Amerika staat bekend om zijn 24-uurs-economie. Zo ook de supermarkt achter mijn huis: 24 uur per dag open. Ik kan te allen tijde mijn honger naar olijven stillen, mocht ik zin hebben om die enge steeg door te lopen en de onverklaarbaar lange middernachtelijke rijen voor de kassa te trotseren, allemaal voor een paar te duur geprijsde kalamata's (geloof me, dit is al enkele keren voorgevallen.) Maar er is één ding waar je niet altijd aan kan komen: alcohol. Tussen twee en zes uur 's nachts mag je in de supermarkt enkel staren naar de rijen wodka voor je neus -sterke drank wordt zelfs in sommige drogisterijen verkocht- zolang je er maar met je tengels vanaf blijft. Het is voornamelijk om deze reden dat vrijwel elke kroeg en club om half twee laatste ronde roept, en om twee uur de deuren sluit. Mocht de club openblijven (soms gaan ze nog een uurtje door met muziek), dan kun je enkel nog een glaasje water krijgen. Dit resulteert er natuurlijk in dat de overblijvende groep bezoekers nog net niet midden op de dansvloer coke staat te snuiven. Bovendien wil het nog wel eens voorkomen dat ik met mijn imposante decolleté en beschonken blik een poging sta te wagen om nog een drankje los te peuteren, waarmee de barman niet alleen zijn baan maar ook de alcoholvergunning van de club riskeert. Het is me één keertje gelukt.
Om half twee bruut worden afgekapt tijdens een avond slempen kon ik vooral in het begin niet goed hebben. Opeens leek het Amsterdamse uitgaanscircuit een late night Walhalla en verlangde ik intens naar de warme boezem van Jael die me tot in de kleine uurtjes van de nacht Happy Hardcore's schonk in de Lux. Echter, mijn lievelingsbarvrouw woont 13000 kilometer verderop en ik ben in het land der puriteinen. Langzaamaan verzamel ik via vrienden meer idiote verhalen: in sommige staten wordt er op zondag geen alcohol verkocht (welke eeuw was dit ook alweer?), er bestaan vrij veel provincies waar je überhaupt geen alcohol mag kopen, maar in Nevada en dus Las Vegas mag elke kroeg weer 24/7 drank serveren.
Gelukkig ben ik niet de enige die twee uur een tikkeltje aan de vroege kant vindt, en word ik veel naar afterparty's gesleept. Voor je het weet word je in een taxi geperst en sta je om vijf voor twee in de supermarkt 24-packs goedkoop bier aan te schaffen met alle andere idioten die hebben besloten hun huis open te stellen voor hordes bezopen adolescenten. Vervolgens strompel je op die veel te hoge hakken naar het huis van bestemming om aldaar nog een biertje of twee, drie, te drinken die eigenlijk niet nodig waren geweest, waarna je:
1.) Crasht op iemands bed onder een stapel jassen
2.) Bij de buurjongen over het hek klimt voor een logeerpartij
3.) Om zeven uur 's ochtends in de tram je alcoholwalm probeert te verbergen, jezelf afvragend waarom je geen zonnebril in je tas had gestopt.
Inmiddels begin ik wat beter te leren hoe het uitgaan hier moet worden ondernomen. Je moet het eigenlijk een beetje aanpakken zoals we het ooit allemaal deden toen we zestien en blut waren. Je begint thuis vroeg met indrinken, om half elf sta je al op de dansvloer van desbetreffende uitgaansgelegenheid en wanneer laatste ronde wordt geroepen ben je lang en breed klaar om naar huis te gaan. Sterker nog, toen ik van de week om half drie uur dronken achter mijn computer zat, concludeerde mijn moeder via Skype goedkeurend dat ik best netjes op tijd thuis was gekomen.
En totdat de Governator de verkooptijden van alcohol verruimt, profiteren enkel cokedealers en Griekse olijfboeren van onze 24-uurs-economie.