Koen Alfons schrijft elke twee weken een column voor Hard//hoofd, afgewisseld door Kasper van Royen.
Volgens A.L. Snijders dient een schrijver te allen tijde het sentiment te vermijden. Het sentiment is een vloek. Ik ben het daarmee eens. Het probleem is echter dat ik graag schrijf, maar eigenlijk ook gewoon een sentimentele lul ben. Wanneer mijn zoon mij een zoen geeft krijg ik een brok in mijn keel. Niet omdat hij mij een zoen geeft, maar omdat hij de techniek van het zoenen nog niet beheerst. Hij tuit zijn lippen niet maar duwt zijn volledige gezicht tegen mijn wang, snot en kwijl inbegrepen.
Sentimentaliteit is het op een overdreven manier inspelen op het gevoelsleven in plaats van op het verstand. Een schrijver mag op het gevoel inspelen maar niet op overdreven manier. Er is een grens. Of misschien kun je het beter een maat noemen. Er zit een maat op. En een vader die schrijft over een zoen van zijn zoon, houdt geen maat.
In zijn columns en ZKV’s schrijft Snijders regelmatig over zijn vriend Wartena (voornaam Sjoerd) die in Frankrijk woont. Een kolossale figuur die nogal tot de verbeelding spreekt. De twee mannen zijn bevriend sinds hun studententijd, tegenpolen, en in hun omgang met elkaar (in persoon, dan wel in brieven) alles behalve sentimenteel. Wanneer Snijders hem een van zijn Parool-columns laat lezen, noemt Wartena die column “gebabbel.” Later omschrijft hij Snijders als “een huilerig type.” Er is geen mantel der liefde, er wordt niets gespaard.
Mijn vriend Sjoerd is chef-kok. Hij woont niet in Frankrijk, maar zijn menukaart wel. Ooit maakte ik deel uit van zijn keukenbrigade. Daar was ook geen mantel der liefde. Wanneer ik voor de zoveelste keer een gepocheerd kwartelei liet sneuvelen in het draaikolkje van heet water en azijn, hief hij zijn handen ten hemel en riep: “Wat kun je dan wel?!” Maar wat gebeurt in de keuken, blijft in de keuken. Ondanks de leerschool werden we vrienden.
Na een paar jaar zag ik in dat ik zijn liefde voor oesters en zwezerik en boudin blanc nooit zou evenaren. Ik besloot hem te verlaten. De beslissing drukte zwaar op mijn gemoed. Ik wilde loyaal zijn maar wist dat het fornuis mij geen toekomst bood. We spraken af, ik legde het hoge woord op tafel. Ik vertelde dat ik een baan in een antiquariaat had gevonden en zette me schrap. Sjoerd pakte mijn schouder en gaf me een zoen en feliciteerde me. Hij wist dat de beslissing juist was.
Illustratie: XF&M
Nadat ik niet meer voor hem werkte, veranderde de relatie. Sympathie werd affectie. Dat merkte ik pas toen hij een paar jaar geleden ziek werd. Na de diagnose volgden weken van onderzoek en uitslagen. Ik stelde me voor dat hij dood zou gaan en wist dat ik van hem hield. Hij werd geopereerd. Hij herstelde. Opluchting.
Mijn angst is dat achter iedere liefde de sentimentaliteit op de loer ligt. Dus schrijven over het telefoontje waarin hij vertelde dat er geen uitzaaiingen waren is gevaarlijk, omdat ik na dat telefoontje huilde. Of over een veel te magere Sjoerd in een veel te groot ziekenhuisbed een dag na de operatie. Gevaarlijk. Emoties. Er zit een maat op. Dan maar terug naar de chef-kok die ziekenhuisaardappels moet eten en dat weigert. Hij laat obers uit zijn restaurant pannetjes bezorgen. Zijn kamergenoten zijn daar blij mee. De porties zijn te groot, hij kan uitdelen. De verpleging knijpt een oogje dicht.
Behalve Chef-kok is Sjoerd ook Manchild Extraordinaire. Een jonge hond, voor altijd achttien gebleven, terwijl hij eind dit jaar toch echt vijftig wordt. Ik pest hem daar niet mee. Ik spaar zijn gevoelens. Mantel der liefde.
Of Snijders en Wartena van elkaar hielden, weet ik niet. Ik heb nog niet alle ZKV’s gelezen. De mannen komen op mij vaak over als sparring-partners. Brein tegen brein, zonder handschoenen. Sjoerd en ik sparren weinig. Ik hou van muziek, hij is een zogenaamde kenner. Hij lacht me uit wanneer ik zeg dat Bob Marley de grootste zanger aller tijden is. Zijn gewauwel over New Order boeit me niet. Hij leest mijn columns alleen als ik ze rechtstreeks aan hem mail, wat ik de helft van de tijd vergeet. Hij waardeert ze. Ik denk ook omdat ze bewijzen dat ik eindelijk met regelmaat schrijf. Dat stemt hem tevreden.
Ooit publiceerde A.L. Snijders ook op deze pagina’s. Dat maakt mij enigszins trots. Maar volgens Snijders kun je het beste helemaal nergens trots op zijn.
Daar ben ik het dan niet helemaal mee eens.

Koen Alfons is sinds 2013 redacteur van Hard//hoofd. Hij schrijft columns en korte verhalen.

XF&M zijn een illustratie duo uit Groningen. Vanuit hun studio/huis werken zij samen aan hun illustraties, laag voor laag, met pen en papier, wat potlood, verf, krijt, inkt, stiften…en misschien nog wat spuitbus…