Het solowerk van deze mede-oprichter van the Velvet Underground is een verborgen muzikale schat." /> Het solowerk van deze mede-oprichter van the Velvet Underground is een verborgen muzikale schat." />
Asset 14

geniale gentleman

Er zijn nogal wat rockcoryfeeën die op een zeker moment in hun carrière besluiten dat het gepingel op gitaren niet meer volstaat en het tijd wordt om ‘klassieke’ muziek te gaan schrijven. Van het feit dat deze overstap meestal een slecht idee is getuigen de nietszeggende klassieke werkjes van Sir Paul McCartney of de wanstaltige opera van voormalig Pink Floyd-frontman Roger Waters. Hoewel ze er ongetwijfeld zijn, ken ik opvallend weinig artiesten die de tegenovergestelde stap gezet hebben: van een carrière in de gecomponeerde muziek naar de popmuziek. Iemand die dit wel deed is de Brit John Cale. Als leerling van experimentele-muziek-grootheid John Cage en lid van de New Yorkse avant-garde groep ‘The Theatre of Eternal Music’ richtte hij in 1965 samen met onder andere Lou Reed The Velvet Underground op. Die band wordt ondertussen geroemd als één van de meest invloedrijke bands van de jaren zestig en de platen waar Cale, voor hij ruzie kreeg met Reed, aan meewerkte, zijn uitgegroeid tot onbetwistbare klassiekers. Het solowerk van John Cale is echter, anders dan dat van Reed, minder bekend. Geheel ten onrechte.

De kracht John Cale is zijn capaciteit om de beperkte vorm van het popliedje te combineren met een avant-gardistisch gevoel voor experiment. Op deze manier maakt hij muziek die laat zien hoe toegankelijk de avant-garde en hoe avant-gardistisch popmuziek kan zijn. Muziek voor de goede verstaander, omdat Cale een meester is in subtiliteiten en nuances die een degelijke, kundige, maar niet noodzakelijk fenomenale song net genoeg uit het lood van de voorspelbaarheid slaan om herhaalde beluistering noodzakelijk te maken. Cale lijkt een normale rocksound altijd te benaderen, maar zet het nooit daadwerkelijk door. Het is dit ‘tussen in’ en ‘net niet’ gevoel, het zelden helemaal doorgezette experiment en het nooit compromisloze toegankelijke, die de muziek van John Cale spannend, interessant en uitdagend maakt.

Het is misschien Cale’s Britse (of feitelijk Welshe) volksaard, die maakt dat hij zelden de iconoclastisch provocatie van de radicale avant-garde hanteert, maar als gentlemen telkens op zoek blijft naar een element dat zijn muziek een twist kan geven. En deze twists liggen eerder in het detail dan in het grote gebaar. Niet voor niets is Cale ook befaamd als producer van baanbrekende en invloedrijke platen – onder andere de eerste plaat van The Stooges, het debuut van Patti Smith, en de eerste demo’s van The Modern Lovers: hij heeft een subtiel oor voor nieuwe geluiden, ongebruikelijke klanken en details.

Dit is goed te horen in het nummer ‘Graham Greene’ van zijn meesterwerk Paris 1919 uit 1973. De compositie is een op zich een eenvoudig song: een vrolijke springerige offbeat, die door het gebruik van een marimba hier en daar wat Caribisch aandoet, een eenvoudige, recht-toe-rechtaan melodie die nogal plompverloren wordt gezongen en op de achtergrond een zenuwachtige gitaartje en lullig orgeltje. Zoals gezegd zit het venijn van het nummer echter in de productie: de twee akkoordjes van de piano zijn van meet af aan vals gespeeld en tamelijk scheef getimed; de zang is allerminst subtiel en de trompetjes die halverwege het nummer hun intrede doen, zijn te dun en luchtig om helemaal serieus te worden genomen. ‘Graham Greene’ is zodoende eerder een ironische commentaar op de popmuziek die het lijkt te zijn. Cale realiseert zich dat in popmuziek de ironische distantie vooral tot uiting komt in de productie: door het verwachtingspatroon nooit helemaal in te lossen, wordt de luisteraar telkens op het verkeerd been gezet.

Cale’s onbeschaamd intellectualisme – dat ook tot uiting komt in zijn vaak literaire, kunstgeïnspireerde of filosofische teksten – komt muzikaal tot uiting in deze distantie. Het spelen met genreconventies en verwachtingspatronen wordt gecombineerd met de kunde om een genre eerst eigen te maken en vervolgens binnenstebuiten te keren. Het oeuvre van Cale getuigt van een permanente eclectisch drang tot vernieuwing; van zoeken, experimenteren en durven falen. Zijn stilistische onvastheid getuigt van een constante artistieke ontwikkeling. Toen hij de experimentele, noisy Velvet Underground verlaten had, maakte hij drie ingetogen, popplaten. Tien jaar later kwam hij plotseling weer met een agressief live album op de proppen en nog in 2003 verbaasde hij vriend en vijand met een met ProTools in elkaar geknutseld werk.

Kortom: John Cale doet precies wat er niet van hem verwacht wordt. Hij was en is als weinig anderen is staat met finesse en trefzekerheid de subtiliteiten en het experiment van de avant-garde uit de jaren zestig te combineren met een idioom dat telkens moet vechten om niet overspoeld te worden door de conservatieve krachten van marktwerking en cliché. Dat dit niet altijd slaagt – niet al zijn platen zijn even goed – is alleen maar begrijpelijk: niet elk experiment pakt goed uit en wie springt moet niet bang zijn te vallen. We mogen al lang blij zijn dat het heeft geresulteerd in een aantal prachtige, energieke, levendige platen.

http://www.myspace.com/johncaleofficialsite
http://www.xs4all.nl/~werksman/cale/index.html

Mail

Melle Kromhout

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Rocher Koendjbiharie ligt in zijn essay het probleem toe: 'Homonationalisme is niks meer dan de voorwaardelijke acceptatie van mensen uit de regenbooggemeenschap ten behoeve van een nationale identiteit en een nationalistische ideologie.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Hondenvoer 1

It takes an adult to raise a village: Halsema is streng, rechtvaardig, en een tikje autoritair in Zomergasten

De bedachtzame, maar mediagetrainde, Femke Halsema nam ons als Zomergast mee in de bestuurlijke (opvoed)dilemma’s uit haar werk. Als een klassiek ouderfiguur toont ze zich streng en rechtvaardig, maar mist ze óók zelfinzicht op sommige punten. Lees meer

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

‘Uğur Ümit Üngörs fragmenten zijn broodnodige kost voor een samenleving die consequent doet alsof wijdverbreid extreem (staats)geweld een ver-van-mijn-bedshow is.’ Terwijl Zomergast Üngör zichzelf kundig naar de achtergrond werkt, maakt hij duidelijk dat de zomer vele winters verstopt. Met opgewekte grimmigheid vraagt hij ons om ons zorgen te maken over het leed van anderen. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

Zomergasten met Eva Crutzen roept de vraag op of een mooi gesprek genoeg is of dat kijkers toch snakken naar goede televisie.

Zomergast Eva Crutzen zorgde voor een mooi gesprek, maar is dat genoeg?

Na de ideale televisieavond van Eva Crutzen vraagt Hanna Karalic zich af of een mooi gesprek genoeg is voor Zomergasten of dat kijkers toch snakken naar goede televisie. Lees meer

Mijn tweede kutland… 2

Mijn tweede kutland…

Toen Iskra de Vries vanuit Polen naar Nederland verhuisde, bleek dat zij niet van een koude kermis thuiskwam, maar naar een koude kermis vertrokken was. Iskra schrijft een verschroeiend eerlijke break-up brief aan het adres van ons kikkerlandje. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer