Deze week verscheen de vijfde editie van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, oftewel 'de DSM'. Vandaag op hard//hoofd drie artikelen naar aanleiding van de wedergeboorte van deze altijd omstreden bijbel van de psychiatrie. Ricardo Frederiks is jeugdstadsdichter van Heerlen. Paula zocht hem op in Limburg om een audioportret te maken. De interviewmarathon, langs vrienden en familie, moet op donderdag, zegt Ricardo, "want dan mag ik naar mijn plekje."
ICT’er en dichter, alfa en bèta in één zou je kunnen zeggen. Ricardo Frederiks (18) is de eerste jeugdstadsdichter van Heerlen. Ik reis met mijn microfoon af naar Zuid-Limburg, om Ricardo een dag te volgen. Zo probeer ik erachter te komen waarom hij dicht en sinds wanneer. Zijn ouders herinneren zich dat hij op vakantie met pen en papier over de bergtoppen uitkeek. Een vriend vertelt me dat Ricardo meedeed aan een dichtwedstrijd op school. Zelf koppelt hij het begin van zijn dichterscarrière aan de roman waar hij sinds zijn vijftiende mee bezig is.
Ricardo is niet iemand die je snel in de kroeg zal tegenkomen, maar op de dag dat Ricardo vierde dat hij jeugdstadsdichter werd, stond hij op een cafépodium. Als beginner; trots, vol overtuiging. In een stevig, kalm staccato droeg hij zijn verzen voor aan de Limburgse toehoorders. Eigen stijl? Zenuwen? Na zijn optreden hield hij zich afzijdig. Hij leunde een beetje tegen de bruine cafémuren en keek van een afstandje naar het publiek.
Ricardo is niet dromerig, maar scherp, observerend. Alsof hij ieder willekeurig moment het kortgeslepen gele potlood achter zijn rechteroor kan wegpakken om heftig het volgende gedicht neer te pennen. En dat doet hij bij tijd en wijlen dan ook. Ricardo legt na zijn voordracht geen contact met de omgeving, maar lijkt het ook niet erg te vinden.
Het intrigeerde mij, de manier waarop Ricardo daar alleen stond en de hele avond geamuseerd leek. Wat zou er door hem heen gaan? Via sociale media zijn we vrienden geworden; van ‘tussen haakjes’ naar echte. Zijn gedichten leken al gauw autobiografisch, vol emotionele waarde. Maar daarbuiten uitte Ricardo zich helemaal niet zo sterk. Een vriendin wist me in één woord te vertellen waarom: ‘Asperger’.
Zelf hou ik er niet zo van, een mens, zijn persoonlijkheid én gedrag, reduceren tot een psychische gesteldheid of aandoening. Ik dacht: ach, dat kan toch ook gewoon een introverte, verlegen jongen zijn?. Toch schijnt het van alles te verklaren, dat woord. Een woord - een diagnose, die in DSM-5 niet langer bestaat. Alle autistische stoornissen zijn met de komst van het nieuwe psychologenhandboek nu één algemene, gezamenlijke diagnose en smelten samen tot ‘het autismespectrum’. Hierdoor worden afwijkingen die in de DSM IV nog bekend stonden als PDD NOS, Rett en Asperger over één kam geschoren als ‘autisme; punt.’.
Wat maakt Ricardo nou eigenlijk ‘hem’, zowel als mens als dichter, en in hoeverre is Asperger daarbij bepalend? Ricardo één dag van zijn leven volgen, de observator observeren, afgewisseld met interviews. Samen organiseerden we een heuse interviewmarathon. Volgens Ricardo moest het een donderdag zijn; “want dan mag ik naar mijn plekje”.
Ricardo’s ‘plekje’ is een kleine cirkelvormige koepel in een filmzaal op de bovenste verdieping van het Glaspaleis in Heerlen. Hier kan hij zich afsluiten van de buitenwereld door middel van een gordijn, en door de horizonbrede ramen over de stad uitkijken. “Normaal gesproken zit ik hier te schrijven. Of ik staar een beetje naar buiten terwijl de mensen rustig voorbij lopen.”
Observeren is wat Ricardo het liefst en volgens sommigen het beste doet. “Ik loop vaak door de stad. Dan ga ik gewoon even tegen een boom of paal staan. Kijken, naar mensen. Dan kan er zomaar een gedicht naar boven komen.” Zo doet hij dat ook woensdagavond, als we de plannen voor de donderdag doornemen.
Ricardo is klaar met werken en vraagt me wat ik doe. Als ik vertel dat ik de stad in ga, vraagt hij of ik zin heb om iets te gaan drinken met hem. We pakken een terrasje aan het grote uitgaansplein. Ricardo kiest het tafeltje uit. Aan de rand van de weg - zo ver mogelijk van de ingang, andere mensen en warmtelampen verwijderd, - ploffen we neer. Twee cola.
“Dit is best bevreemdend. Ik ben niet zo’n uitgaanstype. Ik drink niet, rook niet, gebruik geen drugs. Daar zie ik de toegevoegde waarde gewoon niet van in. Als iemand van school me nu zou zien, zou die waarschijnlijk heel raar opkijken”, zegt Ricardo. Het wordt donker, en daarmee drukker op het terras. Het net nog rustige plekje wordt overschreeuwd door Heerlense terrasgangers.
Hoe drukker het wordt, hoe meer Ricardo lijkt af te dwalen. “Huh?”, reageert hij, terwijl ik hem vraag of hij nog iets wil drinken. Soms duurt het een halve minuut voor hij in de gaten heeft dat ik iets zeg. Ik vraag herhaaldelijk om zijn aandacht, kijk hem in de ogen. “Gaat het? Als het teveel wordt, moet je het zeggen hè.”
“Normaal gesproken lig ik nu al op bed”, vertelt Ricardo. “Niet dat ik dan slaap hoor. Gewoon. Serie kijken, beetje computeren.” Als ik hem weer iets vraag, moet ik het weer een paar keer herhalen. “Moe”, verklaart hij. Ricardo vertelt over het gedicht dat hij eerder die avond heeft geschreven en hij laat het me lezen. “Dit had ik best snel af. Het is wel typisch, ik kan een gedicht schrijven binnen een paar minuten. Als je wil, mag je me uitdagen. Geef me maar een onderwerp!” Terwijl ik opsta en me excuseer om naar het toilet te gaan zeg ik ‘boom’. Na enig tegenstribbelen en twijfelen ("Hoezo boom?") accepteert hij de uitdaging en pakt hij een bierviltje terwijl hij in zijn andere hand zijn oorpotlood vasthoudt:
stel dat een boom
elke voorbijganger zou herkennen.
zal hij ooit wennen,
aan stellen,
die nu niet meer bij elkaar zijn.
We nemen het plan voor de volgende dag door. Ricardo heeft sinds kort zijn rijbewijs en mag de rode Fiat ‘Ching Cheng’ (cinquecento) van zijn moeder gebruiken. Een roadtrip wordt het, van en naar de mensen die het dichtst bij hem staan.
Grootouders, ouders, helpers en muzes. Ook een vriend, misschien. We gaan er allemaal langs, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Ik stel ze allemaal dezelfde vraag. Wie is Ricardo?