Asset 14

SOA-test

Dankzij de GGD zijn wij als kindjes allemaal gevaccineerd tegen difterie, kinkhoest, tetanus, polio, bof, mazelen, rode hond, en meer van die ziekten die we voornamelijk kennen uit ons scheldwoordenkanon. Ook voordat we op ons achttiende onszelf gingen ontdekken in de vorm van een reis naar Zuidoost-Azië met een backpack op de rug, konden we er een voorraad malariapillen inslaan. Maar de GGD, laten we wel wezen, is boven alles onze eerste hulp bij seksuele ongevallen.

De eerste keer dat ik me liet testen was na een voorval op de steigers van een leegstaand appartementencomplex. Wat een idioot was ik, dat het mis was gegaan! Ik moest gelijk ernstige maatregelen nemen, en hij moest mee. Zo vonden wij ons twee weken later (incubatietijd werd keurig in acht genomen) om kwart voor acht ’s ochtends in de enorme wachtrij voor de SOA-test, op de Groenburgwal in Amsterdam. Het bruggetje pal naast de GGD is een populair uitkijkpunt voor toeristen, met een pittoreske gracht en precies daar weer achter de Zuidertoren. Vrolijk maakten ze vakantiekiekjes, onwetend dat de drommen mensen die daar ongemakkelijk naar hun schoenen staarden binnen een halfuur geconfronteerd zouden worden met een eendenbek of een wattenstaaf ter grootte van een drumstok. Daar stonden we dan, met in de ene hand een plastic bekertje oploskoffie en in de andere hand een sigaret. “Niet kijken,” fluisterde hij. “Mijn moeder fietst nú langs.” Ik staarde naar mijn gympen en onderdrukte een proestlach. Dit kon je niet bedenken. We bleken clean.

We kunnen om de hete brei draaien, maar het feit is dat steeds minder mensen condooms gebruiken. De grootste aids-paniek is in ons land voorbij nu de ziekte in veel gevallen van dodelijk naar chronisch is gegaan, en de rest van de SOA’s is over het algemeen op te lossen met een korte kuur. Ik ben notoir slecht in anticonceptie. Het is een wat onbespreekbaar onderwerp, zelfs onder vrienden, waardoor condooms in onmin zijn geraakt. Toch, als het gesprek er over gaat, geven mijn vrienden stuk voor stuk toe dat ze niet al te secuur zijn. Slordig, laks, tegenstribbelend of zelfs wars, zijn goede bijvoeglijk naamwoorden die men kan gebruiken om mijn attitude jegens condooms te beschrijven. Het was dan ook niet voor niets dat ik vijf jaar lang mijn kop in het zand heb gestoken. Ik wist maar al te goed wat ik niet deed, en was bang de realiteit onder ogen te zien. Nu was het dan toch zover. Twee weken geleden kreeg ik het op mijn heupen. Ik had opeens het vermoeden dat er van alles aan de hand was, en uiteraard hielp het internet niet. Zelfs een antihypochonder weet zich kanker aan te praten als hij leest wat er allemaal op fora wordt gezegd. In mijn hoofd was elke aanwijzing al drie keer over de kop, en de angst (en jeuk) overwon het van het struisvogelgedrag. Ik maakte gedecideerd een afspraak. Nog geen week later stond ik daar weer in de rij, naar mijn schoenen te staren.

Foto: Dennis Duijnhouwer

Het volume op de mp3-speler van mijn buurvrouw stond zo hoog dat iedereen in de wachtruimte gedwongen werd het bonklawaai aan te horen. In de wachtruimte bleek het publiek weer eens een mooie dwarsdoorsnede van de stad en haar bewoners. Naast me zat een Marokkaanse jongen met zijn vriendin stilzwijgend, tegenover me zat een timide Hindoestaans meisje te sms'en, in de hoek een oude, onmiskenbaar homoseksuele man die de Volkskrant las. Drie Antillianen ontmoetten elkaar in het midden. “Ewa, dat ik je hier tegen moet komen!” Ingewikkelde handbegroetingen volgden, evenals een lachend gesprek over hun bezoek aan de kliniek. Uit hun onbeschaamde woorden bleek dat ze allen elke drie maanden gingen (“Zodat ik weet welke smatjes ik aan het huilen moet maken, je weet toch”).

Onze nummers werden omgeroepen alsof we ons in het postkantoor bevonden. Ploenk! Het duurde niet lang voor ik aan de beurt was. Vrezend voor een preek (die uitbleef), loog ik voor het eerst in mijn leven wat seksuele feiten bij elkaar (Drie mannen. Twee keer. Nee.) en we gingen over tot de test. “Bent u wel eens eerder geweest, mevrouw?” Jazeker. In 2006. Ik weet het nog goed.

“Ah, mevrouw List, ik zie het al. Chlamydia.” De mevrouw aan de telefoon had haar mond halfvol. Ik zag voor me dat ze net een hap had genomen van een die ochtend zelf gesmeerde bruine boterham met jong belegen kaas en halvarine. De telefoon was overgegaan, en nadat ze vergeefs om zich heen had gekeken had ze toch maar opgenomen. Herkauwend maar rustig vertelde ze me dat ik mijn medicijnen meteen op kon komen halen aan de balie. Dat was het dan. En terwijl de mevrouw van de receptie de telefoon neerlegde en haar boterham in een Cup-a-soup Chinese tomaat doopte, zat ik thuis verbouwereerd op de grond. Ik wist dat de mogelijkheid er in had gezeten dat ik iets zou hebben. Maar dat het ook werkelijkheid zou worden, dat had ik niet voorzien. Het werd een week antibiotica slikken, en wat pijnlijke telefoongesprekken (oké, e-mails) op de koop toe.

Terwijl ik de uitslag van de HIV-test afwachtte (drie kwartier gaarkoken in je eigen angstzweet) gingen zoals elke zondaar betaamt alle doemscenario’s door mijn hoofd. Wat als? Hoe lang dan al? Wie zou ik moeten bellen? Hoe vertel je iemand überhaupt hierover? Vooraf had een vriendin tegen me gezegd: “Maak je maar geen zorgen. Zelfs als je HIV hebt kan je nog gezond leven. Kijk maar naar Hans Kesting. Hij is RIPPED. Sterker nog, waarschijnlijk leeft hij gezonder dan ons tweeën bij elkaar.” Ze had gelijk, maar het hielp verder niet. Ik kreeg het steeds benauwder, en probeerde me te concentreren op de Quote voor me op tafel (Maart 2010! Ongetwijfeld vastgehouden door mensen met aids!). De Antillianen waren stil. Ook zij hadden hun praatjes achtergelaten in het kamertje waar de zusters je te grazen nemen. Ploenk! Mijn nummer werd opnieuw omgeroepen. Eventjes sloot ik mijn ogen, voordat ik de deur opendeed. Moment van de waarheid.

“Negatief.” Ik kijk de zuster aan, ze lacht me vriendelijk toe, en ik voel me ogenblikkelijk twintig kilo lichter. “Zal ik je nog wat condooms meegeven?”, zegt ze, terwijl ik mijn jas aantrek. “Ik mag ze uitdelen namelijk.” Uit een lade haalt ze twintig kapotjes en stopt ze in mijn nog wat zweterige hand. Dankuwel zuster. Ik zal echt, echt, echt proberen ze te gebruiken.

Mail

Ava Mees List

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

Die betere wereld wordt al gemaakt

Die betere wereld wordt al gemaakt

Kun je, met alles wat er gebeurt in de wereld, nog gelukkig zijn? Marthe van Bronkhorst vindt het antwoord en ontdekt een boel hoopvolle initiatieven Lees meer

Misschien voor mezelf, maar niet voor jou

Misschien voor mezelf, maar niet voor jou

Eva van den Boogaard lijkt op iemand die ze nooit gekend heeft. Via een persoonlijke brief en een angstaanjagende gebeurtenis leert ze hem toch een beetje kennen. Lees meer

Was dit nou een flirt?

Was dit nou een flirt?

Als de Amsterdamse Carrie Bradshaw schrijft Marthe van Bronkhorst over de schemerflirt: een net te lange blik, een ambigu compliment, een hand die 'per ongeluk' de jouwe aanraakt. Lees meer

De talkshow is dood, lang leve de talkshow

De talkshow is dood, lang leve de talkshow

In deze colum geeft Marthe Bronkhorst je een van haar geheime toverzinnen om vervelende talkshowgasten de mond te snoeren. 'Is dat zo?' Lees meer

Comme tu veux

Comme tu veux

In de bruisende souks van Marrakech leert Aisha Mansaray haar vader – de ultieme hosselaar, de praatjesmaker in zes talen, en de filosoof in een (illegale) taxi – beter begrijpen. Lees meer

De staat ontvoerde mijn oudoom naar het front. En wie weet straks ook mijn broer?

De staat ontvoerde mijn oudoom naar het front. En wie weet straks ook mijn broer?

Marthe van Bronkhorst vraagt zich op 4 mei bij de herdenking af of we wel weten wat oorlog is en waar het begint. Lees meer

Nog een keer: baas in eigen buik! 1

Nog een keer: baas in eigen buik!

Je zou zeggen dat het abortusrecht in Nederland vanzelfsprekend is, maar is dat eigenlijk wel zo? Een abortus is wettelijk gezien namelijk nog steeds strafbaar. Jihane Chaara neemt je mee in de politieke geschiedenis van het verworven abortusrecht in Nederland, die gepaard gaat met weerstand tegen dit recht op zelfbeschikking, maar ook met veel feministisch verzet en solidariteit. Lees meer

Iemand die me bij de hand neemt en me zegt hoe het moet, alles

Iemand die me bij de hand neemt en me zegt hoe het moet, alles

'Ik verlang zo erg naar een inspirerend figuur die logica ontdekt in de willekeur van wat ons allemaal overkomt. Die tegen me zegt: "Marthe, zó is het, en de rest is bullshit".' Lees meer

Afgebeeld is een vrouw in badpak, zwemmend tussen vissen.

Anders zijn is niet ‘tegen de natuur’

Marthe van Bronkhorst duikt in de diepzee en ontleert acht lessen die ze vroeger op school onderwezen kreeg. Lees meer

De rode draad 1

De rode draad? Dat zijn wij, voor elkaar

Jihane Chaara is geen determinist, maar vraagt zich toch af of sommige ontmoetingen in het leven wel echt toeval zijn. Wat als we allemaal volgens een rode draad met elkaar verbonden zijn, zowel in ons huidige netwerk, als ook met degenen die op magische wijze ons leven in komen? Lees meer

Met deze column kan ik de wereldvernietigen

Met deze column kan ik de wereld vernietigen

‘Maar als ik die column nu verder schrijf’ zegt Marthe van Bronkhorst, ‘dan komt deze informatie online, en kan ik die AI op ideeën brengen.' Lees meer

Ze willen niet dat je dit weet over ons voedselsysteem 1

Kun je liefde delen?

Marthe van Bronkhorst onderzoekt polyamorie: 'Als ik mijn hart versplinterd heb, kan ik het dan minder hard breken?' Lees meer

De macht van het lookje

De macht van het lookje

Columnist Loïs Blank analyseert de stijlkeuzes van Zuckerberg, en Ivanka en Donald Trump. Wat proberen ze met hun kleding te zeggen, en wat hangt er van hun kledingkeuzes af? Lees meer

Ze willen niet dat je dit weet over ons voedselsysteem

Ze willen niet dat je dit weet over ons voedselsysteem

When life gives you hepatitis A-bessen, kruipt Marthe van Bronkhorst in de pen om het toch nog eens over de voedselindustrie te hebben. Lees meer

Een kijkje in mijn consumentenziel (2024) 1

Een kijkje in mijn consumentenziel (2024)

De gemiddelde Nederlander koopt vaak kleding, en heeft er vaak ook nog geen overzicht over. Columnist Loïs Blank houdt haar eigen koopgedrag elk jaar weer bij. Lees meer

Elke trui is een kersttrui, je moet alleen zelf voorbij Rudolf kijken

Elke trui is een kersttrui, je moet alleen zelf voorbij Rudolf kijken

Misschien heb jij hem nu wel aan: de kersttrui. Een onschuldig grapje of een kledingstuk dat perfect toelicht wat er mis is met de kledingindustrie? Lees meer

Lieve groetjes van Venus

Lieve groetjes van Venus

Lieke van den Belt vertelt in deze column over haar relatie met en tot Venus. Kijken ze elkaar aan? En zien ze de ander dan ook? Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer