Asset 14

De diefstal van mijn favoriete film

Essay: De diefstal van mijn favoriete film

Luuk Imhann kon kunst altijd scheiden van de kunstenaar, maar toen hij zijn favoriete film Manhattan onlangs opzette, werd hij overvallen door onbehagen. Hoe vindt hij een vervanger voor zijn besmette favoriet?

Tot vorige week kon ik altijd de kunst scheiden van de kunstenaar. Zeven dagen geleden vroeg mijn vriendin me wat mijn favoriete film aller tijden was. Ik gaf hetzelfde antwoord dat ik al jaren geef als mensen me die vraag stellen: Manhattan van Woody Allen. Even later keken we hem, maar na drie kwartier drukte ik op stop.
Ik merkte dat ik niet meer naar Woody Allen kon kijken zonder te denken aan de beschuldigingen van misbruik aan zijn adres, zeker niet bij een film waarin een 43-jarige man (gespeeld door Allen zelf) een relatie heeft met een 17-jarig meisje (Muriel Hemingway). Het was niet zo dat de publieke opinie mij ertoe bewoog mijn favoriet te laten vallen. Ik had immers nog vol verwachting de dvd opgezet. Maar ik merkte dat de rationele scheiding tussen kunst en kunstenaar, werd ingehaald door de gevoelens van walging en onbehagen die me overvielen. En dus rest mij niets anders dan op zoek te gaan naar een nieuwe favoriet. Maar hoe?

Geprikkeld

Allereerst is het goed om na te gaan waarom Manhattan het ooit tot mijn favoriet had weten te schoppen. De eerste keer dat ik Manhattan keek, kwam ik niet veel verder dan de intro, waar zwartwit beelden van een besneeuwd New York getoond worden terwijl Rhapsody in Blue van George Gershwin speelt. Daaroverheen de voice-over van Woody Allen zelf, als schrijver die keer op keer probeert een begin te maken aan zijn boek, maar met elk begin ontevreden is. Als schrijver kon ik me daar zo goed aan relateren, de eeuwige zelftwijfel, de gedachten aan wat anderen zouden zeggen als je te ‘prekerig’ overkomt en dat gepaard met wellicht de mooiste beelden van Manhattan ooit geschoten, door meestercameraman Gordon Willis. Maar ik kon de film niet afzien; die eerste keer niet en de keren daarna ook niet. Na het zien van die eerste vijf minuten móest ik steevast mijn computer aanzetten en zelf aan de slag. Mijn inspiratie werd keer op keer geprikkeld door de beste filmopening die ik ooit zag en ik móest proberen dat te evenaren.

Toen ik de film eindelijk uit zag, dook ik in de recensies en artikelen over de film, in een poging laag na laag af te pellen van het werk. Hij werd er zo mogelijk nog beter van. Ik kan die film dromen en heb hem sinds die eerste maal, zo’n acht of negen jaar geleden, elk jaar meerdere malen herkeken. Totdat de weerzin mij ineens overviel toen ik hem vorige week zag. Maar waarom? Als gezegd, ik probeer de kunst altijd van de kunstenaar te scheiden; het gaat om wat er gemáákt is, niet om de daden van iemand. Want als je die grens overgaat, valt er immers zo ontzettend veel grote kunst weg, dat de wereld er armer van wordt. Mogen we geen Salinger meer lezen? Of Louis-Ferdinand Céline? Moeten alle schilderijen van Caravaggio uit de musea worden weggehaald omdat hij iemand heeft vermoord?

Hypocriet?

Er is geen absolute grens, dus wegen we allemaal voorwaardelijk de aantijgingen tegen kunstenaars. Lucebert was ‘fout’ in de oorlog, Gerrit Achterberg pleegde een moord en Roman Polanski verkrachtte een tiener. Welke van deze drie misdaden is erg genoeg om van de ‘dader’ geen kunst meer van te willen lezen of zien? Ben ik hypocriet in de veroordeling van Kevin Spacey en de adoratie van Alfred Hitchcock? Ook deze grote regisseur is immers meermaals door actrices van misbruik beschuldigd.

Ik zag voor me hoe ik later op Oost-Duitse wijze ondervraagd zou worden met de herhaaldelijke vraag waarom ik die film toch zo bleef koesteren.

De vraag of je nog van iemands kunst mag genieten als je weet dat hij of zij een misdaad heeft begaan, is er één die iedereen voor zichzelf moet beantwoorden. Of liever: dat moet iedereen voor zichzelf ervaren. Want het is dus niet zo dat ik rationeel besloot de films van Woody Allen niet meer te kijken nadat zijn adoptiedochter haar beschuldigingen herhaald had; mijn weerstand was gevoelsmatig en zelfs fysiek: ik kán het simpelweg niet meer. Ik zag de bedscène waarin Allen en Hemingway samen Chinees aten terwijl ze een film keken. Het meisje stelt voor iets anders te doen en de film snijdt naar een scène waarin de twee een koetsrit door Central Park maken en Allen het meisje hartstochtelijk zoent. Of ruw bespringt. Want ik kan het onderscheid dus niet meer maken. Nooit eerder zag ik iets anders dan liefde in die scène, maar ik merkte dat ik wegkeek, gevolgd door een naar gevoel in mijn maag. Ik kon niet meer kijken, omdat ik het gevoel kreeg dat ik iets zag wat ik niet mócht zien. Had mijn favoriete film tot dan toe mijn integriteit verdrongen? En wat was er dan nu ineens veranderd? Ik zag voor me hoe ik later op Oost-Duitse wijze ondervraagd zou worden met de herhaaldelijke vraag waarom ik die film toch zo bleef koesteren. Is het waar, zoals Dylan Farrow eens schreef, dat ik haar vader door mijn jarenlange adoratie van die film – die ik niet onder stoelen of banken schoof – in het zadel heb gehouden? Hoe integer is mijn plek als jarenlange fan tegenover slachtoffers?

Voel ik mij als fan medeplichtig tegenover de slachtoffers? En is dat terecht? Ik kan volhouden dat ik niets zeker wist, dat hij niet was veroordeeld. Maar kennis van de gebeurtenissen had ik wel, door de artikelen, die met elke nieuwe film van hem weer boven kwamen. En toch ging ik telkens opnieuw naar de bioscoop, vasthoudend aan mijn scheiden van kunst en kunstenaar. Was dit niet een manier om me aan de discussie te onttrekken? Of nam ik juist stelling door wél steevast naar al zijn nieuwe films te gaan?

Zoektocht

Nu ik moet erkennen dat mijn rationele standpunt over scheiding tussen kunstwerk en kunstenaar is ingehaald door mijn gevoel dat me vertelt dat dat niet altijd mogelijk is, moet ik op zoek naar een nieuwe, zuivere, favoriete film. Maar waar begin ik die zoektocht?

Wat maakt nu een film tot favoriet? Is het gevoel, associatie of herinnering? Hoe zwaar wegen de esthetische en kunstzinnige factoren? En speelt erkenning door publiek en critici een rol, een volle prijzenkast? Om bij het laatste te beginnen: in filmtijdschrift Sight and Sound stemmen de grootste regisseurs van de wereld op hun favorieten, waardoor er veel pareltjes uit de filmhistorie bijstaan. Wie vergeet er ooit de reis door licht en ruimte van 2001: A Space Odyssey of de droombeelden van Otto e Mezzo? Maar als je het aan acteurs vraagt, kiezen ze Tootsie. Volgens het Franse filmblad Cahiers du cinéma is de beste film Citizen Kane, maar de Duitsers achten Vertigo toch hoger en de grootste filmsite IMDB houdt vast aan The Shawshank Redemption, gebaseerd op een systeem waar iedereen kan stemmen (de meeste lof voor een film uit eigen land, gaat trouwens uit naar Zwartboek en Turks Fruit). Ik kan de Oscars nazoeken of de winnaars van filmfestivals in Cannes of Berlijn, maar maakt dat uit? Zoveel kenners, zoveel meningen en bovendien – het zegt niets over hoe ík mij tot de film verhoud.

Ik voelde verwantschap met Botje, het kleine geelblauwe visje dat overal bang voor was.

Dus laat ik de erkenning voor wat ‘ie is en richt de blik naar binnen: welke films waren voor mij nu bijzonder? Welke film sprak het meest tot mijn verbeelding in mijn jeugd, welke film heb ik grijs gedraaid? Waarschijnlijk heb ik nooit een film zo intens beleefd als mijn eerste bioscoopfilm. Ik bewoog mee in mijn stoel, toen ik De kleine zeemeermin zag, en ik voelde verwantschap met Botje, het kleine geelblauwe visje dat overal bang voor was, van elk avontuur alleen de beren op de weg zag, maar zijn wijzere vriendin in alles volgde. En jaren later was er dat snijdende gevoel van herkenning, ditmaal bij Eternal Sunshine of the Spotless Mind, waarin ik als zeventienjarige mijn liefdesverdriet exact gekopieerd zag en herkende hoe de karakters probeerden hun herinneringen aan de ander te wissen, net als ik toen probeerde te doen. En The Lion King, de film die ik ontelbaar vaak gezien heb en nóg ontelbaar vaak kan zien, in de wetenschap dat hij me nóóit zal vervelen, is dat dan misschien mijn favoriet?

Maatstaf

Nee, ik heb meer nodig dan alleen gevoel. Esthetiek, mooie beelden en zinnen. En filmisch meesterschap – objectieve kwaliteiten. Maar is mijn favoriet dan ‘de som der delen’ – de film die het sterkst is in elk van die afzonderlijke elementen? Of zijn die ‘objectieve kwaliteiten’ niet meer dan een poging om achteraf duiding te geven aan toch een ongrijpbaar gevoel van schoonheid? Ik probeerde het. Van meesterwerken als The Tree of Life tot The Fountain en van Blue tot In the Mood for Love onderzocht ik de kunstvorm via alle afzonderlijke delen: van camerawerk en acteren tot regie en soundtracks. En ik voelde veel waardering voor vakmanschap. Maar ik voelde niet wat ik jaren voelde bij Manhattan.

Uiteindelijk is er niets wat mij uitsluitsel geeft. Niet het gevoel of de herinnering, niet de objectieve maatstaf van esthetiek of erkenning. Misschien heb ik per levensfase een favoriete film, en moet ik na The Lion King en Eternal Sunshine of the Spotless Mind wachten op een nieuwe levensfase nu Manhattan is weggevallen. Ik wil nog steeds graag kunst en kunstenaar scheiden, maar ik weet nu dat ik het niet altijd kan. Zoals het niet als een keuze voelt dat Manhattan mijn favoriet níet meer is, zo valt een nieuwe favoriet ook niet te kiezen. Dus zolang er zich geen opvolger aan mij opdringt, zal ik iedereen die naar mijn favoriete film vraagt, naar eer en geweten zeggen dat ik favorietloos ben.



Mail

Luuk Imhann (1986) is schrijver van de roman Paradijs (Querido, 2016) en schrijft toneelstukken voor toneelgroep NOX, waar hij ook artistiek directeur van is.

Jip van den Toorn is een illustratrice uit Amsterdam die zich voornamelijk richt op illustraties en GIFs. Ze maakt onder andere werk voor de Vrij Nederland, Het Parool en de VPROgids.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Mooi vanbuiten en vanbinnen: pleidooi voor dagdagelijkse entomologie 2

Mooi vanbuiten en vanbinnen: pleidooi voor dagdagelijkse entomologie

Insecten hebben een slecht imago. We houden ze het liefst ver uit de buurt, maar dat is onterecht, vindt Jitte. Met dit artikel bewijst hij je graag van het tegendeel en vertelt hij hoe sluipwespen lieveheersbeestjes inschakelen als lijfwacht voor haar larven, over de indrukwekkende hersenen van de Darwinwesp, en hoe je een mierenkolonie opzet met één koningin. Lees meer

Composthoop

Een symfonie van het kleine leven

Jesse Van den Eynden neemt je mee in de symfonie van het kleine leven dat zich afspeelt in de duisternis van de composthoop. In dit liefdevolle essay beschrijft hij hoe zijn leven steeds meer overgenomen wordt door de rottende en levende massa in zijn tuin, en hoe het slurpen, klikken en kraken van de aarde en haar bewoners een meditatieve ervaring worden. Lees meer

Eiland zonder eilandjes

Eiland zonder eilandjes

Bram de Ridder is vervangend psychiater op Bonaire. Maar hoe moet hij zich als witte zorgprofessional verhouden tot de mensen van het eiland? Lees meer

Huizen, omhulsels

Huizen, omhulsels

Anne Schepers had nooit gedacht dat ze een huis kon kopen. Tijdens de verbouwing denkt ze na over huizen als politiek middel, hoe het is om als sociale klimmer ruimte in te nemen en waarom dromen over een fantasiehuis een privilege is. Lees meer

:Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent is complex in een wereld gevormd door koloniaal geweld. Yousra Benfquih vraagt zich in haar eerste brief aan Alara Adilow af hoe consent een instrument kan worden van verzet. Lees meer

Iemand die in je gelooft

Iemand die in je gelooft

Jam van der Aa ontdekte pas laat dat ze autisme heeft. Toen ze jong was herkende jeugdzorg bovendien niet de rol van autisme in de onveilige situatie bij haar thuis. Ze was gedreven en nieuwsgierig, maar lange tijd op zichzelf aangewezen. Dit essay is een pleidooi voor betere jeugdzorg en gaat over veerkracht en jezelf leren begrijpen en vertrouwen. Lees meer

Automatische concepten 87

Van mijn spreekkamer tot aan Afghanistan

In haar behandelkamer zit Jihane Chaara als forensisch psycholoog niet alleen tegenover slachtoffers, maar ook tegenover daders van dwingende controle, een vorm van huiselijk geweld. Wat is het verband tussen deze psychologische, onderdrukkende machtstructuur van een individidu als meneer X in haar spreekkamer, en het regime van de Taliban in Afghanistan? Een essay over de verbinding tussen daderschap, ontkenning, grotere structuren van vrouwenonderdrukking en verzet. Lees meer

Einde Schooldag

Einde Schooldag

Leerlingen zijn als tijdelijke passanten van wie je een hoop weet, maar nooit hoe het met ze af zal lopen. 'Ze zijn open eindes', zo schrijft Engels docente Charlotte Knoors in dit persoonlijke essay over de raadselachtige verhouding tussen docent en student. Lees meer

Zo rood als een kreeft

Zo rood als een kreeft

Wanneer twee Spaanse vrienden Ferenz Jacobs uitnodigen voor een protestmars tegen toerisme in Barcelona, voelt hij zich voor het eerst weer een 'outsider'. In dit essay richt hij zich op de gevolgen van massatoerisme op de permanente bewoners. Is er een ander soort toerisme mogelijk, buiten de logica van onderdanigheid, kolonialisme en uitbuiting om? Lees meer

Auto Draft 4

Tijd buiten de uren om

Micha Zaat sliep binnen een jaar in bijna 60 verschillende hotelkamers. In dit essay licht hij het fenomeen van de hotelkamer als liminaal object toe, en legt uit wat zo'n kortdurend verblijf voor gasten én kamers betekent en waarom het onmogelijk is om ouder te worden in een hotelkamer. 'In het bed waar ik gisteren droomde over sterven in een auto-ongeluk ligt nu iemand te masturberen.' Lees meer

Auto Draft 2

'Kunnen we vrienden zijn?': over een noodzakelijk veranderende mens-natuur relatie

Wanneer Jop Koopman afreist naar Lombok om de Indonesische visie op mens-natuurrelatie beter te begrijpen, gaat hij op pad met een lokale mysticus. In dit essay onderzoekt hij hoe we de verhouding mens-natuur opnieuw kunnen vormgeven; wat de agency is van onze omgeving, en waarom we vrienden moeten worden met alles rondom ons. Lees meer

Stil protest

Stil protest

Nadeche Remst laat zien hoe slaap, verdriet en dissociatie meer zijn dan persoonlijke reacties: ze worden een vorm van stil verzet tegen een wereld die kwetsbaarheid buitensluit. Lees meer

Hoe lang blijf je een vluchteling?

Hoe lang blijf je een vluchteling?

'Wat' ben je als je ergens niet thuishoort, maar ook niet terug kan naar je geboorteland? Ivana Kalaš onderzoekt het label 'vluchteling'. Lees meer

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus kan toch niet groeien in een zompig moeras? In dit essay schetst Jam een realistisch beeld van de autistische ervaring in een kapitalistisch systeem dat productiviteit als het hoogste goed beschouwt. Lees meer

Lieve buren

Lieve buren

Ze hebben dezelfde brievenbus en dezelfde supermarkt, maar Nienke Blanc vraagt zich in deze nooit verzonden brief af of dat het enige is dat ze met haar buren deelt. Lees meer

Best Friend (For The Forseeable Future)

Best Friend (For The Forseeable Future)

Lotte Krakers’ vriendschap met Karlien eindigde mét blauwe vinkjes, maar zonder antwoorden. Het laat Lotte reflecteren op het afdwingen van gelijkenissen in een vriendschap, en het plaatsen van vrienden op voetstukken: ‘Karlien hield me een spiegel voor, waarin ik vooral zag wat ik niet was.’ Lees meer

Je hebt mij getekend voor het leven

Je hebt mij getekend voor het leven

Hoe sluit je een hoofdstuk af? Jop Koopman schreef een brief aan zijn oude baas, in wiens tulpenbedrijf hij als invalkracht een bedrijfsongeval meemaakte. Lees meer

De dooddoener van het kwaad

De dooddoener van het kwaad

Bas Keemink bespreekt de film 'The Zone of Interest', waarin Jonathan Glazer 'Big Brother' naar de Holocaust brengt. Lovende kritieken schrijven dat hij Hannah Arendts theorie, de banaliteit van het kwaad, goed in beeld brengt, maar is dat wel zo? Lees meer

Exteriors, Annie Ernaux and Photography

Exteriors, Annie Ernaux and Photography

Jorne Vriens bezocht een tentoonstelling in Parijs en dit leidde tot een prachtige uiteenzetting over tekst, smartphones, connectie en fotografie. Lees meer

De eerste leugen

De eerste leugen

De eerste keer dat Job van Ballegoijen de Jong loog, was het bijna onschuldig. Een leugentje om bestwil, dacht hij toen, om zijn moeder gerust te stellen. Maar die eerste leugen groeide uit tot een web waarin hij langzaam verstrikte. In zijn debuut 'Morgen vertel ik alles' vertelt hij waarom iedereen een tweede (of derde) kans verdient. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer