Asset 14

Langzaam leren lezen

Langzaam leren lezen

Poëzie lezen is niet vanzelfsprekend. Dat is zonde, want het is eigenlijk een heel rijk literair genre. Vera Martens neemt de proef op de som: wat nu als ze een week lang elke dag poëzie leest?

‘Lees jij eigenlijk weleens gedichten?’ vroeg ik aan mijn vader toen we in een café twee groentekroketten als lunch aten. ‘Nee,’ zei hij. ‘Ik zou best willen, maar ik snap ze vaak niet. Ik heb de kennis niet om ze te kunnen lezen.’ Toen ik niet lang daarna dezelfde vraag stelde aan een vriendin die bij de bibliotheek werkt, antwoordde ook zij dat ze weinig poëzie las: ‘Alleen als ik een gedicht tegenkom op de eerste pagina van een mooi boek en de regels spreken me aan, dan zoek ik de dichter weleens op. Verder lees ik vooral romans.’ Oké, dacht ik, ik ben dus niet de enige die weinig poëzie leest en een beetje bang is voor de onbegrijpelijkheid ervan.

Gedichten lezen is niet vanzelfsprekend. Zelfs bibliotheekmedewerkers, boekenwurmen zoals mijn vader en mensen die literatuurwetenschap studeerden zoals ikzelf, lezen weinig poëzie. Cijfers ondersteunen mijn ministeekproef: slechts 2 tot 4 procent van de verkochte boeken zijn dichtbundels. Toch schrijft meer dan een miljoen Nederlanders weleens een gedicht (Deckwitz, 2016). Met de poëzieproductie gaat het dus goed, alleen worden die gedichten vervolgens maar door een kleine groep mensen gelezen. Ik besloot mezelf te onderwerpen aan een experiment. Wat zou er gebeuren als ik me zou verdiepen in leesstrategieën om deze vervolgens toe te passen op een aantal dichtbundels die staan te verstoffen in mijn boekenkast?

Close reading en gedichten als olijven
Een van de technieken die ik wil gebruiken tijdens mijn experiment is close reading. Dit is een methode uit de literatuurwetenschap waarbij je een tekst, in dit geval een gedicht, ‘naïef’ leest, achtergrondinformatie en eventuele moeilijke woorden opzoekt, de structuur van het gedicht analyseert en het werk interpreteert. Deze vier fasen doorloop je niet chronologisch, maar door elkaar heen. Tijdens het lezen spring je steeds tussen de fasen heen en weer. Close reading laat zien hoe belangrijk het is dat we ons langzaam door een gedicht voortbewegen, veel langzamer dan hoe we ons normaliter met taal bezighouden.

Liefde voor teksten begint met het verliefd worden op zinnen.

Naast close reading heb ik een ander middel dat mij tijdens mijn experiment gaat helpen: de inzichten van Ellen Deckwitz over het lezen van poëzie gebundeld in het boek Olijven moet je leren lezen. Dit boek bevat ten eerste een onontbeerlijk advies over de mindset waarmee je als lezer poëzie tegemoet kan treden: bij bepaalde gedichten is het zinvol om logica los te laten, het standaard begrijpen opzij te schuiven en ermee akkoord te gaan dat je niet alles kan duiden. Dat wat ik zo frustrerend vind aan poëzie, blijkt juist de kracht ervan te zijn. Gedichten zetten ons denken op z’n kop en trekken ons een onbekende maar kleurrijke wereld in.

Ellen Deckwitz geeft ook praktische tips. Ze raadt beginnende poëzielezers aan om een bloemlezing aan te schaffen en op zoek te gaan naar mooie zinnen. In een bloemlezing heb je meer kans een gedicht te treffen dat je aanspreekt. Daarnaast meent Deckwitz dat zoeken naar mooie regels de beste manier is om te beginnen met het lezen van gedichten. Liefde voor teksten begint volgens haar met het verliefd worden op zinnen en bovendien kan een zin die je aanspreekt een startpunt zijn om een gedicht verder te ontleden. Iedere regel gaat immers het gesprek met andere regels aan.

Het poëzie-experiment
Voor mijn persoonlijke experiment lees ik gedichten uit een bloemlezing uit de jaren zeventig, uit bundels van Gerrit Achterberg, Ester Naomi Perquin, Alexis de Roode, Erik Spinoy, Tomas Tranströmer en Wislawa Szymborska en via YouTube luister ik naar voordrachten van jonge dichters zoals Vicky Francken en Marjolijn van Heemstra.

Het eerste wat me opvalt is hoe intensief het bestuderen van gedichten is. Het vraagt veel aandacht om de woorden en zinnen tot me te nemen en de betekenis ervan tot me door te laten dringen. Logisch, want gedichten zijn geen gemakkelijke teksten die lekker weglezen. Ze bestaan niet uit alledaags taalgebruik, maar uit ongebruikelijke woordcombinaties en zinstructuren. Mijn brein wordt flink uitgedaagd om de taal steeds om te zetten naar een beeld in mijn hoofd. Tien gedichten per dag is daarom het maximale aantal gedichten dat ik kan en wil lezen. Dit levert een aantal bevindingen op, waarvan ik er hieronder vier zal bespreken.

Die cursus mindfulness waarover ik zat te denken, is wat dat betreft niet meer nodig.

1: Het alledaagse wordt opmerkelijk
Alledaagse dingen die me normaal ontgingen, vind ik opeens een stuk boeiender. Dit komt doordat veel gedichten de omgeving minutieus en op beeldende wijze omschrijven. Neem bijvoorbeeld deze zin uit het gedicht 'Bommen' van Paul Rodenko: “Een vrouw passeert. De echo raapt gehaast haar stappen op.” Of lees de regel uit het gedicht 'Amethist' van Gerrit Achterberg: “De avondzon verpluist in zachte mist.” Deze mooie zinnen zorgen ervoor dat ik iets gewoons zoals het geluid van voetstappen of de lucht bewuster ga waarnemen. De gedichten helpen me aan de waan van de dag te ontsnappen en scherpen mijn zintuigen. Die cursus mindfulness waarover ik zat te denken, is wat dat betreft niet meer nodig. Poëzie is net zo effectief en een stuk beter voor mijn portemonnee.

2: Zelfkennis door poëzie
In de gedichten zie ik mijn eigen wereldbeeld weerspiegeld. Dit gebeurt als ik 'Als Mozes had doorgevraagd' van Marjolijn van Heemstra lees:

Moest ik mijn land verlaten: ik zou blijven.
Stond mijn stad in brand: ik draaide om.
Moest ik mijn kind offeren: ik weigerde.
Zolang jij je niet laat kennen houd ik
benen op de grond, armen om het kind.
Mij scheep je bij geen bramenstruik af
met ‘ik ben die ik ben’, een kleine vlam, een donderstem.
Mozes was iemand van zijn tijd: dankbaar voor het leven,
bang om door te vragen en ook: een man,
die vragen niet zoveel.
Ik was blijven staan bij die struik tot je verscheen.
Geen smoesjes van doeken voor ogen omdat je straling te fel.
Mozes was brandgloed gewend, ik tl.
Kom maar op, zou ik zeggen. Zeg ik nu: Kom maar op.
Als niet Mozes, maar ik bij Horeb had gestaan ging het zo:

ik: Wie ben je?
jij: Ik ben die ik ben.
ik: Ik ook.
jij: Ja, jij ook.

Dan had ik je aangeraakt en jij mij.
Was de Bijbel geen boek, maar een omhelzing.

Als ik na het lezen van het gedicht sta af te wassen, denk ik nog wat na over de tekst. Zou Van Heemstra bedoelen dat het geloof mensen uit elkaar drijft in plaats van begrip voor elkaar creëert als we ons halsstarrig vasthouden aan wat het geloof voorschrijft? Wanneer ik mijn vriend het gedicht laat lezen en hem vraag waar het over gaat, zegt hij dat Van Heemsta bedoelt dat we moeten oppassen met het accepteren van autoriteit zoals men dat in Mozes’ tijd deed. Mijn vriend en ik halen allebei iets anders uit het gedicht, omdat we met andere bagage en vanuit een ander perspectief naar het gedicht kijken. Als je weet dat jouw interpretatie net zoveel zegt over het gedicht als over jezelf, leer je door gedichten te lezen jezelf beter kennen.

Het gedicht haalt me uit mijn bubbel van eigen ervaringen.

3: Poëzie heeft meerdere lagen
Hier komt close reading om de hoek kijken. Als ik nauwkeuriger ga lezen en moeilijke woorden en achtergrondinformatie over een gedicht opzoek, krijgt het gedicht telkens een extra betekenis of verandert de interpretatie. 'Thebe' van Gerrit Achterberg verandert radicaal als ik ontdek dat Achterberg zijn hospita heeft vermoord. De titel, die verwijst naar de Egyptische stad vol ruïnes en graven, kan ik direct in deze context plaatsen. Het gedicht haalt me uit mijn bubbel van eigen ervaringen en geeft de tekst een hele nieuwe lading. Ook stijlfiguren, die je door close reading gewaarwordt, dragen bij aan de gelaagdheid van een gedicht. Een stijlfiguur dat dichters gebruiken om meerdere lagen aan te brengen, is het enjambement. Enjambementen zijn afgebroken regels die in de opvolgende regel verder gaan. 'Gemeen gedicht' van Florence Tonk is een voorbeeld van poëzie waarin enjambementen de tekst steeds in een ander licht plaatsen. In de eerste twee regels van het gedicht gebeurt dit:

Ze kijkt zoals ze danst als ze denkt
dat men kijkt als men neukt

De eerste regel klinkt al niet vriendelijk, maar als je de volgende zin leest, zie je dat de regel nog niet af was en dat de tekst gemener is dan je in eerste instantie dacht. Toen ik een kaartje schreef aan een kennis die in verwachting is, en de zin ‘maar nu eerst genieten van een nieuw leven met z’n drieën’ op papier zette, had ik opeens de neiging om de zin na de woorden ‘nieuw leven’ af te breken om meer betekenis te creëren.

4: Esthetische waarde van taal
Gedichten kunnen simpelweg bloedmooi zijn. De gedichten van Wislawa Szymborska raken me, omdat ik mijn gevoelens prachtig verwoord terugzie. Het zijn kunstwerkjes van taal. Als je wilt beginnen met het lezen van poëzie, begin dan bij haar werk. Onthoud vooral dat het niet gaat om het vinden van antwoorden, maar om het ontdekken van mogelijkheden.

We leven langer,
maar minder nauwkeurig
en in korte zinnen.

Wij reizen sneller, vaker en verder,
al komen we met dia’s thuis
in plaats van met herinneringen.
Dit hier ben ik met een of andere kerel.
Dat daar is denk ik mijn ex.
Hier loopt iedereen in zijn blootje,
dus vast ergens op het strand.

Uit 'Niet-Lezen' van Wislawa Szymborska

En dan is het zondagavond en is mijn persoonlijke poëzieweek voorbij. Het lezen van de gedichten bracht me rust en reflectie, iets wat ik in mijn volle, gehaaste leven wel kon gebruiken. Mijn angst voor gedichten is verdwenen, maar ik heb ook ontdekt dat sommige poëzie me gewoon niet ligt. In mijn poëzieweek kwam ik genoeg gedichten tegen die me bij de eerste lezing niet aanspraken. Pas als ik een mooie zin ontdekte of iets in de tekst mijn aandacht trok, ging ik nauwkeuriger lezen. Gedichten lezen doe je dus niet alleen met je hersenen, maar ook met je hart. Dat je kennis nodig zou moeten hebben om poëzie te kunnen lezen, is een mythe die ontkracht wordt zodra je een beginnetje maakt.

Wil je je ook onderwerpen aan een poëzie-experiment? Laat je inspireren door mijn leeslijst:

Hier van Wislawa Szymborska
Een steen openvouwen van Alexis de Roode
Nieuwe Griffels schone leien bloemlezing van Paul Rodenko
Voorbij de laatste stad van Gerrit Achterberg
Celinspecties van Ester Naomi Perquin
Röntgenfotomodel van Vicky Franken

 

Mail

Vera Martens is literatuurwetenschapper en programmamaker bij cultureel podium de Kargadoor in Utrecht. 

Rosanne van Leusden is illustrator, wonend en werkend in Amsterdam.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Rocher Koendjbiharie ligt in zijn essay het probleem toe: 'Homonationalisme is niks meer dan de voorwaardelijke acceptatie van mensen uit de regenbooggemeenschap ten behoeve van een nationale identiteit en een nationalistische ideologie.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Hondenvoer 1

It takes an adult to raise a village: Halsema is streng, rechtvaardig, en een tikje autoritair in Zomergasten

De bedachtzame, maar mediagetrainde, Femke Halsema nam ons als Zomergast mee in de bestuurlijke (opvoed)dilemma’s uit haar werk. Als een klassiek ouderfiguur toont ze zich streng en rechtvaardig, maar mist ze óók zelfinzicht op sommige punten. Lees meer

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

‘Uğur Ümit Üngörs fragmenten zijn broodnodige kost voor een samenleving die consequent doet alsof wijdverbreid extreem (staats)geweld een ver-van-mijn-bedshow is.’ Terwijl Zomergast Üngör zichzelf kundig naar de achtergrond werkt, maakt hij duidelijk dat de zomer vele winters verstopt. Met opgewekte grimmigheid vraagt hij ons om ons zorgen te maken over het leed van anderen. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

Zomergasten met Eva Crutzen roept de vraag op of een mooi gesprek genoeg is of dat kijkers toch snakken naar goede televisie.

Zomergast Eva Crutzen zorgde voor een mooi gesprek, maar is dat genoeg?

Na de ideale televisieavond van Eva Crutzen vraagt Hanna Karalic zich af of een mooi gesprek genoeg is voor Zomergasten of dat kijkers toch snakken naar goede televisie. Lees meer

Mijn tweede kutland… 2

Mijn tweede kutland…

Toen Iskra de Vries vanuit Polen naar Nederland verhuisde, bleek dat zij niet van een koude kermis thuiskwam, maar naar een koude kermis vertrokken was. Iskra schrijft een verschroeiend eerlijke break-up brief aan het adres van ons kikkerlandje. Lees meer

Schroot voor de kunstkenner 1

Schroot voor de kunstkenner

Wat doet een beschilderd stuk schroot in het Stedelijk? Waarom ruikt het er opeens chemisch en zoet tegelijk? Het is het werk van Selma Selman, die opnieuw definieert wat kunst is en mag zijn. Ivana Kalaš is onder de indruk – en heroverweegt haar eigen positie. Zoetig en naar ijzer – dat aroma komt op... Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Zomers zwijgen

Volim nas: hoe de taal van de liefde mijn lichaam tot stilte maande

Wat als je vertrouwen in jezelf en je lichaam plotsklaps wordt aangetast door epileptische aanvallen? En tegelijkertijd je vertrouwen in de onvoorwaardelijke liefde van je oma ook op losse schroeven komt te staan? In een persoonlijk essay neemt Dorea Laan je in beeldende taal mee in deze zoektocht. Lees meer

:Meer dan Maria: het moederschap in de beeldende kunst 3

Meer dan Maria: het moederschap in de beeldende kunst

Wat betekent het om moeder te zijn? En wanneer ben je dan een ‘goede moeder’? Moederschap, en alle nuances daarrond, blijft onderbelicht. Anne Louïse van den Dool onderzoekt via de representatie van moeders in de beeldende kunst de vele kanten die horen bij moeder zijn. Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer