Voor hard//hoofd bekijkt Philip Huff elke week een actuele kwestie uit de media. Vaak reageert hij op de televisie, soms op de krant, en bij regen en onweer wil de radio wel eens voorbij komen. Leidraad is: wordt de twintiger genoeg aan het woord gelaten?
Door een verblijf op het platteland van Ierland, de afgelopen weken, miste ik veel van het nieuws.
Het ging zelfs zo ver dat ik geen idee had wat er was gebeurd, toen ik weer Dublin in een pub zat en op een mute televisie een blonde vrouw in een camera zag praten met onder haar in een rode balk de volgende mededelingen: Swedish airspace closed, Norwegian airspace closed, British airspace closed, Dutch airspace closed, German airspace closed.
Ik dacht toen ik het zag wel meteen aan een aanslag, moet ik toegeven, hoewel ik daar verder – voor zo ver ik kan merken – weinig bezig mee ben, aanslagen. Maar blijkbaar is het afsluiten van het luchtruim in mijn hoofd dus direct gekoppeld aan aanslagen. En Bin Laden.
Kan door 9/11 komen.
Ik weet nog goed waar ik toen was, toen ‘het’ gebeurde. Wie niet? Maar dat door die twee vliegtuigen, tien jaar geleden, mijn directe, automatische nieuws‘duiding’ – Geen vliegverkeer = aanslag – was beïnvloed, dat wist ik niet. Op zich leuk om te zien: hoe mijn hoofd reageert op nieuwsheaders, die ik zonder frame of reference moet duiden. Maar geldt dat ook voor de associaties van anderen?
In een nieuw programma van BNN moeten BN’ers (wie anders?) aangeven of nieuwsberichten die ze te horen krijgen, waargebeurd zijn of niet. Wat ik leuk vond aan mijn informatievacuüm, was hoe ik reageerde op krantenkoppen die mijn kant werden opgeslingerd. Het toonde me wat over mijn onbewuste associaties, over hoe ik de wereld blijkbaar orden en indeel. En Viggo Waas die nieuwsberichten probeert in te delen in waar of onwaar, dat leert mij veel minder over mijzelf en de ordeningen in mijn hoofd. Behalve dan dat Viggo Waas echt zo grappig niet is.
Enkele jaren geleden was ik bij een lezing van een beroemde psycholoog. Hij las een lijst woorden voor en bij elk woord moest je direct op je linker- of rechterknie tikken. Links tikken was positief en rechts negatief (of andersom, dat weet ik niet meer. Misschien is dit wel nog zo’n directe associatie). De lijst begon redelijk eenvoudig, met woorden als ‘oorlog’, ‘kanker’, ‘vrede’, ‘liefde’, etc. Maar al snel werden de begrippen dubbelzinniger: Moslim, Christen, dierenrechtenactivist. En eerlijk gezegd verbaasde ik mijzelf nogal met mijn directie associaties. De knie waarop ik tikte. Dierenrechtenactivist, mag u weten, had bij mijn geen positieve directe associatie. Dat kan door die aanslag op Pim Fortuyn komen.
Illustratie: Floris Solleveld
Bij Pim Fortuyn zelf was mijn directe associatie dus wel positief, terwijl ik van hem – na over hem te hebben nagedacht en een kritisch paper over hem te hebben geschreven – niet helemaal weg was. Maar we spreken hier dus over mijn directe, ongereflecteerde reacties. Niet over mijn politiek correcte – of uitgedachte oordelen. Het schijnt zo te zijn dat als je zestigers of zeventigers op het woord ‘Duitsers’ laat reageren, hun directe associatie over het algemeen negatiever is dan die van twintigers met het zelfde woord. Mijn Nederlandse oudoom in Ierland – 89 – viel in ieder geval bijna van zijn stokje toen ik hem vertelde dat ik een jaar in Berlijn had gestudeerd, terwijl mensen van mijn leeftijd bijna allemaal met ‘mazzelpik’ reageren. Gisteren, op 4 mei, in Dit was de dag op Radio 1, waren de meeste oudere mensen tegen Duitse aanwezigheid bij de Dodenherdenking op de Dam.
Volgens mij is dat voor jongere mensen veel minder het geval. Ik ben in ieder geval voor Duitsers bij die herdenking. Ik ben voor binden, verbinden, samen herdenken. Vriendschappen kweken. Nu is de vraag natuurlijk: in hoeverre spelen dergelijke directe associaties van een oudere generatie nog langer een leidende rol bij wat ook onze herdenkingen zijn? En in hoeverre beïnvloeden ze onze uitgekristalliseerde gedachten of – bijvoorbeeld – ons (stem)gedrag of onze mening over anderen? Ik was nog nooit in Berlijn geweest en toch wist ik al: die stad, daar wil ik een tijdje werken en leven. Maar mijn oudoom van bijna 90 is ook nog nooit in Berlijn geweest en toch weet ik zeker, dat zelfs als ik hem mocht meenemen, hij niet zou zien waarom die stad zo gaaf is.
Dat heeft met zijn leeftijd te maken, ja. Met zijn associaties. De vraag is dus: in hoeverre zijn directe associaties van ouderen leidend voor de jongeren? Onoverkoombaar? Bepalend voor ons gedrag? En hoe lang nog? De manier waarop een oorlog wordt herdacht, zegt namelijk veel meer over de tijd waarin hij wordt herdacht dan over de oorlog zelf. En de Duitsers, dat zijn voor ons twintiger de boemannen niet meer.
De boeman, daar hebben we een ander stereotiep beeld voor in de plaats gekregen. Helaas. Dat door sommige mensen goed wordt gevoed – en uitgebuit.
Als we ergens voor moeten vrezen, weet ik, zijn het wel stereotyperingen. En mensen die je wol voor de ogen trekken, of altijd op je directe associatie inspelen.