De bedachtzame, maar mediagetrainde, Femke Halsema (burgemeester van Amsterdam) nam ons een avond mee in de bestuurlijke (opvoed)dilemma’s uit haar werk. Als een klassiek ouderfiguur toont ze zich streng en rechtvaardig, maar mist ze óók zelfinzicht op sommige punten. Want het burgemeesterschap is volgens haar absolúút ‘niet politiek’, maar bagatelliseert ze daarmee niet vooral haar eigen macht?
Een avond naar Femke Halsema luisteren is alsof je jaren na dato een glas wijn drinkt met je middelbareschoolmentor, die uitlegt dat het allemaal niet meeviel om jou destijds op de rails te houden en dat al dat nablijven voor je eigen bestwil was. Op sommige punten moet je haar knarsetandend gelijk geven, maar het gevoel dat ze het vaker voor jou op had moeten nemen blijft knagen. Dat is ook meteen het grootste probleem met Halsema: ze probeert krampachtig politiek neutraal te blijven in compleet onneutrale tijden.
Dat er weinig politieke stelling wordt genomen, ligt niet alleen aan Op de Beecks ‘psychbabbelende’ interviewstijl. Nee, Halsema wil de bestuurderspet op houden. Ze is ‘in 2010 de politiek uit gegaan’. Maar is er iets politieker dan een burgemeester die in Nederland, als vrijwel enig Europees land, niet verkozen is? Halsema ziet het burgemeesterschap echter als iets dat boven de politieke partijen staat. Al sprak ze wel namens Amsterdam excuses uit voor het slavernijverleden. Hees ze een Israëlische vlag na 7 oktober. Organiseerde ze bijeenkomsten voor Oekraïne. Sprak ze zich uit voor de Palestijnen en tegen genocide.
De afgelopen jaren viel het op dat de politieke Zomergasten vaak intelligent waren, maar als puntje bij paaltje kwam, weinig zelfkritiek tentoonspreiden
Halsema toont een documentairefragment (uit Nauwgezet en Wanhopig, 1989) over Senprún, een Spaanse verzetsstrijder tegen Franco, die moet kiezen: in de communistische partij opkomen voor een vriend die vals beschuldigd wordt, of blijven en je machtspositie gebruiken om de boel van binnenuit te veranderen? Het is wrang, want Halsema’s rol in de anti-genocideprotesten op de universiteiten zou je geen verzetsrol kunnen noemen. Heeft zij hier niet juist het kantelen van de publieke opinie over Gaza actief tegenhouden – door er in 2024 de gewelddadige ME op af te sturen? Halsema interpreteert het fragment anders, zij ziet vooral ‘hoe je het ene totalitaire systeem verruilt voor het andere’.
De afgelopen jaren viel het op dat de politieke Zomergasten vaak intelligent waren, maar als puntje bij paaltje kwam, weinig zelfkritiek tentoonspreiden (Arib, Van der Burg). Wellicht hebben ze vaak gehoord dat ze geen zwakte moeten tonen, of zijn ze gewoon heel sterk in zichzelf gaan geloven. Halsema is daarop geen uitzondering.
Eenmaal gevraagd ‘wat doet macht met jou?’ bagatelliseert Halsema: ‘Zo’n macht heb ik niet gehad. Ik was oppositie.’
In documentaire Mayor (2020) zien we Musa Hadid, Palestijns burgemeester van Ramallah, die net een kerstboom heeft laten optuigen in de stad als grote protesten uitbreken: Trump wil de ambassade van Israël in Jeruzalem neerzetten. Bestuurlijke dilemma’s volgen: de kerstboom weer opruimen, anders wordt hij in de fik gezet? Of de boom laten staan als politiek statement? ‘Onze taak ligt niet bij politieke stellingname, maar bij publieke diensten.’ Daar is Halsema het mee eens. Ze prijst het optreden van Hadid die zelfs nog compromissen sloot toen militairen de stad binnenkwamen. Die compromis-conclusie voelt verschrikkelijk krom in het licht van de huidige genocide. Hoe gepast is het om juist nu pappen en nathouden te bepleiten? Over de verdeeldheid in Amsterdam over Israël-Palestina zegt Halsema: ‘Mensen zitten vast in hun woede.’ Wat Halsema ‘vastzitten’ noemt, zou een ander compromisloze politiek kunnen noemen.
Zou ze hier niet ook eigen morele standpunten over moeten hebben?
Na het tonen van fragmenten uit de polarisatiedocumentaire Fortuyn: On-Hollands (2025) noemt Halsema 9/11 een ‘kantelpunt’. ‘We hadden eerst vertrouwen, we hadden internationaal recht.’ Denkt Halsema nu echt dat het (buiten het Westen) koek en ei was in de wereld vóór 2001? Die kritische vraag stelt Halsema zichzelf maar, aangezien Op de Beeck het nalaat. ‘Natuurlijk,’ denkt Halsema hardop, ‘er gebeurden al eerder dingen.’ Ze noemt gebeurtenissen die ‘veel invloed’ hebben gehad, zoals Srebrenica en de val van de muur, maar een systeemanalyse ontbreekt. ‘Had jij iets anders kunnen doen?’ vraagt Op de Beeck. Het is de eerste keer dat Halsema stilvalt. Dan volgt gehaast: ‘Misschien iets steviger zijn.’
Halsema bespreekt Karl Poppers paradox: hoe tolerant ben je voor intolerantie? Ze heeft haar standpunt moeten bijstellen. Niet alleen oproepen tot geweld, maar ook tot haat tolereert ze niet meer. ‘Ik voeg me in die zin naar de wet.’ Maar zou ze, in plaats van alleen maar volgen wat de wetten zeggen, niet ook eigen morele standpunten hierover moeten hebben?
Het is een verademing: een politicus die ergens gewoon goed over heeft nagedacht
Halsema toont wel haar sterke kant als ze het heeft over kleinere Nederlandse dilemma’s.
Bijvoorbeeld over cancelcultuur: ‘Mensen die zeggen dat ze ook niets meer mogen zeggen, mogen op televisie en op fora letterlijk alles zeggen.’
Of over burgerlijke ongehoorzaamheid: ‘Dat is niet op één lijn te stellen met misdaad. Er wordt niemand pijn gedaan. Mensen doen het niet uit zelfverrijking. Het is op de rand van de wet zitten, ik moet dan handhaven, maar mensen laten zich wel vrijwillig inrekenen.’
En over tolerantie: ‘Een jonge drag die zijn coming-out heeft en voor het eerst door Amsterdam komt lopen in tutu, dat hoort bij de stad. Dat is wat anders dan vrijgezellen die in groten getale in tutu’s rondlopen en drags uitlachen.’
En ja, Halsema is soms dat koppige ouderfiguur dat er ook weleens naast zit en dat niet erkent. Maar al met al is het ook een verademing: een politicus die ergens gewoon goed over heeft nagedacht.

Marthe van Bronkhorst (zij/haar) is schrijver, theatermaker en psycholoog en studeerde aan de VU Amsterdam en Harvard Medical School. Ze schreef voor onder meer Theater Ins Blau, Sonnevanck, Over het IJ festival, Kluger Hans, Meander, De Revisor en werkt aan een roman over duikers bij uitgeverij De Geus.

Jeltje de Koning (zij/haar) is een illustrator uit Utrecht. Ze geeft kleur en vorm aan ons gevoelsleven, hoe we liefhebben, lachen, huilen, vieren, rouwen, stilstaan, reflecteren en weer doorgaan. Gevoel, emotie en contact met elkaar, onszelf en alles wat je ooit geweest bent staat centraal. Wat zie je als je verder kan kijken dan dat er op het eerste ogenblik zichtbaar is?