Voor de vierde keer in drie maanden zit mijn toilet verstopt. De eerste keer heb ik hem ontstopt met een plastic zakje om mijn hand. De andere keren heb ik een mannetje laten komen. Steeds spoelde mijn toilet daarna even goed door, maar de verlossing bleek van korte duur te zijn.
‘Heb je weleens overwogen om ernaar te laten kijken door iemand buiten het reguliere circuit?’ vroeg mijn goede vriendin Espje onlangs toen ze terugkwam van een ontmoeting met een vergeten drol.
‘Wat bedoel je?’ vroeg ik, starend naar mijn voeten.
‘Een holistische loodgieter. Die kijkt niet alleen naar de afvoerbuis en dergelijke, maar licht het gehele wezen van de pot door. Best goed om dat eens in de zoveel tijd te doen hoor, ook zonder verstopping. Zo’n verstopping is natuurlijk alleen maar een symptoom van een dieperliggend probleem, dat snap je toch ook wel?’
Espje mag dan het beste met mij en mijn sanitair voorhebben, deze informatie kon ik zo gauw niet verwerken. Snel schakelde ik dus over op een ander onderwerp. Maar vandaag besluit ik – door een combinatie van nieuwsgierigheid en radeloosheid - toch maar die holistische loodgieter te googelen. ‘De Zonnepot’ heet het bedrijfje en op de site staat te lezen dat zij er zijn voor een ‘verlichtend consult met uw kleinste kamertje’. Met trillende hand bel ik het nummer.
‘Ik wilde graag gebruik maken van uw diensten,’ zeg ik aarzelend.
‘Dat voelde ik al,’ spreekt de vrouwenstem aan de andere kant van de lijn. ‘Dat is waarschijnlijk ook waarom u belde.’
Nog geen uur later belt Rowan aan. Hij heeft een lange paardenstaart en een paars apparaat in zijn hand dat iets wegheeft van een kruimeldief. Ik hoef hem niet te laten zien waar de wc is, hij loopt er meteen naartoe. Misschien dat de geur het weggeeft.
‘Wilt u misschien koffie?’
‘Koffie...’ mompelt hij spottend en schudt meewarig zijn hoofd.
‘Thee dan misschien?’ Ik slik. Elke verkeerde vraag lijkt een abrupt einde van deze operatie te kunnen betekenen.
‘Ik heb bloemetjes meegenomen, uit mijn tuintje,’ verklaart Rowan ineens monter. ‘Haal maar uit mijn rugzak. Als je water wil verhitten tot drieëntachtig-en-een-halve graad kan je daar een mooie pot van zetten. Zal jou ook goed doen.’
Terwijl ik de bloemetjes uit zijn rugzak haal en mijn waterkoker eens goed bestudeer, gaat Rowan aan de slag met mijn wc en zijn paarse apparaat.
‘Oei oei oei,’ hoor ik hem roepen. ‘Jij hebt flink uit je aura zitten lekken, jongen. Misschien heb ik wel versterking nodig.’
Wanneer ik een thermometer in een fluitketel stop, toont Rowan zijn paarse apparaat. Ik zie dat er een beetje poep op zit.
‘Dertien komma vierenzestig in de min, zie je dat?’ grijnst Rowan. ‘Ik weet niet hoe je dat voor elkaar gekregen hebt, maar dit moet over de jaren zijn opgebouwd. Wat zeg ik, misschien wel eeuwen. Hier zijn voorvaderen bij betrokken.’
‘Zo lang zit dit toilet niet in de familie hoor,’ stamel ik.
Rowan merkt het poepklontje op. Met zijn linkerpink veegt hij het van het apparaat en bestudeert het met samengeknepen ogen.
‘Jij houdt wel van een volkorenboterham, zo te zien.’
‘Ja, sorry, maar ik...’
‘Slaafjes van de consumptiemaatschappij, wanneer gaan ze het nou eens leren? En dan raar opkijken als moeder aarde daar een stokje voor steekt. Het is dat ik een opdracht heb.’
‘Ik heb toch echt hulp nodig van mijn meester Remi, gewaardeerd wc-fluisteraar. Hij zal het niet leuk vinden om na een half jaar uit zijn kosmische bad gewekt te worden, maar dit lijkt mij een noodgeval.’
‘Het is toch allemaal wel bij de prijs inbegrepen?’
Rowan grijnst. ‘Geld, geld, geld, wat maakt het toch onze geesten klein.’
Hij staart in zijn kop heet water met bloemen er in.
Illustratie: Erik Wallert
Anderhalf uur later arriveert een graatmagere kale man op roze sandalen bij de toiletpot. Met samengeknepen ogen streelt hij de onderkant van de wc.
‘Mmmmmmmmmm,’ zoemt hij.
‘Ziet u al iets?’ vraagt Rowan voorzichtig.
‘Even je kop houden, niet in mijn energie gaan zitten lullen,’ snauwt Remi.
Dan valt zijn blik op de stapel kranten.
‘En wat heeft dit te betekenen?’ roept hij onthutst.
‘Wat bedoelt u? Dat zijn kranten,’ leg ik uit.
‘Dus je gaat de waan van de dag lekker meenemen naar deze plek van tijdloosheid? En dan verbaasd zijn dat er weerstand wordt geboden?’
Remi begint hysterisch te lachen. Rowan lacht met hem mee, maar krijgt een Parool naar zijn hoofd gegooid.
‘Had deze plek niet even grondig gereinigd kunnen worden voordat ik uit mijn dimensie werd gewekt?’ brult Remi.
‘Sorry meester, ik ben nalatig geweest,’ snikt Rowan.
Rowan heeft een gereedschapskoffer uit zijn busje gehaald. Op Remi’s instructie leegt hij verscheidene olieflesjes in de toiletpot en laat er onder meer maretak, vlierbloesem, kruidnagel en een bos knoflook in vallen. De geurcocktail van stront en wierook maakt mij licht in mijn hoofd.
‘Ik zie een vrouw een berg opklimmen,’ prevelt Remi, ‘ze heeft een man op haar rug. Ze rollen steeds weer naar beneden. En nu probeert hij voor de verandering haar te dragen. O jee, dat gaat helemaal mis. Och potje potje, wat een ballast. Nog wat meer sandelhout, Rowan, het gaat beginnen! Ja, ja, doortrekken NU!’
De wc maakt een traag rochelend geluid, alsof hij zijn laatste adem uitblaast.
Remi huppelt weg naar de woonkamer. Rowan duwt mij opzij.
Met ingehouden adem wacht ik op wat komen gaat.
Na enkele seconden van complete stilte maakt de wc een holle oerklank, alsof hij nieuwe krachten in zichzelf gevonden heeft. Vervolgens spuwt hij alles uit. Papier, poep, kruiden, oliën en een barbiepop vliegen door het huis.
‘Bramwa maramara,’ zoemen Remi en Rowan gelukzalig in koor.
Dan is het stil.
‘Haal even het pinapparaat uit je busje, wil je Rowan,’ commandeert Remi.
‘Gaan jullie dit ook opruimen?’ vraag ik voorzichtig. De holistische loodgieter en de wc-fluisteraar staren mij minachtend aan. Opeens merk ik dat ik heel nodig mijn maag moet legen.

Kasper van Royen is Hard//hoofd-redactielid, is naast vader ook filosoof, ex-docent, ex-dichter, ex-echtgenoot, popfetisjist en postbode.

Erik Wallert gaf zijn baan als journalist eraan om aan de Koninklijke Academie te Antwerpen schilderkunst te studeren. Op die academie worden nog technische vaardigheden geleerd, vaardigheden die Erik nu inzet in autonome tekeningen en illustraties. Hij put inspiratie uit oude grafiek, zoals krantenillustraties en strips uit het fin-de-siècle waarvan hij de sfeer en gratie toepast in tekeningen die evenwel over hedendaagse onderwerpen handelen.