Asset 14

Snoep van de buurman

Kort verhaal: Snoep van de buurman

Een oude buurman deelt vanuit zijn bed snoep uit aan de buurtkinderen. Maar op een dag is hij plotseling verdwenen. Wat is er gebeurd? En is er eigenlijk wel iemand die hem écht kende?

Vroeger hadden we een buurman die zo oud en ziek was dat hij de hele dag in een speciaal bed in zijn woonkamer lag – zo’n bed met een metalen stelsel eromheen, met van die gymnastiekringen die bedlegerigen gebruiken om rechtop te gaan zitten.
Het bed stond in een erkertje en elke zaterdag om twaalf uur ’s middags deed de buurman een raampje open en deelde hij vanuit zijn bed snoep uit aan de kindertjes uit de buurt. De buurman verpakte het snoep in van die ouderwetse papieren zakjes en ik kreeg altijd dropsleutels en groene kikkertjes en gele banaantjes, want hij wist dat dat mijn lievelingssnoep was.

De sigarenboer haalde zijn schouders op en begon over vieze boekjes te praten en Ome Rein richtte zijn tuinslang op ons tot we de hoek om waren gerend.

Maar op een zaterdagmiddag was het raampje van de buurman om kwart over twaalf nog steeds niet open gegaan. Het was hartje winter, er woei een koude wind en we stonden met mutsen op en handschoenen aan in de voortuin te wachten.
‘Waar zou ie zijn?’ vroeg Albert. Er kwam een snottebel uit zijn neus. ’Zou hij in het ziekenhuis liggen, of in het bejaardentehuis of zo?’
‘Dat kan toch niet,’ zei Ronnie. ‘Als dat zo zou wezen, dan hadden we van de week wel een ambulance door de straat zien rijden.’
We gingen naar de kroeg en vroegen het aan papa, maar zijn vrienden praatten zo hard dat hij ons niet kon verstaan. Ze stonden om ons heen en bleven maar zeggen dat we groot waren geworden. ‘Ze groeien echt als kolen,’ zei Ome Piet, en hij aaide me over mijn bol, waardoor mijn stekeltjes eruit gingen. ‘Je let effe niet op en dan groeien ze als kolen.’
We vroegen het aan de sigarenboer, waar de zuster die de buurman verzorgde haar sigaretten kocht, en aan Ome Rein, die elke dag op straat zijn auto waste en daarom altijd wist wat er gebeurde in de buurt. Maar de sigarenboer haalde zijn schouders op en begon over vieze boekjes te praten en Ome Rein richtte zijn tuinslang op ons tot we de hoek om waren gerend.
‘Zouden ze hem vermoord hebben?’ zei Ronnie. ‘Dat ze hem met z’n allen vermoord hebben en het ons niet willen vertellen?’
‘Of zouden de aliens hem hebben ontvoerd?’ zei Albert. Hij haalde een zakdoek tevoorschijn en veegde zijn neus af. ‘Dat er aliens bestaan die zijn hulp nodig hadden en dat ze hem door het dak heen naar hun ruimteschip hebben gestraald?’
Na wat bakkeleien besloten we om de hulp in te schakelen van Johnny, de grote broer van Albert. Johnny had een keertje in de bak gezeten en had drie stipjes op zijn hand getatoeëerd en we dachten dat hij wel zou weten wat we doen moesten.

Misschien was de buurman helemaal niet verdwenen. Niet echt.

‘Helemaal geen problemo,’ zei Johnny. ‘Wat ik ga doen is dat ik ervoor ga zorgen dat we binnen drie tellen binnen zijn bij die buurman van jullie.’<br
We klommen over de schutting en Johnny maakte de achterdeur open met een soort pincet. Terwijl hij bezig was floot hij het deuntje van James Bond. We slopen een voor een naar binnen, een geur van pis en natte bladeren tegemoet. Het was heel erg donker want alle gordijnen waren dicht maar toch zagen we meteen dat het bed van de buurman leeg was.
Ik liep naar het bed, bleef daar een tijdje staan en keek naar de muur, die vol hing met ingelijste foto’s. De foto’s waren zwart-wit en een beetje vergeeld, alsof ze uit een lang vervlogen tijdperk kwamen – een tijd die zelfs opa niet had meegemaakt.
De buurman op een kameel in een woestijn. De buurman naast een tank met een mitrailleur. De buurman op het dek van een schip, met op de achtergrond het Vrijheidsbeeld. De buurman naast een soort monnik in een rood gewaad op een berg.
‘Hier is ie dus niet,’ riep Johnny vanuit de keuken. Hij maakte keukenkastjes open en smeet ze met een harde klap weer dicht.
‘En hier ook niet,’ zei Ronnie, die de trap op was gerend. ‘Ik heb in elk kamer en kast gekeken, maar boven is hij ook niet.’
De buurman was nergens.
Een paar maanden later kwam er een nieuw gezin in het huis van de buurman wonen. Ze veranderden de achtertuin in een moestuin, en in het erkertje waar het bed met de gymnastiekringen had gestaan hingen ze een poster op van het Philharmonisch Orkest.
Later, als student, wandelde ik nog elke zaterdag om twaalf uur naar de supermarkt om daar iets lekkers voor mezelf te kopen. En tijdens die wandelingen dacht ik aan de buurman en aan de foto’s die boven dat gekke bed aan de muur hadden gehangen.
Misschien was de buurman helemaal niet verdwenen. Niet echt.
De buurman vaart de wereld over. Via de Indische Oceaan gaat hij terug naar het gebergte waar hij de monnik in het rode gewaad ontmoette. Hij gaat zitten in het gras, hij voelt de zonnestralen en de wind op zijn wangen. De zon gaat onder en komt weer op, en dan nog een keer en nog een keer. De buurman blijft heel lang zo zitten en voelt dat hij in- en uitademt.
Dan staat hij op. Hij klimt de berg af, klautert over de rotsen naar beneden. Het is gaan regenen en hij voelt regendruppeltjes in zijn baard, maar dat maakt hem niet uit. Hij wandelt verder, al heeft hij geen idee waar hij naartoe gaat.
Het maakt hem allemaal niet uit. Hij is nu niet meer de buurman, hij is jong. Een zeemanstatoeage prijkt op zijn spierbal en hij is sterker dan hij ooit eerder is geweest.

Mail

Elko Born komt uit Londen, maar woont al een tijdje in Amsterdam. Hij was eerst journalist, nu schrijft hij korte verhalen voor literaire tijdschriften. Later wil hij geschiedenisleraar worden in een dorpje in Engeland.

Myrthe Denkers houdt van tekenen en van praten. Ze besloot haar twee favoriete bezigheden te combineren en is nu naast illustrator ook docent beeldende kunst. Ze is net verhuisd naar Utrecht maar stiekem mist ze Groningen.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer