Adorno kan verklaren waarom de net-niet-imitatie-pop van Mika zo gigantisch populair is." /> Adorno kan verklaren waarom de net-niet-imitatie-pop van Mika zo gigantisch populair is." />
Asset 14

Waar heb ik dat eerder gehoord?

Toen ik, in 2007, voor het eerst de single “Grace Kelly” van Mika hoorde, was mijn reactie, en die van velen met mij, ‘leuk, catchy, slim, maar het klinkt ook ontzettend bekend.’ Al snel werd dan ook links en rechts opgemerkt dat het nummer soms verdacht veel weg had van een Queen-nummer. Geen specifiek nummer van Queen, maar het was duidelijk dat Mika onmiskenbaar een geraffineerd spel van verwijzingen en suggesties speelde, met als doel een aha-erlebnis bij het publiek.

Toen ik hier later nog eens over nadacht, kwam ik uit bij de Duitse filosoof Theodor Adorno. Voor de meeste mensen is Adorno geen voor de hand liggende referentie als het over popmuziek gaat. De man schreef, naast complex filosofisch werk, invloedrijke analyses over negentiende- en twintigste-eeuwse klassieke muziek – componisten als Beethoven, Mahler en Schönberg – en was groot voorvechter van de radicale vernieuwingen in de twintigste-eeuwse klassieke muziek, maar over jazz- en popmuziek heeft hij zich spaarzaam en zonder uitzondering laatdunkend uitgelaten. In de twee artikelen ‘On Popular Music’ (1941) en ‘Leichte Musik’ (1961) geeft hij vooral blijk van weinig kennis van zaken. Het eerste artikel is zelfs geschreven met behulp van een assistent, omdat Adorno zelf de muziek in kwestie naar verluidt niet aan kon horen. Het door hem geschetste beeld van jazz is daarnaast vooral gebaseerd op de meest populaire en vercommercialiseerde vormen van het genre: dat wat op de mainstream radio te horen was. De avontuurlijkere, en daarmee interessantere, kanten van het genre kende hij simpelweg niet.

Dit heeft er toe geleid dat Adorno voor onderzoekers in het gebied van Popular Music Studies vaak geldt als één van de ‘usual suspects’ van de elitaire snobisten die popmuziek wegzetten als een oninteressante, pretentieloze volkscultuur en daarmee voorbijgaan aan de artistieke waarde van het genre. Dat is, gezien het bovenstaande, niet verwonderlijk, maar het is wel jammer. Daarmee wordt vaak het kind met het badwater weggegooid. In zijn hoofdwerk Dialectiek van de Verlichting, geschreven samen met Max Horkheimer en gepubliceerd in 1944, ontwikkelde Adorno namelijk ook zijn theorie van de Cultuurindustrie, die wel degelijk relevant voor de popmuziek is.

Het concept van de Cultuurindustrie beschrijft dat deel van het kapitalisme dat geld verdient aan wat oorspronkelijk ‘cultuur’ werd genoemd; het produceren en verkopen van culturele goederen. Op deze manier worden goederen die als ‘kunst’ zouden kunnen worden bestempeld, en die ook gemodelleerd zijn naar wat traditioneel ’kunst’ werd genoemd, veranderd in consumentenproducten. Het wordt koopwaar ontdaan van elke oprechte betekenis, behalve een economische.

Voor (pop)muziek zijn de kernwoorden in dit geval ‘standaardisatie’ en ‘pseudo-individualisering.’ De eerste term spreekt redelijk voor zich: standaardisatie betekent het modelleren van muziek volgens een vast model, zoals dat in de eerste decennia van de twintigste eeuw overduidelijk gebeurde door songwriters in ‘Tin Pan Alley.’ Maar de kneep zit hem in de ‘pseudo-individualisering.’ Deze term omschrijft het mechanisme dat er voor zorgt dat er binnen de gestandaardiseerde vorm telkens kleine, veelzeggende wijzigingen en afwijkingen worden aangebracht, die de luisteraar het idee moeten geven dat het hier niet om een standaardproduct, maar juist om een authentiek, uniek werk gaat. Het beoogde effect is de suggestie van een authentieke, persoonlijk ervaring, waar er in werkelijkheid sprake is van een prefab, nepervaring: de eindeloze herhaling van hetzelfde.

Hoewel Adorno’s consequenties extreem zijn en weinig tot geen ruimte laten voor alternatieve opties of tegenbewegingen, is zijn beschrijving toch tamelijk accuraat daar waar het de meest commerciële kant van de industrie behelst. Denk aan de geoliede filmmachine die Hollywood heet, waar dezelfde paar verhalen telkens toch weer opnieuw worden verteld. Maar denk zeker ook aan de muziekindustrie, want het eerste wat een platenmaatschappij doet als een artiest groot succes krijgt, is op zoek gaan naar nog tien artiesten die hetzelfde doen. Wat mij terugbrengt bij Mika.

Want wat is die aha-erlebnis bij het horen van ‘Grace Kelly’ anders dan het prettige gevoel van herkenning waar de combinatie standaardisatie en pseudo-individualisering toe leidt. Het gaat immers niet om goedkoop plagiaat; Mika’s nummer is geen Queen-nummer. Maar het doet er wel aan denken, al is het onderbewust. Het gaat om dat stemmetje in je hoofd dat zegt: ‘Hey, dat ken ik, dat is vertrouwd, dat is leuk.’ In het geval van Grace Kelly wordt dat veroorzaakt door de algehele toon (de piano, de melodie) en het ritme van het nummer. In andere gevallen wordt handig gebruik gemaakt van muzikale kapstokjes, die bij de luisteraar blijven hangen, omdat ze een belletje deden rinkelen. Daarbij hoeven nummers verder niet eens ontzettend op elkaar te lijken. Vergelijk deze eens:

Uiteindelijk vind ik het tamelijk knap. De scheidslijnen ‘inspiratie’ en beïnvloeding aan de ene kant en puur plagiaat aan de andere kant zijn verdomd dun. Een artiest als Mika, en vergeet zijn management en platenmaatschappij niet, zijn in staat om verdomd geraffineerd te balanceren op de positie tussen deze twee uitersten. Mika’s nummers lijken soms net iets te veel op iets anders om alleen maar ‘beïnvloed’ te zijn door deze of gene artiest, maar je kan hem ook nooit beschuldigen van ordinair jatwerk, want daar wijkt het toch te veel voor af. Hij is zich bewust van het feit dat zijn publiek geen behoefte heeft aan nieuwlichterij of autonome expressie, maar zich wil herkennen in de muziek; en daarvoor is alleen de suggestie van individualiteit al genoeg.

Maar als je er eenmaal op gewezen bent, dan kan je het niet niet meer zien:

Mail

Melle Kromhout

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Geen geld maakt ook niet gelukkig

Hard//hoofd zoekt een zakelijk assistent!

Wij zoeken een enthousiaste en veelzijdige zakelijk assistent (x/v/m) die ons zakelijke team wil versterken. In deze functie krijg je de kans om ervaring op te doen met de zakelijke en organisatorische kant van een literair tijdschrift en online platform. Lees meer

Het huis in mijn hoofd

Het huis in mijn hoofd

Wat als technologie je verbeelding probeert te esthetiseren? Mina Etemad bezocht in juni, tijdens de twaalfdaagse oorlog tussen Iran en Israël, de VR-voorstelling From Dust van Michel van der Aa. ‘Het zou troostend moeten zijn, maar hoe kan ik het rijmen met de realiteit hierbuiten?’ Lees meer

Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

:Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Een nieuw seizoen van Maandagavonden door Nwe Tijd, dit keer ook te beluisteren bij Hard//hoofd. Met Johannes Lievens die zich – tegen wil en dank – in het feestgedruis stort, Ellis Meeusen over de voorpret, Suzanne Grotenhuis met een pleidooi voor kleine vieringen en Freek Vielen opent de avond met twee anekdotes. Lees meer

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wanneer de VVD pleit voor het bijhouden van gegevens over ‘culturele normen en waarden’ van mensen met een migratieachtergrond, over welke normen en waarden hebben ze het hier dan eigenlijk? Rocher Koendjbiharie neemt de eisen onder de loep die de politiek alleen stelt aan mensen die zichtbaar wortels elders ter wereld hebben. ‘Men wil geen vermenging van culturen en geen uitwisseling van gedachten. De echte eis is assimilatie en het afbreken van wortels.’ Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer