Als jong meisje verslond Anna Visser al smeltend de pareltjes van Jane Austen. Een hedendaagse hervertelling van Austens Emma, geschreven door Kristien Hemmerechts, blijkt minder suikerzoet. In haar essay onderzoekt Anna hoe een goed boek op kan groeien zolang de lezer dat zelf ook doet.
Toen ik voor het eerst een boek van Jane Austen las, zat ik in de vijfde klas van het gymnasium. Samen met vriendinnen was ik in de bioscoop naar Pride and Prejudice geweest, de versie met Keira Knightley als Elizabeth Bennet en Matthew Macfadyen als Mr. Darcy. Mijn favoriete scène was die waarin Mr. Darcy in de stromende regen tegen Elizabeth zegt: ‘I love you, most ardently’ (dat is nogal wat, voor een schijnbaar vrij rationele man). Mijn vriendinnen en ik kwamen zwijmelend de bioscoop in Apeldoorn uit. De liefde had gezegevierd, en hoe!
Na het zien van de film kocht ik mijn eerste Austen, niet Pride and Prejudice, maar Emma. Zo’n retro uitgave met een stoffen, roze omslag, een lintje als bladwijzer en een mooi geschreefd lettertype. Ik nam het mee toen ik met mijn ouders en grote broer op kampeervakantie ging naar de Bourgogne. Ik zie mezelf nog op een klapstoeltje voor de vouwwagen zitten, met dat lieve kleine roze boekje in mijn handen. Moeilijk vond ik het, dat vroegnegentiende-eeuwse Engels. Toch worstelde ik me erdoorheen. Zogenaamd voor mijn leeslijst. Wat ik eigenlijk wilde, was dat gevoel uit de bioscoop terughalen: voor altijd smelten.
Ik weet dat veel jonge vrouwen – en wellicht een enkele jongeman – een dergelijke kostuumdramafase doormaken
In de jaren die volgden, ging ik Engels studeren en werd ik een echte Austen-fan, oftewel een ‘Janeite’. Ik las en keek bijna alles wat ertoe deed: alle boeken, een aantal verfilmingen, waaronder ook Bridget Jones (ja ja, Mark heet Darcy van zijn achternaam), The Jane Austen Bookclub (boek en film) en de serie Lost in Austen. Ik las zelfs Me & Mr Darcy, fanfictie die ik kocht tijdens een bezoek aan Chatsworth House in Derbyshire (in de verfilming uit 2005 het landhuis van Mr. Darcy). Ook al geneer ik me voor die titel, toch staat het boek nog altijd in mijn kast. Als ik terugkijk, vind ik het ergens wel schattig hoe ik al die films en boeken verslond. Ik weet dat veel jonge vrouwen – en wellicht een enkele jongeman – een dergelijke kostuumdramafase doormaken. Bij sommige vrouwen komt er zelfs nooit een einde aan.
Al een tijdje had ik vage plannen om Austen te herlezen, omdat ik benieuwd was of het meer dan kalverliefde was tussen Jane en mij. Wat bezielde me om alles van Austen te lezen? Zou ik haar boeken net zo goed vinden als tien jaar geleden? Toen ik hoorde dat de Vlaamse schrijfster Kristien Hemmerechts een moderne versie had geschreven van Emma, wilde ik die meteen lezen. In het televisieprogramma Mondo, waar Hemmerechts te gast was, werd het boek aangekondigd als een hervertelling met moderne thema’s als millennials, racisme en seks. Ik ben Emma speelt in de hete zomer van 2019. Emma is dan eenentwintig jaar oud, wat haar tot een millennial maakt. Zou dat ook uit het boek blijken? En in hoeverre pas ik zelf (bouwjaar: 1988) eigenlijk in dat plaatje?
Een paar weken lang las Emma en Ik ben Emma naast elkaar. Emma Woodhouse werd Emma Houthuys, Frank Churchill werd Frederik, Jane Fairfax werd Joni en Mr Knightley werd Seb. Het origineel vond ik goed en grappig, beter zelfs dan in mijn herinnering. Ik werd aangenaam verrast door Austens scherpte en gevoel voor ironie, haar inzicht in mensen. Aan de moderne versie van Hemmerechts moest ik wennen. De eerste helft van Ik ben Emma deed wat houterig aan, wellicht omdat al die verschillende personages (negentiende-eeuwse romans als Emma tellen er vaak nogal veel) eerst goed moeten worden neergezet. Klaarblijkelijk gaat dat bij Austen soepeler dan bij Hemmerechts.
Via Malika, die van Ghanese komaf is, toont Hemmerechts ons subtiele en minder subtiele vormen van racisme in de moderne samenleving
In beide gedaantes is Emma een jonge, aantrekkelijke, welgestelde, intelligente en toch licht naïeve koppelaarster. In het origineel betuttelt Emma haar vriendin Harriet Smith, die van een lagere klasse is. Ze meent haar te moeten redden van een huwelijk met een telg uit de boerenfamilie Martin, die ze beneden Harriets stand acht. In de moderne versie betuttelt Emma haar vroegere stiefzusje Malika, die in de ban dreigt te raken van haar predikant. Via Malika, die van Ghanese komaf is, toont Hemmerechts ons subtiele en minder subtiele vormen van racisme in de moderne samenleving. Meest flagrant is de scène waarin ze ’s avonds van haar fiets wordt getrokken, ‘omdat ze zonder licht reed en ze van zichzelf al zo donker was,’ waarna haar fiets in de rivier wordt gegooid. De hypocriete reacties op dit voorval worden door Hemmerechts zeer effectief verhaald.
Zoals deze scène wellicht doet vermoeden, is de romantische bovenlaag die het werk van Jane Austen onder een bepaald slag jonge vrouwen zo geliefd maakt bij Hemmerechts minder aanwezig. De liefde is eerder kluchtig dan romantisch. Van Ik ben Emma ben ik niet gesmolten. Dat had ik eerlijk gezegd ook niet verwacht, want meestal schrijft Hemmerechts over ongemakkelijke onderwerpen, zoals anorexia, seksueel misbruik of de vrouw van Marc Dutroux. In eerste instantie begreep ik ook niet waarom een schrijver als Hemmerechts aan de haal ging met wat ik me herinnerde als een vrij schattig boekje.
In het interview met Mondo wordt Hemmerechts gevraagd waarom de boeken van Austen toch zo lang meegaan. Haar antwoord is dat mensen zich in Austens personages herkennen. Ik herken inderdaad veel van mezelf in Emma, zij het met lichte tegenzin. Als tamelijk autonoom opgevoede dochter van twee ongetrouwde ouders, heb ik nooit het idee gehad iemand nodig te hebben, fantaseerde ik nooit over een sprookjesbruiloft. Emma Woodhouse is precies zo. Ze heeft een goed stel hersens, is onafhankelijk (ook in materiële zin) en wil, ongebruikelijk voor die tijd, niet trouwen. Mannen zijn er om te observeren of om aan anderen te koppelen. Ook Emma Houthuys is niet bezig met mannen of seks. ‘Ze was niet aseksueel. Ze was gewoon vergeten haar seksualiteit te ontwikkelen,’ zegt ze tegen het einde van het boek. Ahum. Juist.
Mijn generatiegenoten zouden preutser zijn dan hun ouders, alleen bezig zijn met zichzelf en hun torenhoge ambities. Navelstaren.
Het was niet Hemmerechts bedoeling om een boek over millennials te schrijven. Emma blijft Emma. Toch is de roman wel zo ontvangen. En ik voelde me aangesproken, want het ging hier wel om mijn generatie (Generatie Y). Ik logde in op het krantenaccount van mijn vader en typte de term in. Mijn generatiegenoten zouden preutser zijn dan hun ouders, alleen bezig zijn met zichzelf en hun torenhoge ambities. Navelstaren. Te veel selfies posten. Van muggen olifanten maken. Geen oog hebben voor de problemen in de rest van de wereld. Zich niet goed realiseren hoe bevoorrecht ze zijn. Het Eenhoorn-syndroom. En ze doen er langer over dan vroeger om onafhankelijk te worden van hun ouders. Nee, zo ben ik toch niet? dacht ik.
(Ondertussen zit ik tamelijk onbezorgd dit essay te typen, terwijl het coronavirus allerlei ellende aanricht, Amerika de puinhopen van Trump probeert op te ruimen en er in Indonesië de komende tijd een half miljoen extra baby’s geboren zullen worden, omdat vrouwen geen toegang hadden tot anticonceptie. Mijn grootste zorg is momenteel mijn zieke oude kat.)
Gelukkig ben ik inmiddels iets minder clueless dan vroeger (Clueless is de grappige jaren negentig herinterpretatie van Emma, met Alicia Silverstone als verwende tiener uit Beverly Hills.) Toen ik met een vriend een gesprek voerde over het herlezen van boeken, zei hij: ‘boeken, die je in je hart draagt en die een leven lang meegaan - dat doet zo’n boek niet, dat doe jij zelf.’ Een interessante gedachte, die doet denken aan wat de Duitse schrijver Thomas Mann ooit schreef: Wir finden in den Büchern nur uns selbst. Komisch, dass dann allemal die Freude gross ist und wir den Autor zum Genie erklären.
‘Each of us has a private Austen’
Klassiekers als Emma werken het ‘vinden van jezelf’ door hun gelaagdheid in de hand. Moderne interpretaties van een klassieker zijn voor iedereen die iets met literatuur doet altijd een waar feest. Je gaat als vanzelf op zoek naar overeenkomsten en verschillen, waardoor je dieper doordringt tot de kern van de vertelling, zowel in zijn oorspronkelijke als in zijn moderne vorm. Voor iedere levensfase een diepere laag? The Jane Austen Book Club, een boek over het wel en wee van de leden van een Jane Austen boekenclub, opent zelfs met die gedachte: ‘Each of us has a private Austen.’
Mijn Austen van tien jaar terug was één grote romantische komedie: twee mensen worden verliefd op elkaar, moeten allerlei obstakels overwinnen, wat vaak gepaard gaat met de nodige hilariteit. Héél even lijkt alles verloren, maar aan het eind komt het allemaal goed. Ik ben Emma heeft me geholpen om Emma anders te zien. De boeken van Austen waren niet (alleen) schattig en romantisch. Net als Hemmerechts dat doet, hield Jane Austen haar lezers een spiegel voor, uitte ze maatschappijkritiek.
Nu weet ik dat niet alleen, maar léés ik het ook. Edmund Wilson schreef ooit: ‘No two persons ever read the same book.’ Een variant daarop zou kunnen zijn: ‘No one ever reads the same book twice.’ Een boek wat je herleest is niet hetzelfde boek, en met twee keer zo veel levenservaring en dus meer zelfkennis en perspectief, lees je echt anders, dieper. Een goed boek werkt dit proces in de hand. Mijn private Austen is veranderd. Smelten wil ik stiekem nog steeds.

Anna Visser (1988) schrijft gedichten, essays en verhalen en zit in het tweede jaar van de Schrijversvakschool. Ze studeerde Engels en Amerikanistiek en is in het dagelijks leven werkzaam als literair vertaler Engels. Verder is Anna fervent klimster en amateurkunstmodel en maakt ze ook nog wel eens een jammetje of een likeurtje.

Jill Heesbeen is een illustrator die graag werk maakt over de relaties tussen personen op maatschappelijk en op persoonlijk niveau. Zo laat ze je nadenken over de omgang met je medemens. Ook de relatie met jezelf (en de mentale problematiek die daarmee gepaard kan gaan) is een onderwerp dat ze graag verbeeldt.