Asset 14

De roman als tapijt van verweven geschiedenissen: hoe een collectieve schrijversblik houvast biedt

:De roman als tapijt van verweven geschiedenissen: hoe een collectieve schrijversblik houvast biedt 1

Om de focus op de individualiteit die de boventoon voert in de ‘millennialliteratuur’ te verleggen, besloten Amber Netten, Marleen Doré en Zuma Knegjes samen in de pen te klimmen. Ze vonden prille hoop in Ahmed Bouanani's De kliniek en hun collectieve schrijven.

Wat willen we vertellen, wat hebben we te vertellen en hoe willen we dat vertellen? Drie vragen die wij onszelf, drie beginnende schrijvers, regelmatig stellen. In een wereld waarin talloze langzame maar grootschalige crises zich voltrekken, zijn die vragen niet eenvoudig te beantwoorden. De huidige literatuur vertaalt de crises naar persoonlijke verhalen te midden van deze turbulentie. Een vanzelfsprekend antwoord, zo lijkt: ze bieden herkenning en daardoor houvast voor een generatie die zich – in tegenstelling tot de voorgaande – niet meer kan veroorloven te geloven in een glansrijke, probleemloze toekomst. Toch kunnen wij niet negeren dat we een bepaald ongemak voelen tegenover de zogeheten ‘millennialliteratuur’. De romans van deze generatie schrijvers worden gekenmerkt door personages die zich verwijderd voelen van de wereld om hen heen, zoals Hans Demeyer en Sven Vitse beschrijven in hun artikel ‘Alsof ik de weg niet meer kan vinden. Het huis in de millennialroman’ (De Reactor, 2020). Wij vragen ons af: kan een roman niet méér doen dan enkel een poging deze overweldigende realiteit te vatten door middel van het persoonlijke? Kijken we zo niet naar een oneindig spiegelbeeld, met het risico dat we ons blindstaren op onszelf?

In een poging om de focus op deze individualiteit te verleggen, hebben wij ons gewaagd aan het collectief schrijven, met het idee dat een collectieve blik de maatschappelijke cohesie en crises wellicht effectiever kan vatten dan een individuele blik. Met zijn drieën achter één laptopscherm, naast elkaar gepropt op een bankje in een café, smolten onze individuele perspectieven samen. Waar we normaal gesproken recht op ons doel kunnen afgaan – ieder achter een eigen laptop, met een eigen Word-document – sloegen we nu meer zijpaden in: we bevroegen onszelf en daagden elkaar uit, om zo niet per se tot één vertelstem te komen, maar wel de blik van een collectief te vormen. In dit collectief geschreven essay gaan we dieper in op de roman De kliniek van Ahmed Bouanani, omdat ook zijn roman één van de mogelijkheden toont waarop het collectieve een rol kan spelen in de literatuur.

De individuele geheugens van de personages lijken langzaam met elkaar te versmelten tot een collectief verhaal

Van een individueel naar een collectief verhaal

In De kliniek doet Ahmed Bouanani een geslaagde poging om een collectief geheugen te bewaren. Bouanani (1938-2011, Marokko) was kunstenaar, filmmaker en schrijver. Hij publiceerde verschillende poëziebundels en De kliniek (verschenen als L'Hôpital in 1990) is zijn enige roman. Pas in 2016 werd L’Hôpital vertaald naar het Arabisch, daarna naar het Engels en Nederlands. In dit boek komt de naamloze hoofdpersoon door ziekte terecht in een kliniek. Deze kliniek en het verblijf van de protagonist zijn net zo hallucinant en geheimzinnig als de schrijfstijl van Bouanani: jeugdherinneringen, dromen en de dagelijkse realiteit lopen in elkaar over met een vervreemdende vanzelfsprekendheid. De hoofdpersoon sluit vriendschappen met zijn lotgenoten, mannen die hij bijnamen geeft als ‘de Ruft’ en ‘de Vrijbuiter’. Ondertussen lijkt de wereld buiten de kliniek langzaam te verdwijnen.

De hoofdpersoon in De kliniek positioneert zich als een verslaggever of schrijver, en plaatst zichzelf hierdoor bewust buiten de groep van medebewoners. In de eerste plaats grijpt hij dan ook terug op zijn eigen geheugen en verleden. Zo lezen we op pagina twintig van het boek: ‘Terwijl de fles met serum druppelsgewijs leegliep in mijn bloed heb ik deze bladzijden herlezen, (...) op zoek naar een aangename herinnering zodat ik niet ten onder ga, maar ik herkende mijn handschrift niet en besefte dat mijn hoop om ongeschonden te blijven is als een zoutkorrel in een oceaan.’ Met het verstrijken van de tijd zoekt hij echter toenadering tot de andere patiënten, met wie hij onderling jeugdherinneringen, dromen, angsten en verlangens deelt. De individuele geheugens van de personages lijken zo langzaam met elkaar te versmelten tot een collectief verhaal. Dat collectieve verhaal is dan ook precies waar wij bewondering voor hebben. Belgisch-Marokkaans schrijver, podcastmaker en scenarist Abbie Boutkabout benadrukte eveneens, in ons gesprek met haar afgelopen zomer naar aanleiding van haar analyse op intercultureel platform Kif Kif, de kracht van Bouanani’s boek: ‘Ik geloof dat je persoonlijke geschiedenis nauw verweven is met de persoonlijke geschiedenissen van anderen: een groot tapijt, dat de wereldgeschiedenis wordt. Bouanani had veel oog voor mensen aan de rand van de maatschappij. Hij hoorde daar – als kunstenaar en intellectueel – ook bij. Op deze persoonlijke beleving heeft hij geprobeerd uit te zoomen, om een subtiel politiek commentaar te geven, waarmee hij zegt: “Dit is mijn geliefde land Marokko, op dit moment.”’

Gedeelde onderdrukking

De roman wordt vaak gelezen als een allegorie op de in Marokko onderdrukkende ‘jaren van lood’, waarin koning Hassan II een dictatoriaal bewind voerde. De roman weerspiegelt deze onderdrukking: de gevangenschap van de personages als metafoor voor de repressie van het Marokkaanse volk. De jongste patiënt is zestien, terwijl andere personages boven de dertig zijn en ze komen uit allerlei delen van het land – van Agadir tot Salé. Het zijn mannen uit verschillende lagen van de Marokkaanse maatschappij, met ieder een andere kijk op hun verblijf, waaraan zij allen persoonlijke gevolgen ondervinden. Bouanani brengt zo verschillende stemmen van Marokko samen in de roman. Het gezamenlijke verblijf in de kliniek confronteert de personages met verschillende perspectieven, waardoor ze worden aangespoord op een hernieuwde manier naar elkaar en de wereld om hen heen te kijken.

De uiteenlopende personages verenigen zich met elkaar: er worden geen filosofische conclusies getrokken uit hun samenzijn, ze bestaan simpelweg – samen, in een gedeelde tijd en ruimte

Op deze manier ondergaan de personages in De kliniek een volledig andere ontwikkeling dan de personages in de gemiddelde millennialroman. Waar in de millennialroman een individueel personage zich poogt te verhouden tot de wereld door middel van een uitsluitend psychologische ontwikkeling, weet Bouanani’s roman een belangrijke stap verder te gaan: die van het maatschappelijke. Dit blijkt uit hoe en het feit dát de uiteenlopende personages in de roman zich met elkaar verenigen: er worden geen filosofische conclusies getrokken uit hun samenzijn, ze bestaan simpelweg – samen, in een gedeelde tijd en ruimte. Ze doden de tijd met gesprekken, vaak onzinnig en anekdotisch, waarin ze hun gevoelens uiten en elkaar broederlijk belachelijk maken. Door het aangaan van sociale relaties, het vormen van een groep, verdwijnen de muren die de patiënten voor elkaar ophielden. Zo zegt de hoofdpersoon: ‘De zinloze en haast absurde veronderstelling dat ik me tussen mensen bevond die bijna als dieren waren, verdween gelukkig en maakte diep in mij plaats voor een bittere nederigheid vol wanhoop en stilte.’

Prille hoop in de uitzichtloosheid

Het sluiten van vriendschappen biedt de hoofdpersoon en zijn medepatiënten hoop in een uitzichtloze situatie - een situatie waarin personages in de millennialromans zich ook bevinden. In de millennialromans sijpelt de hoop echter weg en geven de personages zich hieraan over, terwijl de patiënten in De kliniek hun houvast niet kwijtraken. Sterker nog: hoewel ze geaccepteerd hebben dat ze de kliniek niet meer zullen verlaten, houden ze vertrouwen in een betere volgende dag. De nutteloosheid van het alledaagse bestaan versterkt dat vertrouwen, terwijl daadwerkelijke verandering onhaalbaar is. Op een gegeven moment preekt de Ruft dan ook tegen de hoofdpersoon: ‘Iedere dag die verstrijkt bewijst hun nutteloosheid in het bestaan en versterkt tegelijkertijd hun hoop op een betere, prettigere volgende dag. Waarom hun dat ene lichtpuntje afnemen, zelfs al is het volledig overbodig?’

De nutteloosheid en de hoop wegen tegen elkaar op en houden samen een balans in stand

Halverwege het boek begint de ramadan en wordt voor de hoofdpersoon duidelijk dat er, in een uitzichtloze situatie, lichtpuntjes te vinden zijn: ‘Het was ongelofelijk. Waar eerder nog een sfeer van wanhoop en verval had geheerst, waar ik om mij heen enkel zieken in hun bed had zien liggen, ineengedoken vanwege de kou, overgeleverd aan een lijdensweg en een gewisse dood, kwam de kamer nu tot leven alsof ik in een dorp vol pelsjagers of goudzoekers zat.’ Deze momenten, waarin de personages actief samen zijn, blijken cruciaal om de illusie in stand te houden dat vandaag dus inderdaad beter is dan gisteren. De nutteloosheid en de hoop wegen tegen elkaar op en houden samen een balans in stand. Het vormen van een collectief, de vriendengroep, versterkt de hoop – dit is de houvast waar wij naar op zoek zijn. Daarom concluderen wij dat het vormen van een collectief, in een situatie waar de gevolgen van het vormen van een collectief niet nog slechter zijn dan de huidige situatie, noodzakelijk kan zijn.

Het individuele verlangen binnen de huidige Westerse maatschappij naar een huisje-boompje-beestje is onhoudbaar gebleken: er komt een einde aan de ogenschijnlijke eindeloze economische en sociale groei die de generatie van onze ouders heeft meegemaakt. Wij verlangen naar samenhang en het delen van verschillende perspectieven en verhalen, wat wellicht geen oplossing biedt voor de huidige crises, maar wat onze hoop wel kan versterken – zonder zelfdestructie. Deze groei van prille hoop werd ook zichtbaar tijdens ons proces van samen-schrijven: onze innerlijke perfectionisten werden het onmogelijk gemaakt tegen te sputteren. We moedigden elkaar aan, waardoor ons enthousiasme groeide, het vertrouwen in onszelf, elkaar en uiteindelijk: in de tekst. Zolang we elkaar blijven opzoeken, elkaar willen zien en aanhoren, is er ruimte voor verbinding. Verbinding die hoognodig is, om weerstand te kunnen bieden, om hoopvol vooruit te durven kijken, maar ook om simpelweg te zijn.

Laat de literatuur een antwoord zijn. Literatuur waardoor het mogelijk is verder te kunnen kijken dan ons eigen spiegelbeeld, zonder onszelf uit het oog te verliezen.

Mail

Amber Netten, Marleen Doré en Zuma Knegjes studeren Creative Writing aan ArtEZ (Arnhem) en studeren volgend jaar af. Amber Netten (2001) schrijft om grip te krijgen op de wereld, en wat haar hier houdt. Ze streeft ernaar zo eerlijk mogelijk te zijn: zowel naar zichzelf, als naar haar lezers. Marleen Doré (1998) is schrijver en kunsthistoricus met een voorliefde voor de kleur blauw, Rachel Cusk en katten. Marleen schrijft, in soms pijnlijke eenvoud, over verstilde intimiteit. Zuma Knegjes (2001) wil in haar schrijven het liefst de wereld benadrukken. Ze wil ze iets opbouwen, een mogelijkheid creëren, in plaats van af te breken.

Noortje Rap (1998) is een illustrator uit Arnhem. In haar werk speelt natuur een grote rol; planten en dieren, maar ook haar eigen natuur. Met fijne, fragiele lijnen en een karakteristieke penseelstreek vertelt ze de verhalen die voor haar van belang zijn.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer 1

It takes an adult to raise a village: Halsema is streng, rechtvaardig, en een tikje autoritair in Zomergasten

De bedachtzame, maar mediagetrainde, Femke Halsema nam ons als Zomergast mee in de bestuurlijke (opvoed)dilemma’s uit haar werk. Als een klassiek ouderfiguur toont ze zich streng en rechtvaardig, maar mist ze óók zelfinzicht op sommige punten. Lees meer

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

‘Uğur Ümit Üngörs fragmenten zijn broodnodige kost voor een samenleving die consequent doet alsof wijdverbreid extreem (staats)geweld een ver-van-mijn-bedshow is.’ Terwijl Zomergast Üngör zichzelf kundig naar de achtergrond werkt, maakt hij duidelijk dat de zomer vele winters verstopt. Met opgewekte grimmigheid vraagt hij ons om ons zorgen te maken over het leed van anderen. Lees meer

Zomergasten met Eva Crutzen roept de vraag op of een mooi gesprek genoeg is of dat kijkers toch snakken naar goede televisie.

Zomergast Eva Crutzen zorgde voor een mooi gesprek, maar is dat genoeg?

Na de ideale televisieavond van Eva Crutzen vraagt Hanna Karalic zich af of een mooi gesprek genoeg is voor Zomergasten of dat kijkers toch snakken naar goede televisie. Lees meer

Mijn tweede kutland… 2

Mijn tweede kutland…

Toen Iskra de Vries vanuit Polen naar Nederland verhuisde, bleek dat zij niet van een koude kermis thuiskwam, maar naar een koude kermis vertrokken was. Iskra schrijft een verschroeiend eerlijke break-up brief aan het adres van ons kikkerlandje. Lees meer

Schroot voor de kunstkenner 1

Schroot voor de kunstkenner

Wat doet een beschilderd stuk schroot in het Stedelijk? Waarom ruikt het er opeens chemisch en zoet tegelijk? Het is het werk van Selma Selman, die opnieuw definieert wat kunst is en mag zijn. Ivana Kalaš is onder de indruk – en heroverweegt haar eigen positie. Zoetig en naar ijzer – dat aroma komt op... Lees meer

Zomers zwijgen

Volim nas: hoe de taal van de liefde mijn lichaam tot stilte maande

Wat als je vertrouwen in jezelf en je lichaam plotsklaps wordt aangetast door epileptische aanvallen? En tegelijkertijd je vertrouwen in de onvoorwaardelijke liefde van je oma ook op losse schroeven komt te staan? In een persoonlijk essay neemt Dorea Laan je in beeldende taal mee in deze zoektocht. Lees meer

:Meer dan Maria: het moederschap in de beeldende kunst 3

Meer dan Maria: het moederschap in de beeldende kunst

Wat betekent het om moeder te zijn? En wanneer ben je dan een ‘goede moeder’? Moederschap, en alle nuances daarrond, blijft onderbelicht. Anne Louïse van den Dool onderzoekt via de representatie van moeders in de beeldende kunst de vele kanten die horen bij moeder zijn. Lees meer

Als je écht kinderen wilt redden

Als je écht kinderen wilt redden

Shashitu Rahima Tarirga kwam 33 jaar geleden via interlandelijke adoptie naar Nederland vanuit Ethiopië. Na een reis naar Ethiopië maakt ze nu een afweging tussen haar leven hier en het gemiste leven daar. 'Weegt een westers paspoort op tegen het moeten omgaan met de trauma’s van scheiding en achterlating? Weegt een leven hier op tegen onbekendheid met je leven daar?' Lees meer

nuclear family

Queerkroost

In een briefwisseling over queer ouderschap zoeken Eke Krijnen en Lisanne Brouwer naar steun, herkenning en een houding om de maatschappelijke discriminatie buiten het gezinsleven te houden. Lees meer

Informatiehonger

Informatiehonger

We verslikken ons in data, maar blijven gulzig drinken. In dit essay onderzoekt Paola Verhaert hoe onze honger naar informatie — ooit gevoed door boeken, nu door eindeloze datastromen — ons hoofd én onze wereld begint te verzwelgen. Waar ligt de grens? En merken we het als we die overschrijden? Lees meer

:Naar een taal die consent fucking overbodig maakt: brieven over consent

Naar een taal die consent fucking overbodig maakt: brieven over consent

In haar laatste brief aan Alara buigt Yousra zich over taal: hoe taal seksueel geweld normaliseert en hoe taal inwerkt op onze erotische verbeelding. Geweldloze verhoudingen scheppen via taal is voor haar zowel een kwestie van nieuwe talen schrijven als oude of bestaande talen herinneren. Lees meer

Kind van lelijke huizen

Kind van lelijke huizen

Om haar heen ziet Anne Schepers dat de kinderen uit ‘mooie huizen’ die wél een financieel vangnet hebben eerder de stap naar freelancewerk kunnen maken. Ze staat voor de keuze: lijden voor de kunst of doen wat de maatschappij verantwoordelijk acht? Lees meer

:Een reeks foto’s: brieven over consent

Een reeks foto’s: brieven over consent

Voor Alara Adilow voelt het alsof er altijd hiaten overblijven na het schrijven van een antwoord op een brief, en ze vraagt zich af of ze daarom steeds midden in de nacht wakker wordt. Ze denkt na over hoe de zachte aanrakingen niet alleen voor haar lichaam helend kunnen zijn, maar ook voor onze gewelddadige maatschappij, waar pestgedrag en leedvermaak machtsgrepen zijn. Lees meer

:Hoe te dromen:  Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Hoe te dromen: Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Als Stella Kummer ’s ochtends wakker wordt, bespreekt ze in bed haar dromen met haar vriend. Terwijl ze aan hem vertelt wat er die nacht in haar droomwereld is omgegaan, denkt ze na over dromen over de wereld. Begint het veranderen van de wereld niet eigenlijk gewoon in bed? Lees meer

Auto Draft 8

Een transformatie van verlangen: brieven over consent

Wat als we consent en verlangen zélf als de voorwaarden van bevrijding en sociale rechtvaardigheid zien? Yousra Benfquih licht toe hoe genot-activisme ons niet alleen toelaat om ons tegen de dingen te verzetten, maar ook om te onderzoeken waar we naar verlangen. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer