bijt het oor, bries het slagen, het geweld uit je mond

ergens gaat het licht aan, zien mensen elkaars gezicht

(hoe verdwijn ik uit jouw kunnen?)

beschaamd ruik ik je zacht, kauw ik op wrok 

ruimtes
I
het is oké, ik weet waarom ik in de stad achter het gordijn
naar het korstmos en twee miniatuurlichamen kijk
hoe ik jou of als jou ben, of moet zijn: hoe ik mij tot een eindeloos niets heb uitgerekt
en leeg ben

steeds op zoek naar beschutting dool ik
hoe dat voelt is van geen tel, maar wel hoe het eruit ziet 
of klinkt

dus ik spreek hard en diep
onze geliefden wonen in mijn spreken 
onze geliefden zijn niet onze geliefden
onze geliefden zijn mijn meesters​​, en vaderloos

wat als vijf vingers - een hand bij je naar binnen - een heel lichaam zouden zijn?
wat als het helemaal in je past? 
wat als je een lichaam kan ruilen om afstand te doen van een hart?

ik heb de gewoonte naar buiten te kijken: mist, rokerige lucht
pek over het dorp, stad, land
ik heb de gewoonte me af te keren van de ruimte waar ik me in bevind 

niet te kijken naar onze meesters
niet te kijken naar het parelmoer in je hand

dus ik wend me af, beschaamd
ruik ik je zacht
kauw ik op wrok 
en word warm en zwart

II
na de zondvloed zie ik je staan
je huid zacht gescrubd
je haren ingesmeerd met balsem
je mond volgeschenen
klaar om je monsters: je meesters te voeden

we zetten de tocht in
wij in de vrachtwagen: wij tussen de veedieren
ergens heen en uitgebraakt
als geschrokken dieren langs de weg, stijf en moe
kijken we naar de verte, kijken we naar het lege dorp

onze schouders krom, onze tanden scheefgegroeid
onze ademhaling koud tegen de rode lucht 
eten we rotte vis, drinken we heet water

waarom is de wereld onscherp?
waarom is de wereld niet omlijnd?

we zijn de weg kwijt
nestelen ons in de bek van een dier en wachten

III
het landleger vindt ons: jij krampachtig aan mij vastgeklampt
onze botten nog krakend
worden we tussen bosaardbeien, boterbloemen aan de beek gezet

en nu moet ik hier - tegen alle verwachtingen in - blijven
in dit lichaam, dicht bij jou 

onze verhouding is niet breekbaar
onze verhouding vreet me op

​​ ​dicht bij het water
hebben we taken
sorteren we de zalm van de bijvangst
plukken we gras (we doen alsof het kruid is)

men noemt ons bewoners
men noemt ons deel van de gemeenschap
men laat ons op de houten stoelen plaatsnemen tussen onze martelaren
er staan bloemen op tafel
sommigen spreken woorden uit onze taal
maar hun tong beweegt anders, hun ogen staan scheef, hun handen zijn groter, hun monden kleiner, hun huid bleker

we zijn de weg kwijt, nestelen ons in de bek van een dier en wachten

rijping
het begint klampend aan elkaar verstrengeld, strelend 
zie ik hoe het lekkende licht van mij naar jou, fragiel 
tussen de lichamen kruipt, breekt op zijn huid met defect

de nacht wijdopen, de ogen als kogels en jij
knielt voor hem: hij die het snelst loopt 
hij die het snelst rijdt, komt
als vorm van tonen hoe hij anderen heeft aangeraakt 

je wilde hem om zijn sterkte

hij wil oorlog en ik kan niet anders dan kijken kijken kijken kijken
ik mis ons, jij en ik gerijpt in elkaars handen

ik heb lavendel geplukt, groenten gestoomd
alles gedaan zoals men zei en toch weer
die uiteenrekking, die doorn in de hals
dat gevoel onvast, vloeiend uit de wereld te vallen

(ons lichaam is niet vast, ons lichaam stroomt in vele richtingen, overal heen grijpend, overal heen groeiend)

ik hekel en verwerp je maakbaarheden
ik verwerp je als angsthaas die ons doet wankelen
schud als onmens maar wel als vrouw dit licht, deze geur
van ons af en teken een richtlijn achter onze ogen

zo: we geraken iets kwijt, maar
onbeholpen toch zelfzeker vinden we ook iets terug 

Mail

Anne Ballon (zij/ haar) woont in Brussel, heeft een achtergrond in film en schrijft. Ze werkt rond verlangen, seksnegativiteit, macht en heteronormativiteit. Haar teksten werden gepubliceerd in Deus Ex Machina, De Optimist, Rephrase en Rekto:Verso. Anne is deel van het schrijvers- en kunstenaarscollectief Hyster-X.

Jeltje de Koning (zij/haar) is een illustrator uit Utrecht. Ze geeft kleur en vorm aan ons gevoelsleven, hoe we liefhebben, lachen, huilen, vieren, rouwen, stilstaan, reflecteren en weer doorgaan. Gevoel, emotie en contact met elkaar, onszelf en alles wat je ooit geweest bent staat centraal. Wat zie je als je verder kan kijken dan dat er op het eerste ogenblik zichtbaar is?

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer