Vanavond ga ik naar de film Sint. Het was lastig om iemand te vinden die mee wilde, een meesterwerk zal het immers niet zijn. Uiteindelijk heb ik Britt bereid gevonden, een vriendin die niet van films houdt. Nu zult u wel zeggen: ‘die niet van films houdt?’. Maar het is echt waar. En nee, ze houdt ook niet van die ene film. Maar omdat Britt niet van films houdt, is zij eigenlijk het ideale bioscoopgezelschap. Het komt nooit voor dat zij de film al gezien heeft of zich te goed voelt voor een bepaald genre. Achteraf hoef je geen ellenlange cinematografische discussies met haar te voeren, maar kun je al zuipend over tot de orde van de nacht. Britt heeft een voltijdbaan bij een prestigieus advocatenkantoor, maar ze heeft nooit meer dan vier uur slaap nodig. Daarom kan ik altijd met haar afspreken.
Dat ik Sint zo graag wil zien komt niet voort uit persoonlijke interesses, maar is werkgerelateerd. Ik geef les aan kinderen van elf tot dertien jaar en de laatste tijd kunnen zij het over niets anders hebben dan deze zogenaamd controversiële film. Zelfs met begeleiding komen cultuurliefhebbers van onder de zestien de streng beveiligde bioscoopzaal niet in. Sint moet in de hoofden van mijn brugklassers uitgegroeid zijn tot de ultieme verboden vrucht, want de speculaties over wat er precies op dat witte doek vertoond zou worden, nemen groteske proporties aan. Tijdens mijn lessen worden er scènes beschreven die de grenzen van Dick Maas' fantasie dusdanig overschrijden, dat Johan Nijenhuis spontaan dood zou vallen bij het horen ervan. In een poging de op hol slaande koters tot bedaren te brengen, beloofde ik op een zeker moment van desperate slimmigheid dat als ze nu braaf aan de slag gingen, ik dit weekend dan wel voor ze naar die film zou gaan om hem de volgende les van begin tot eind na te spelen. Of deze managementstrategie onderwijskundig verantwoord is durf ik te betwijfelen, maar er ontstond vervolgens wel een beangstigend goed leerklimaat in mijn lokaal en aangezien ik een man van mijn woord ben, moet ik vanavond dus wel naar Sint. Gelukkig ken ik Britt.
Over een uur heb ik afgesproken bij de Pathé, maar ik weet nu al dat ik die film eigenlijk helemaal niet hoef te zien. Als ik Sint letterlijk naspeel zal het vermoedelijk zo tegenvallen, dat de kinderen denken dat ik er scènes uit heb geknipt. Ze zullen denken dat ik ze wil beschermen en daarmee onze afspraak heb verloochend. Ik zal zeer diep graven moeten graven in de krochten van mijn zieke geest om met iets te kunnen komen dat aan hun verwachtingen voldoet. Gelukkig ken ik Britt. Ik zal haar zo sms’en dat we toch niet naar de film gaan, maar meteen de kroeg induiken. Lekker brainstormen met een blocnootje. Want Britt houdt dan wel niet van films, ze houdt nog veel minder van kinderen.