Asset 14

Ons Eiland en wat we vonden op de kust

Ons Eiland en wat we vonden op de kust 3

In Ons eiland en wat we vonden op de kust (het afstudeerwerk van Liene Schipper) wordt je meegenomen naar een wereld die bijna lijkt op de onze, maar waar olifanthotels kunnen praten, eenzame koeien luid loeien en brandstichting soms de oplossing lijkt. Een zoektocht naar hoe we elkaar kunnen proberen te begrijpen, en wat je nou eigenlijk moet doen als je denkt dat je elkaar eindelijk begrepen hebt. 

 

Op een eiland dicht bij de kust van een grote stad wonen Camille en Jos. Ze wonen er al jaren. Een jutter en een ICT-specialist. De stad was klein toen ze er kwamen wonen en nog nauwelijks een vissersdorp te noemen. Hoe groter de stad groeit, hoe meer vrachtschepen naar de haven toetrekken, hoe meer Camille op het strand vindt. Eerst vond ze vooral wrakhout, boeien, schelpen en vishaken. Nu vindt ze ook barbies in plastic verpakkingen, gloeilampen en tandenborstels.

Ze heeft het huis op het eiland gebouwd van alles wat ze door de jaren heen heeft gevonden. De voordeur komt uit een oud piratenschip, dat weten ze omdat er vele doodshoofden in gekerfd zijn. In het glas in lood staat de papegaai van de zeerover afgebeeld, het beest kraait wanneer er mensen aankloppen. Veel wordt er niet gekraaid want Camille en Jos gaan vooral met elkaar om.

De computer van Jos staat voor het raam aan de achterzijde van het huis waardoor hen naar de wijde zee kan kijken. Terwijl Jos telefoontjes pleegt met het bedrijf waarvoor hen werkt, vaart Camille voorbij richting de kust in haar roodgeverfde bootje. Ze zwaaien naar elkaar en geven elkaar een luchtkus voordat Camille richting de horizon verdwijnt.

Voor Camille gaat jutten, vist ze op zee. Ze bekijkt het profiel van de stad nog eens goed. Recentelijk zijn er een aantal constructies opgerezen van een andere aard dan gewoon. Er stonden al herenhuizen, strandtenten en benzinestations. Nu staan er ook een reuzenrad en een hotel in de vorm van een olifant, die bijna even hoog zijn.

Ons Eiland en wat we vonden op de kust

 

Op het strand zijn veel badgasten.

Er wordt gevraagd: “Goh, is dat een jutter?”

“Een geschiedenisreliek.”

“Jij daar, wat heb je gevonden? Laat eens zien.”

“Ja, ik ben een jutter,” antwoordt Camille, “wat ik gevonden heb gaat jou niks aan– maar goed, ik vind badlakens en zonnebrand, teenslippers en losgeschoten klemoorbellen.”

“Die neem je toch zeker niet mee? Dat is meer een soort van stelen in plaats van jutten. Hee, jij bent eigenlijk een soort van ekster.”

“Ja, als je het nodig vindt om mij te benoemen.”

“Laat me eens in die tas kijken, wat een mooie tas, zo ouderwets. Hee, mijn zonnebril! Zie! Ik heb mijn initialen erin laten graveren, daaraan kan je zien dat het die van mij is.”

Camille leest ‘S.G.’

“Dat staat dus voor Simon Geralds.”

“Wil je die zonnebril nog terug?”

“Ja, als het even kan alsjeblieft, het is zo zonnig namelijk.”

Ons Eiland en wat we vonden op de kust 1

De grote gestaltes van staal vormen ronde lijnen in de lucht. De gondels worden opgehaald door zware kettingen. De dagjesmensen geven hun geld uit aan het rad. Zouden ze Camille kunnen zien vanuit de lucht? Ze zou slechts een klein rood stipje in de zee zijn.

Het olifantenhotel prijkt in het midden. Glanzend, net uit zijn jas van steigers geklommen. Het gebouw deint op en neer met de golven waarop Camille zich bevindt. De kust is volkomen bebouwd nu en wat rest haar nu nog? Jutten tussen de menigte. Proberen om te manoeuvreren tussen zandkastelen en ijscokarren.

Het water om haar heen beweegt en doet de boot woest heen en weer kantelen. Een gedaante komt geoefend boven het oppervlak en hijst zichzelf omhoog aan de rand van Camille’s bootje. Ze kijkt recht tegen een koperen duikershelm aan, het glas is donker en ondoordringbaar, een zware ademhaling klinkt gedempt en laat condens achter.

Camille grijpt zich vast aan de rubberen stof om de duiker binnenboord te helpen. De duiker krabbelt omhoog en gaat tegenover Camille op de vloer zitten. Het is Paula, de buurvrouw van Camille en Jos.

Paula is momenteel bezig om haar persoonlijke record vrijdiepzeeduiken te verbreken.

Ze lijkt de laatste tijd alleen maar bezig met het behalen van record na record, maar hoe dat record precies werkt begrijpt Camille niet helemaal. Wat vrijdiepzeeduiken precies is begrijpt Camille ook niet helemaal. Als ze haar ernaar vraagt dan zegt Paula dat ze snel weer door moet, dat ze geen tijd heeft en snel moet zwemmen. Heel snel. Het snelst van iedereen. Camille snapt niet wat daar het nut van is.

Camille wijst naar de kustlijn. “Heb je dat gedrocht gezien?”

“Die olifant?” Paula klinkt nog buiten adem van het zwemmen. Camille knikt.

“Ik heb het gezien, maar wat is er mis mee?”

“Het is de druppel.”

“Het is een hotel.”

Paula haalt een ontbijtkoek uit de binnenzak van haar pak, eet ervan en spreekt met volle mond.

“Ik sta op het punt om mijn record te verbreken …”

“Wat is je record nu dan?” vraagt Camille.

“Als ik mijn record verbreek dan moet ik natuurlijk wel blijven trainen. Dan kan je natuurlijk niet zomaar stoppen.”

“Niet?”

“Nee, dan moet je door blijven gaan zodat je aan de top blijft.”

“Aan de top van wat?”

Paula kijkt Camille aan alsof ze iets raars zegt.

“Zodat je je record blijft houden natuurlijk. Anders is het zonde.”

Camille houdt zich stil en laat haar net in de zee zakken.

 

Ons Eiland en wat we vonden op de kust 2

 

Dit was een fragment uit Ons eiland en wat we vonden op de kust, het afstudeerwerk van Liene Schipper. Benieuwd naar meer? De bundel is nog te koop via Liene voor 15,- per stuk (inclusief verzendkosten). Mail je bestelling + adres naar lieneschipper@hotmail.com en wacht vervolgens bij de brievenbus!

 

Mail

Liene Schipper (1999) is een dichter, schrijver en podcastmaker. Dit jaar studeerde ze af in Creative Writing aan ArtEZ met de novelle Ons eiland en wat we vonden op de kust waar de lezer wordt meegenomen naar een wereld die bijna lijkt op de onze, maar waar olifanthotels kunnen praten, eenzame koeien luid loeien en brandstichting soms de oplossing lijkt. Het verhaal is een zoektocht naar hoe we elkaar proberen te begrijpen, en wat je nou eigenlijk moet doen als je denkt dat je elkaar eindelijk begrepen hebt.

Hannah van der Heide

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer