Asset 14

Een dag op een gesloten psychiatrische afdeling ten tijde van de pandemie (IV)

Een dag op een gesloten psychiatrische afdeling ten tijde van de pandemie (IV)

Doris ter Horst werkt als psychiater in opleiding. Door de coronacrisis wordt ze als behandelaar voor nog meer ethische dilemma's gesteld dan normaal. Haar vierluik biedt een inkijk in een dag op een gesloten afdeling tijdens een pandemie. In deel 4 geeft ze het woord aan de heer Alaoui.

In vrijheid leven, weet jij een groter goed te bedenken? En toch: als uiterste middel kan ik, als arts in opleiding tot psychiater, verplichte zorg aan iemand verlenen. Dit mag als er sprake is van ernstig nadeel, veroorzaakt door een psychische aandoening, maar alleen wanneer er geen alternatieven meer voor handen zijn. Voorbeelden van zo’n acuut gevaar? Dat iemands gedrag zo hinderlijk is dat het agressie van anderen kan oproepen of de veiligheid van anderen in het geding komt. Vormen van verplichte zorg zijn bijvoorbeeld opname op een afdeling, maar ook: het beperken van iemands bewegingsvrijheid. Stel je voor! De besluitvorming hiertoe gaat in de huidige coronaomstandigheden eens te meer met morele dilemma’s voor behandelaren gepaard. Die dilemma’s ken ik goed, ik ben zelf zo’n behandelaar.

In dit verhalenvierluik probeer ik al mijn hoofdpersonen eerlijk aan het woord te laten. Het open gesprekconcept, waarin betrokkenen hun eigen perspectief delen, zonder tussenkomst of toelichting van een ander, heb ik ontleend aan het werk van onderzoeksjournalist en schrijfster Svetlana Aleksijevitsj. De fictieve personages zijn illustratief voor mijn eigen indrukken gedurende de huidige COVID-19 pandemie en zijn niet een-op-een herleidbaar tot bestaande personen.

De heer Alaoui, taxichauffeur, 58 jaar: Over licht, liefde en ‘rode vrijheden’!

Ik wil nú de psychiater spreken! Ik sliep niet meer, lukte niet. Ik werd met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht, er is een dokter bij me geweest. Ze konden niets vinden: genezen, gezond! Het is mijn grote dag vandaag: ik ga gauw weer naar huis.

Wie uit Marokko komt, ziet de dingen anders. In Nederland is het vrijheid-blijheid – zo is het, toch? Ik kom van een andere planeet, wat zeg ik, een ander sterrenstelsel! Toen ik acht was, legde mijn vader het uit. Een vrouw is speciaal, heel gevoelig, heel verfijnd. Als een citrusboompje moet je haar verzorgen. Je voelt het ineens in je hart, je longen: je bent waanzinnig blij, uitbundig! Ik houd van mijn vrouw.

Maar ik vind andere vrouwen ook leuk. Ik zie hun blozende blikken, de zusters op de afdeling, een beetje verliefd! Geen probleem, zoals ik al zei: lieve, mooie meisjes, ik zeg het eerlijk. ‘Kom meneer Alaoui, uw avondmedicatie.’ Boefjes! (We schieten allebei in de lach.)

Ik kom van het platteland. Mijn vader trouwde de knapste kop van het dorp. Haar vader was onderwijzer, mijn moeder zat altijd met haar neus in de boeken, stapels boeken hadden we. Ik ruik de geur van oud papier nu nog! (Snuift diep, uitmondend in een hoestbui.) Om vier uur ’s ochtends molken mijn broers en ik de koeien. Mijn eigen zoons krijg ik nu met geen mogelijkheid uit bed, maar toen was dat normaal. ‘s Zomers wachtten we op de regen. ‘s Winters kropen we in ons hol: extreem koud! Mijn moeder droeg nooit een hoofddoek, zij was vrij. Mijn vader dronk niet, hij was vroom. Arme man! Hij hoedde de koeien, zij las hem de les. Ik ben het beste van twee: vrij en vroom! (Hij knipoogt.)

Ik ben het coronamedicijn.

Komt de dokter nog, waar blijft ze? Ik heb mijn koffer al gepakt, voorgoed. Ik had kunnen studeren, de slimste leerling van de klas, maar mijn vader weigerde te betalen. Ik moest werken. Maar ik heb verstand van zaken, ik ben ook scheikundige, natuurkundige, wiskunde, biologie, dokter, psychiater. Vier jaar geleden sloten ze me op. Ik was paranoïde, boos, nog meer, katatonie! Eerst lieten ze me alleen en daarna belde het Witte Huis. Maar ik had geen psychotherapie nodig, ik genas mijn eigen ziel.

Er heerst wanorde in het land, er is niemand meer op straat. Behalve bij de kiosk: lange mensenrijen voor sigaretten. (Lacht hoestend.) Allemaal grote en kleine mensjes, ver uit elkaar, bang dat ze ziek zullen worden. In hun ogen flakkert de duivel. Ik ben midden tussen hen in gaan staan, een menselijk gebaar, snap je? Ik ben het coronamedicijn. Het licht in mij kan alle ongelukkigen genezen. Ik heb het ze laten zien. Yvonne stond er, ze beefde van angst, ik heb haar innig omhelsd. ‘Ik heb de corona, lieve mensen!’ Hoesten, hoesten, lachen, niks ergs. Iedereen liep weg. Maar ik preekte door tot de broeders me hebben meegenomen.

Ik heb heel mijn leven nooit iets verkeerds gedaan. Zal dat nooit doen ook, de Hemel behoede mij! Maar om de een of andere reden willen ze me de afdeling niet meer aflaten. ‘Rode vrijheden’, zo noemt de verpleging dat. De ironie, dit zijn geen vrijheden! (Hij loopt naar het raam.) Vrijheid zit in de buitenlucht.

Mail

Doris ter Horst (1991) is werkzaam als arts in opleiding tot psychiater in het UMC Utrecht. Ze woont met haar man in Amsterdam. Haar debuutroman is in de maak.

Zep de Bruyn (1990) is illustrator, visueel ontwerper en redacteur werkzaam in Amsterdam en Eindhoven. Hij maakt 2D, 3D en bewegend beeld, vaak verhalend en zowel figuratief als expressief.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer