Ik heb morgen precies vier weken geen seks gehad. Geen ramp, ik heb voor hetere vuren gestaan, en ik weet deze maand voor de verandering honderd procent zeker dat ik niet zwanger ben. Maar toch. Om de één of andere reden is het hebben van seks een soort graadmeter van geluk geworden. Als je bijvoorbeeld het afgelopen etmaal nog van bil bent gegaan, hoor je met een gelukzalige glimlach door het leven te gaan. Vervolgens kun je hier ongeveer een week op teren voor het afgelopen is met de pret. Dan is het afwachten tot de volgende keer dat je wakker wordt naast een naakte jongeman. Niet dat iemand ooit vraagt hoe het dan eigenlijk was, dat lijkt van geen enkel belang te zijn. Kwantiteit zegeviert ook in dit geval weer triomfantelijk over kwaliteit: hoe meer seks, hoe beter. Maar niet voor mij. Ik ben in staking.
De vuilnismannen in Amsterdam willen ook staken. Ze zijn van plan om de aankomende week, inclusief koninginnedag en bevrijdingsdag, de bezem in de kast te laten tot er betere arbeidsvoorwaarden komen. De hele stad is in rep en roer. Er is een kort geding aangespannen, en als we nog een burgemeester hadden gehad had hij op zijn knieën gesmeekt of ze alsjeblieft een ander moment wilden uitkiezen voor hun staking. Ik niet. Ik voel met de vuilnismannen mee. Ook ik ben het zat om ’s ochtends vroeg met die troep opgescheept te zitten. Het is tijd voor betere arbeidsomstandigheden, en tot die tijd steek ik in ieder geval geen vinger uit.
De laatste man waar ik bij uit bed stapte, besloot (vier weken terug dus) ineens dat hij er genoeg van had. Van de één op de andere dag was het afgelopen. Niet dat we elkaar bijzonder vaak zagen, maar er zat wel enige regelmaat in. Waarom hij dit besloot, hoorde ik weer van een ander, want zelf weigerde hij de confrontatie aan te gaan. Het was hem allemaal te veel. Ik was hem te veel, vooral. En hij wilde geen verwachtingen scheppen, want dat was ook weer lullig. Grappig, want mij werd niets gevraagd. Had ‘ie dat wel gedaan, had ik hem met liefde verteld wat mijn verwachtingen waren. Ik wilde namelijk totaal geen verkering. Niet met hem in ieder geval. Ik wilde gewoon af en toe een logeerpartij. Wel de lusten, niet de lasten, heerlijk.
Foto: privécollectie Ava Mees List
Ik weet niet wat het toch is met die verdomde verwachtingen. Je kunt nog geen stap uit je huis zetten of iemand begint over verwachtingen. Je hoeft maar één keer met je wimpers te knipperen of iemand roept “Je moet niet verliefd op me worden hoor!” of “Ik ben even niet toe aan een relatie!” Dodelijk vermoeiend. Ik bepaal zelf wel op wie ik verliefd word. We zitten niet meer op de basisschool en ik weiger me er voor te schamen als ik iemand leuk vind.
Ik vermaak me momenteel prima zonder gescharrel. Het is wel rustig zo, zonder mannen in het leven. Niemand die je het bed uit trapt omdat hij om tien uur bij zijn moeder moet ontbijten. Of die zegt dat hij vanavond even alleen wil slapen en dat jij dat dan weer moet interpreteren zoals je zelf wilt. Geen gesteggel met anticonceptie. Gewoon, lekker, met vrienden hangen. Of de televisie in huis installeren. Uit eten. In de zonneschijn zitten. In niets dan een onderbroek een sigaret roken. Naar de vlindertuin in de Hortus. Overdwars snurkend in bed liggen. Alle kussens gebruiken. Maar het moet niet heel lang duren, dit seksloze bestaan. Kom op jongens. Over de brug. We kunnen het altijd nog op een akkoordje gooien.