Asset 14

Kat, boom

Kat, boom

Max Hermens schreef een kort verhaal over een meisje dat haar buurtbarbecue doorbrengt in een lindeboom.

Vanaf hierboven kan het meisje de hele barbecue bekijken. De meeste buurtbewoners hebben al gegeten, ze staan in kleine groepen over het grasveld verspreid. Op de uitklaptafels liggen plastic borden met ketchupresten en verfrommelde servetten. De barbecues staan aan de rand van het veld, maar zelfs bovenin de lindeboom ruikt ze de rook.

‘Acht, negen, tien,’ de stem wordt steeds luider. ‘Wie niet weg is, is gezien!’

De jongen draait zich al om terwijl hij het roept. Hij staat bij de stronk van de boom, hoog boven hem maakt het meisje zichzelf klein, ze hurkt en trekt haar ledematen naar zich toe. Het verbaasde haar dat ze werd gevraagd om mee te spelen – ze is nieuw hier, kent de andere kinderen niet van naam. Voorzichtig spiekt ze tussen de bladeren door.

De jongen tuurt over het grasveld. Hij bukt om onder de tafels te kijken, maar houdt zijn hand op de stam. Er is ook een markt bij de barbecue, in de schaduw van de linde bieden de buurtbewoners hun huisgemaakte spullen aan. Gebreide sjaals, honing en gepofte kastanjes – en natuurlijk de vogelhuisjes van meneer Wilburs. Het lijken net echte huizen, met ramen en vensterbanken en zelfs bloembakken met plastic nepplantjes erin. Het meisje ziet haar ouders bij de kraam staan.

‘Iedereen hier heeft er een,’ zegt meneer Wilburs. ‘Of iedereen die ertoe doet.’

Haar moeder hurkt bij een van de huisjes. Ze legt haar hand op het dak en tilt het er als een deksel vanaf. ‘Wat denk je?’ zegt ze en kijkt haar man aan. ‘We hebben er nu eindelijk plek voor.’

De vader van het meisje antwoordt niet, hij slaat alleen zijn armen over elkaar. Ze wonen nog niet lang in de wijk, ze verhuizen vaak – haar moeder zegt dat het goed voor haar is, de barbecue. Kan ze de andere kinderen vast leren kennen.

‘Wat kost deze?’ Haar moeder houdt een van de vogelhuisjes omhoog. Meneer Wilburs knikt naar de prijslijst op het kleed. Haar ouders overleggen met elkaar, ze fluisteren, het meisje kan ze niet verstaan. Ze ziet dat haar vader zijn armen nog over elkaar heeft. Haar moeder legt haar handen op zijn polsen, en omdat ze kleiner is lijkt het net alsof ze een beetje aan hem hangt.

‘Buut Jens!’

Het meisje draait zich vlug om.

‘Maar je spiekte!’ Een blonde jongen met een bloempotkapsel komt onder de grote tafel vandaan. ‘Ik zag het wel.’

Hij rent naar de stam van de linde en slaat zijn hand er alsnog tegenaan.

‘Jij moet je gewoon beter verstoppen,’ zegt de andere jongen. Hij tilt zijn vuist op. ‘En niet buutvrij voor de hele pot roepen! – dan sla ik je.’

Hij is wat ouder, misschien is de andere jongen zijn broertje. Hij loopt weer weg van de linde maar draait zijn hoofd voortdurend om. Hij heeft alleen nog steeds niet omhoog gekeken. Het meisje leunt haar rug uitgelaten tegen de bast.

Het meisje ziet dat haar vader probeert mee te luisteren, maar de andere mannen merken hem niet op.

‘Die hebben wij ook,’ een van de vrouwen uit het verzorgingstehuis wijst naar het vogelhuisje.

‘Wat leuk,’ antwoordt de moeder van het meisje. ‘Waar staat die van jullie?’

Ze zitten aan de grote tafel. De andere bejaarde vrouwen hangen over hun borden en kauwen langzaam, sommigen smakken met open mond.

‘Waarvoor? Hoe bedoel je?’ De oude vrouw houdt haar hand verward bij haar oor. ‘Vogels natuurlijk – tjielp, tjielp.’

De vader van het meisje loopt naar de overkant van het veld, daar staan de andere mannen in een halve cirkel rondom de laatste smeulende barbecue. De man met de schort en de knijptang zit midden in een levendig verhaal. Het meisje ziet dat haar vader probeert mee te luisteren, hij staat half achter twee andere mannen, hij knikt zijn hoofd tussen hun schouders door, maar ze merken hem niet op.

‘Dus die buschauffeur zegt,’ roept de man met de schort opeens over het veld, ‘hij zegt, hij zegt: “Dan moet je de mijne eens zien!” Dat zei hij! Echt!’

De mannen beginnen zo hard te lachen dat ze wegdraaien van de barbecue. De vader van het meisje legt zijn handen op zijn maag en lacht alsof ook hij de hele grap gehoord heeft.

‘Buut Shanika, buut Joppe!’ hoort ze dan. ‘Wie moet ik nog?’

De kinderen komen naar de stam van de linde gerend. Ze tellen hardop met hun vingers.

Zijn bloempotkapsel waaiert uit als een hoepelrok.

‘Je hebt iedereen,’ zegt een van de meisjes. ‘Wie is nu?’

‘Jens.’

De jongen met het bloempotkapsel slaat zijn armen over elkaar. ‘Jullie hadden buutvrij voor de hele pot moeten doen!’

‘Is het nu toch te laat voor.’

‘Was er niet nog iemand anders? Jawel, toch?’

De jongen draait zijn gezicht vlug naar het grasveld. Zijn bloempotkapsel waaiert uit als een hoepelrok.

‘Probeer je nou weer onder je beurt uit te komen? Jij moet gewoon eens leren verstoppen, Jens.’

Het meisje in de boom kent het kibbelen, ze kent het van de kinderen in andere steden. Ze klimt naar de achterzijde van de linde, uit zicht van de rest. De schors schuurt tegen haar borst en aan haar kleren blijven kleine houtbrokjes kleven.

Sommige buurtbewoners zijn begonnen de lege uitklaptafels op de laadbak van een aanhangwagen te tillen. Haar vader staat nog als enige bij de barbecue, er komt steeds meer rook van de kolen. Hij hoest en stapt om de schaal heen.

Medewerkers van het verzorgingstehuis brengen de bejaarde vrouwen naar een wit busje. Een vrouw in een rolstoel wordt wakker geschud, in haar mondhoeken kleven resten barbecuesaus. De moeder van het meisje kijkt op haar telefoon. Wanneer er twee lachende vrouwen langs haar stoel lopen, legt ze hem snel weg en kijkt beleefd op, maar de vrouwen lopen door. Gebruikte servetten waaien in het gras.

De kinderen spelen nu tikkertje, ze zwieren langs de heupen van hun familieleden. Het meisje in de boom is niet eens teleurgesteld – het gaat altijd zo, in elke stad. Ze is zelfs opgelucht dat ze niet meer gezocht wordt, dat de andere kinderen niks meer met haar te maken hebben. De takken zijn ook smaller bovenin de boom, ze moet goed opletten waar ze haar voeten plaatst. Haar handen voelen klam.
Een vrouw filmt haar zoontje, hij fietst zonder wieltjes over het gras. De andere vrouwen kijken toe. Hij begint snel, zijn stuur wiebelt onrustig heen en weer en hij gaat steeds langzamer, totdat hij stil staat en naar rechts valt.

‘Wat goed!’

Er wordt luid geklapt.

‘En zo ver al.’

De jongen ligt op zijn rug en lacht naar de lucht. De vrouwen rennen naar hem toe, hij blijft maar lachen en het meisje snapt niet wat er zo leuk is.

De takken van de bomen lijken op smalle skeletvingers.

Vanaf hierboven lijken de mensen net eilandjes: de mannen bij de aanhangwagen, de vrouwen bij het kind met het fietsje, een paar gezinnen rondom hun eigen tafels. En haar ouders – ze nemen het vogelhuisje in hun armen en staan op van de klapstoelen. Iemand brengt ze naar de aanhangwagen. Haar vader hangt zijn wijsvinger om de pols van haar moeder, als een haakje.

Hierboven waait de wind wat harder. Het meisje voelt de zweetdruppels kil langs haar ribben omlaag kruipen. Rechts is het verzorgingstehuis met het dak van mos, dan de rijtjeshuizen en helemaal daarachter het bos. De boomtoppen hebben niet allemaal dezelfde vormen, sommige zijn rond, andere donker en puntig. De dode bomen vallen nog het meeste op – de takken lijken op smalle skeletvingers.

Ze vraagt zich af hoeveel van de bomen in het bos ze kan beklimmen. Ze bestudeert de stammen en kijkt of ze kan zien hoe laag de zijtakken groeien. Ze stelt zich voor dat ze van boom naar boom rent en bij elke bast een sprong maakt en haar armen naar boven rekt. Ze kan ze allemaal leren kennen, het zou natuurlijk weken duren, misschien wel maanden – maar dat doet er niet toe, want de bomen staan overal. Ze kan er altijd naartoe. Waar ze ook woont.

De wind komt op en trekt aan de takken van de linde. Het meisje klemt zich strak om de boom, ze ziet de wereld wegbuigen.

Mail

Max Hermens (1991) schrijft verhalen en essays. Zijn werk verscheen onder andere in Das Magazin en op Rekto:Verso, deFusie, De Optimist en De Internet Gids. Max draagt zijn werk voor en geeft schrijfcursussen op de Radboud Universiteit. Zijn verhalen gaan over het platteland en de natuur, en over kinderen die op onbenullige avonturen gaan. Max zit in een talentontwikkeltraject van De Nieuwe Oost | Wintertuin

Emile Weisz (1997) heeft audiovisuele kunsten gestudeerd aan de Gerrit Rietveld Academie. Hij houdt zich bezig met het vertellen van eigentijdse verhalen in verschillende vormen en media. 

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

:De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter 1

De archivaris en haar dochter: Morgen zal alles anders zijn

‘Even eufy checken.’ In ‘Morgen zal alles anders zijn’ dicht Bareez Majid over de eindeloze keuzes en opties die een dag voortbrengt. Een dag die getekend wordt door de sluimerende aanwezigheid van de videofeed van een beveiligingsapp. Lees meer

Bleekzucht en bloedarmoede

Bleekzucht en bloedarmoede

Menstruatie is stil en onzichtbaar. We kijken weg en gaan door. Maar wat als dat niet langer kan? Wat als het bloed de samenleving binnenstroomt en ons verdrinkt? Esther De Soomer onderzoekt hoe de maatschappij dan reageert. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter

De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter

In ‘Een anatomie van opa’s dochter’ reconstrueert Bareez Majid de verschillende deeltjes die samen een moeder maken. Een moeder die door een ziekte in de war is, en veel dingen vergeet – soms zelfs haar eigen kinderen. Lees meer

Auto Draft 9

Dat het was

Hoe ga je om met herinneringen die te pijnlijk zijn om onder ogen te komen? Olivier Herter maakt het publiek getuige van een versnipperd landschap van herinneringen. Vloeiend, stemmig en ogenschijnlijk zonder plot wordt geprobeerd woorden te vinden, waar geen woorden voor te vinden zijn. Dit verhaal werd eerder op toneel gebracht door t Barre Land. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: De eeuwige lijsten

De archivaris en haar dochter: De eeuwige lijsten

‘Ik wil geen literatuur van je maken.’ Hoe berg je je moeder in je schrijven, zonder haar essentie te bevriezen? Bareez Majid dicht in woord en beeld over ‘soon-to-be-dead-mothers’ en onderzoekt hoe hun lichamen functioneren als vergankelijk archief. Lees meer

Auto Draft 7

Moederland

Zelfs in de Italiaanse zon lukt het niet altijd om donkere gedachten op afstand te houden. Roos Sinnige laat ons meedrijven op de ongrijpbare stroom die dan ontstaat. Lees meer

zonderverdergroet

zonder verdere groet

Rijk Kistemaker doet niet aan groeten. Rijk schrijft gedichten terwijl hij bezig is met andere dingen, zoals het opladen van een gehuurde Kia en huilen. Laat je meevoeren op zijn poëtische gedachtestroom. Lees meer

Jonathan de slakkenman

Jonathan de slakkenman

'Hij zag simpelweg hoe de slak zich terugtrok in zijn huisje wanneer het zich onveilig achtte. Vanwege hun gedeelde lot, voelde Jonathan zich geroepen om de naaktslak ook een toevluchtsoord te bieden.' In dit korte verhaal van Ivana Kalaš neemt Jonathans slakkenfascinatie langzaam zijn leven over. Lees meer

Het insectenhotel

Het insectenhotel

‘Ik kan wel voor je krimpen.' Dieuke Kingma onderzoekt in een kort verhaal vol spinnenpoten en keverschildjes of je de ruimte die je inneemt in een relatie ook weer terug kan geven. Lees meer

Auto Draft 6

ode aan de lepismA saccharinA

Lieke van den Belt neemt je mee in de wereld van de zilvervis. Met lichte en vervreemdende beelden schetst ze in twee gedichten een dialoog tussen deze beestjes en hun slachtoffers. Lees meer

Enterprise, Alabama

Enterprise, Alabama

Charlotte Duistermaat neemt je mee in de enigszins absurde culturele en historische impact van een snuitkeverplaag op een Amerikaans dorpje en de vergelijkbare migratiestromen van mens en dier. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer