Beste Philip,
Je bent weliswaar enkele maanden jonger dan ik, maar daar kan het toch zeker niet aan liggen. We hebben een aantal schijnbare overeenkomsten – studeerden beide filosofie, houden van Bob Dylan en Spinvis en schrijven graag – maar toch staan we volgens mij totaal anders in het leven. Ik lees jouw stukken met plezier, want er spreekt een vurige betrokkenheid uit en daar houd ik van. Maar ik ben het eigenlijk met alles wat jij stelt (en dat is nogal wat) pertinent oneens. Het belangrijkste speerpunt van jouw persoonlijke partijprogramma is de emancipatie van ‘de jongere’. Op tv, in de politiek, overal moet die jongere maar vertegenwoordigd zijn. Maar wie is die jongere nou eigenlijk?
Ik heb mij nooit met een leeftijdsgroep kunnen identificeren. Als kind vond ik het verschrikkelijk om met de andere kinderen aan een aparte tafel te worden gezet en wilde niets liever dan met de ‘grote mensen’ eten. Maar goed, ik begreep toen ook wel dat er nou eenmaal een onoverbrugbaar verschil was tussen beide tafels. De volwassenen spraken onderling een andere taal, een geheime taal, waar ik nog niet aan deel kon nemen. En natuurlijk zou het slechts een kwestie van tijd zijn voordat die taal ontsluierd zou worden. Zo vanaf je zestiende mag je toch wel een vorkje mee komen prikken. Maar Philip, ik heb het idee dat jij nog steeds aan dat kindertafeltje zit, met je bestek demonstratief op je bord bonkend. Je maakt zoveel kabaal, dat het maar niet tot je door kan dringen dat je al lang bent uitgenodigd om bij ons aan te schuiven.
Het is haast aandoenlijk hoe jij je sterk maakt voor de twintiger. In je eerste bijdrage aan deze site stel je de vraag ‘Wordt er ook televisie gemaakt waardoor wij ons vertegenwoordigd voelen op het veld van de publieke omroepen?’ Op verontwaardigde toon doe je uit de doeken dat ons nationale kijkcijferkanon Matthijs van Nieuwkerk maar liefst bijna vijftig jaar oud is. Gelukkig maar, zou ik zeggen. Hij is goed in wat hij doet dóórdat hij niet de jongste is. Hetzelfde geldt voor zijn gasten (je hebt van iedereen de leeftijd bijgehouden, want je neemt je veldwerk serieus), die mensen hebben nou eenmaal vaak iets bereikt in het leven en mogen daarom op de beeldbuis verschijnen. Er is geen principieel verschil tussen de twintiger en de veertiger en de zestiger; we zitten met z’n allen aan de grote mensentafel. Maar daar geldt wel dat de oudste aan het hoofd zit, die heeft immers de meeste verhalen te vertellen. Als iemand naar voren wil worden geschoven ómdat hij jong is, verdient die het niet volwaardig disgenoot te zijn. Aan hem verspillen we liever niet onze goede wijn en oesters, want hij neemt blijkbaar toch wel genoegen met het kindermenu. De verstandige jongere doet niet moeilijk en geniet gewoon van de maaltijd, want weet dat zijn tijd wel komen zal. Hij kijkt niet met verontwaardiging naar Pauw, Witteman en al die andere heren van stand, maar heeft respect voor ze. Wat natuurlijk niet betekent dat hij geen kritiek kan uiten, maar die kritiek moet dan wel verder strekken dan gejammer om vermeende leeftijdsdiscriminatie.
In een ander vurig betoog laat je weten erover te denken je abonnement op de Volkskrant op te zeggen. Dit omdat alle Volkskrant-columnisten boven de 35 zijn en je jezelf dus ‘nergens terug ziet op de pagina’s van die krant’. Ik vind dit echt heel vervelend voor je Philip, maar zoals gezegd heb ik mijzelf nooit met een leeftijdscategorie geïdentificeerd en kan ik mij dus ook niet in jouw probleem herkennen. Nu kan het best zijn dat ik nogal eigenaardig hierin ben en jij een gevoel verwoordt dat breed onder onze generatie leeft, maar ik hoop het toch eigenlijk niet. Want het zou betekenen dat mensen alleen maar de krant openslaan om zichzelf terug te zien en niet om zichzelf nou eens los te laten. Het zou betekenen dat mensen zich niet willen verbreden en ontwikkelen. Een column van een leeftijdsgenoot kan interessant zijn om te lezen, maar ik neem toch eerder iets aan van een oude rot als een Jan Blokker of een Henk Hofland. Je kan natuurlijk ook alleen echt goed zijn als je daar lang en hard voor gewerkt hebt. Een columnist aantrekken puur en alleen om de stem van een generatie te vertegenwoordigen staat per definitie garant voor een verlies aan kwaliteit.
En laten we toch vooral niet uit het oog verliezen dat het juist stikt van de jongeren in de media, hoe dan ook veel meer dan mij lief is. Soms kunnen ze iets, (bijvoorbeeld zingen, of hun ballen aan elkaar nieten) maar in de meeste gevallen worden ze uitsluitend aan de grotemensentafel uitgenodigd omdat ze zo heerlijk brutaal uit de hoek kunnen komen (zie BNN, al lijk je daar dan weer weinig mee op te hebben) en het fijn is eens een ‘nieuw gezicht’ te zien. Allemaal mooi en aardig, maar ik ervaar eerder plaatsvervangende schaamte als ik die groene blaadjes zie dan dat ik mij door ze gerepresenteerd voel.
Een jong volwassene is precies dat, een volwassene die nog jong is. Een twintiger is niet meer, maar ook zeker niet minder, dan pure potentie. Zet hem of haar niet aan het hoofd, maar in een hoek waar hij goed zicht heeft op die plek. Houd daar bij je tafelschikking rekening mee!
Hartelijke groeten,
Kasper