Asset 14

Een dag op een gesloten psychiatrische afdeling ten tijde van de pandemie (III)

Een dag op een gesloten psychiatrische afdeling ten tijde van de pandemie (III)

 

Doris ter Horst werkt als psychiater in opleiding. Door de coronacrisis wordt ze als behandelaar voor nog meer ethische dilemma's gesteld dan normaal. Haar vierluik biedt een inkijk in een dag op een gesloten afdeling tijdens een pandemie. In deel 3 geeft ze het woord aan scholier Babette.

In vrijheid leven, weet jij een groter goed te bedenken? En toch: als uiterste middel kan ik, als arts in opleiding tot psychiater, verplichte zorg aan iemand verlenen. Dit mag als er sprake is van ernstig nadeel, veroorzaakt door een psychische aandoening, maar alleen wanneer er geen alternatieven meer voor handen zijn. Voorbeelden van zo’n acuut gevaar? Het behoorlijke risico dat iemand zichzelf in levensgevaar brengt of ernstig lichamelijk letsel oploopt. Vormen van verplichte zorg zijn bijvoorbeeld opname op een afdeling, maar ook: het onvrijwillig toedienen van vocht en voeding. Bij het idee krijg ik het al benauwd. De besluitvorming hiertoe gaat in de huidige omstandigheden eens te meer met morele dilemma’s voor behandelaren gepaard. Die dilemma’s ken ik goed, ik ben zelf zo’n behandelaar.

In dit verhalenvierluik probeer ik al mijn hoofdpersonen eerlijk aan het woord te laten. Het open gesprekconcept, waarin betrokkenen hun eigen perspectief delen, zonder tussenkomst of toelichting van een ander, heb ik ontleend aan het werk van onderzoeksjournalist en schrijfster Svetlana Aleksijevitsj. De fictieve personages zijn illustratief voor mijn eigen indrukken gedurende de huidige COVID-19 pandemie en zijn niet een-op-een herleidbaar tot bestaande personen.

 

Babette, derde klas middelbare school, 18 jaar: Met een uitzichtloze blik

Ik stel geen vragen meer. Ik blijf me verbazen over de gesprekken die we voeren. ‘Heb jij dingen die je wil bespreken vandaag, Babette?’ Niemand interesseert zich voor mijn waarheden, ik heb geleerd me afzijdig te houden. Dingen bespreken heeft geen zin. (Ze kijkt weg, de armen gekruist.)

Mijn dromen? Die leven niet meer. Ze hebben hier met me te doen. Maar daar koop je nog geen vrijheid voor. Mij lijkt het heel simpel. Vroeger wilde ik een huis, een baan als professor of minister, een eigen paard. Nu wil ik een normaal, klein leventje, dat van mijzelf is.

Ik begon op het gymnasium. Mijn moeder hoefde nooit te zeggen: ‘Ga je huiswerk maken.’ Op het schoolplein zag je jongens en meiden lachen en flirten. Naar zakken chips graaien, of naar Milka chocoladerepen. Slurpend van hun blikjes energydrink. Zo ging dat! Het woord ‘thinspiration’ las ik in die eerste brugpieperdagen. Ik begreep het meteen.

Jaren later kwam ik uit de jeugdkliniek terug. Krachteloos, met een sonde via mijn neus. ‘Ze heeft het overleefd!’ Ik herinner me dat mijn moeder huilde. Maar mijn ogen stonden vol angst, de angst is nooit gezakt.

Mijn moeder zegt dat ik anders ben. Op onze koelkast thuis staat: ‘Vertel mij van tevoren wat er gaat gebeuren.’ Hoe dat hier gaat? Ze maken me elke dag wakker met een antidepressivum. Dan om halftien de eerste sondevoeding, vaste prik. Maar vandaag was er om 10 over 10 nog niemand, een lawaai dat er van de afdeling kwam! Christine ging helemaal door het lint. De ochtend leek eeuwig te duren. En ik kon alleen maar aan mijn 39.8 kilo denken, telkens weer: te veel! Te veel!

Vroeger dacht ik niet in calorieën. Ik liep naar school en daarna door naar vioolles. Ik kon heel mooi Black Beauty-portretten schilderen en reed als beste paard. Ik was bang in het donker. ’s Nachts kwam mijn moeder en vertelde dan het sprookje over Doornroosje. Ik sliep in met mijn dromenvangster dichtbij op een stretcher. De rechter vroeg: ‘Bij wie ga je wonen?’ Ik kreeg te weinig tijd om erover na te denken! Mijn vader stond op en vertrok. Ik wacht nog steeds op hem.

Een begeleide woonplek is er in heel het land niet voor mij.

Op het whiteboard op de afdeling staat mijn naam met de dagen van de week erbij. Vanmorgen zag ik: mijn persoonlijk begeleider is een invaller. Jan van beeldende therapie zit ziek thuis, het dagprogramma is opgedeeld in groepjes van twee om het verspreidingsrisico te beperken. Bij het lezen kreeg ik hartkloppingen. Ik raak van streek van onbekende omstandigheden.

En precies op dat moment dat telefoontje. Nog zestien nachtjes, hield ik in mijn schrift bij. Ik heb het inktzwart weggekrast, ik stikte zowat van woede. ‘Zodra dit alles met de corona voorbij is, ben jij de eerste.’ Mijn vriendinnen wonen op kamers, studeren in Groningen, één in Delft. Maar een begeleide woonplek is er in heel het land niet voor mij.

En toen? Ze bleven onvermoeid de sonde telkens weer aanleggen, vijf man met schort, handschoenen en mondneusmasker op, een zich herhalende en pijnlijke strijd. Best, ik trek hem er toch wel weer uit. (Barst in tranen uit.) Sadisten! Ik weet niet waarom ik nog verdrietig word, na alles wat ik al heb meegemaakt. De arts stond bij de deur. Ze tekende op papier een nieuwe weekstructuur voor me, mijn tijdsloten voor verlof met rood omcirkeld. Wat zei ze toen precies? ‘Iedereen draagt op zijn beurt een steentje bij’? Ze komen in het ziekenhuis rampzalig tekort aan beschermingsmateriaal. Iedere keer dat ik met verlof ga, is er een kans dat ik het virus met me meedraag, de afdeling op, dat ik de verpleging nog eens extra blootstel door mijn sonde steeds uit te trekken. Of we het op een akkoordje konden gooien. Alsof ik omkoopbaar ben! De dokter vraagt, ergo: de dokter commandeert. Zo doen ze dat allemaal. Mij een zorg, ik doe mooi niet meer mee.

Mail

Doris ter Horst (1991) is werkzaam als arts in opleiding tot psychiater in het UMC Utrecht. Ze woont met haar man in Amsterdam. Haar debuutroman is in de maak.

Zep de Bruyn (1990) is illustrator, visueel ontwerper en redacteur werkzaam in Amsterdam en Eindhoven. Hij maakt 2D, 3D en bewegend beeld, vaak verhalend en zowel figuratief als expressief.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer