Een nooit verstuurde brief die door Jochum Veenstra op Hard//Hoofd gepubliceerd werd, begon een eigen leven te krijgen in het hoofd van Ettie, die niet zo goed wist wat ze van Jochums kritiek op zijn jeugdliefde moest vinden en er toen maar over besloot te schrijven. Het resultaat is een niet-verstuurde brief die ze toch besloot op te sturen.
Lieve Jochum,
Oké, ik ben niet opgegroeid in de jaren tweeduizend zoals jij, ik ben erin geboren. Het was rond 2012 dat ik naar de middelbare school ging en ik me bezig ging houden met dingen als seksualiteit en gender. En oké, ik ben ook nog eens opgegroeid in de linkse bubbel genaamd Wageningen. Waarschijnlijk beleefde ik mijn jeugd dan ook anders dan jij. Waar jij je besefte dat je het privilege had een mannelijke homo te zijn en daardoor gezien kon worden als heteroseksueel, en hierdoor buiten genderkritiek kon blijven, voel ik, pas nu ik 23 ben, het privilege van lesbisch-zijn, juist omdat ik hierdoor de vrijheid voel om me bezig te houden met gender. Laat ik dat uitleggen.
Er zat een jongen bij mij in de brugklas die gepest werd. Hij was gevoelig, zachtaardig, je zou kunnen zeggen: ‘vrouwelijk’. Hij werd belaagd met het woord ‘homo’. Toen hij, twee jaar later, uit de kast kwam als homo hield het pesten prompt op. Zijn vrouwelijkheid werd geaccepteerd nu hij openlijk homoseksueel was. Niemand had iets tegen homo’s, iedereen had iets tegen vrouwelijke hetero’s.
Ooit dacht ik dat ik hetero was, of dat vertelde ik mezelf in elk geval. Pas toen ik uitvond dat ik lesbisch was, veranderde er veel. De hele male gaze viel in stukken op de grond. Het boeide me niet meer of ik er mooi genoeg uitzag, of ik wel aantrekkelijk en vrouwelijk genoeg was. Ik scheerde mijn benen niet meer, knipte mijn haar kort, droeg grote truien. Eerst zeiden mensen nog: niet te veel eten, dan vinden de jongens je niet meer leuk, of: niet zo op de binnenkant van je lippen bijten, dan kun je niet meer met jongens zoenen. Na mijn coming-out was er van die opmerkingen geen sprake meer. Iedereen wist: zij valt op vrouwen, dan mogen die dingen. Ook vragen over vriendjes of kinderen krijgen werden niet meer gesteld.
Daarnaast behoorde ik, toen ik openlijk lesbisch was, ineens als vanzelf bij de queer-community: een groep mensen die vrij en open waren in hun seksualiteit en genderidentiteit.
Niemand had iets tegen homo’s, iedereen had iets tegen vrouwelijke hetero’s
Begrijp me niet verkeerd: queer zijn, is heel erg lastig en moeilijk voor veel mensen. Helaas is dit vandaag de dag nog steeds zo. Het gevoel van vrijheid dat ik ervaar bij mijn queer-zijn komt door al die generaties voor mij die hebben moeten vechten om zich vrij te maken van de heteronormatieve beelden van hoe een leven zou moeten zijn. Juist door hun gevecht en woede kan ik me vrij voelen. Hetero’s hebben die vrijgevochten geschiedenis niet, zij bevinden zij zich nog steeds in hun heteronormatieve plaatje.
Ik denk aan de mensen die naast jou in het publiek zaten te kijken naar de voorstelling. Waar jij boos werd op dat publiek, heb ik er medelijden mee. Voor dat (voornamelijk) hetero publiek is het, denk ik, lastiger om zich vrij te voelen in hun gender. Ik denk dan ook dat ze het menen als ze zeggen dat ze het knap vinden dat die acteur dat kan, op dat podium. Dat hij zich durft te uiten. Ik, goedgelovige Ettie, geloof ze.
Als ik hetero geweest was, zou ik met bewondering kijken naar alles wat queer is
Die jongen die op mijn school als homo uit de kast kwam ging daarna op toneel. Zouden er veel mannen zijn in die zaal die op toneel zitten? Nee, denk ik. Je zou maar wel op toneel willen, maar dat niet durven. Je zou maar iemand daar op toneel zien staan die zijn gevoelens uit. Je zit daar, als hetero, en je denkt: wat dapper. Als ik hetero geweest was, zou ik met bewondering kijken naar alles wat queer is.
Ik zou niet boos worden op die mensen in die zaal, en al helemaal niet op die vriend van jou. (Maar dit komt wellicht ook omdat boos worden sowieso niet mijn sterkste kant is.) Het ís dapper dat hij zich kwetsbaar opstelt, dat moet je juist aanmoedigen. Nodig die vriend eens uit om wat te gaan drinken en vraag naar de reacties die hij gekregen heeft op het stuk. Het zal je verbazen hoeveel mensen hij geholpen heeft.
Groetjes,
Ettie
Hier lees je het antwoord van Jochum op deze brief.
Ettie Edens (2000, zij/haar) schrijft graag ietwat vervreemdende verhalen - die bijvoorbeeld gaan over het graven van een gat, achterblijven in een trein, een voorwerp worden of de zoektocht naar een windmolen - waarbij ze zich al schrijvende steeds meer dingen begint af te vragen. Ze studeerde af aan de opleiding Creative Writing met haar afstudeerwerk Tussen de randen van een aquarium, dat genomineerd werd voor de Afstudeerprijs 2023.
Iris ter Horst (2003) is illustrator en maakt werk over alledaagse onderwerpen waar zij niet goed bekend mee is en pluist dit helemaal uit. Dit combineert ze met installaties die een gedeelte worden van haar werk.