Asset 14

Als je écht kinderen wilt redden

Als je écht kinderen wilt redden

Shashitu Rahima Tarirga kwam 33 jaar geleden via interlandelijke adoptie naar Nederland vanuit Ethiopië. Na een reis naar Ethiopië maakt ze nu een afweging tussen haar leven hier en het gemiste leven daar. 'Weegt toegang tot hoger onderwijs op tegen het verlies van je culturele achtergrond? Weegt een westers paspoort op tegen het moeten omgaan met de trauma’s van scheiding en achterlating? Weegt een leven hier op tegen onbekendheid met je leven daar?'

------------------------------------------------------------------------------------------------
Augustus 2020
Ik stel aanvullende vragen aan Fiom, een stichting gespecialiseerd in afstammingsvragen, over inconsistenties in mijn adoptiedossier.
Antwoord: ‘Wij kunnen geen antwoord bieden, want wij hebben deze adopties niet georganiseerd, wij bewaren nu enkel het dossier aangezien jouw adoptieorganisatie, Stichting Afrika, niet meer bestaat.’ Wie wel antwoord kan bieden, weten zij ook niet. Voor mijn zoektocht moet ik zelf maar aankloppen bij lotgenoten.

December 2021
Ik benader Fiom opnieuw met vragen over het verloop van de adoptienazorg na het stoppen van Stichting Afrika. Fiom wijst me door naar Wereldkinderen, een organisatie die nog steeds betrokken is bij de organisatie van interlandelijke adopties. Wereldkinderen verwijst me vervolgens naar Fiom. Fiom geeft me nog wel mee dat ze hebben geprobeerd bij het Ministerie van Justitie binnen te komen, maar dat is niet gelukt. Ik moet zelf maar proberen om daartussen te komen.

Juli 2023
Ik benader de Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden. In de documenten die ik heb, staat niet genoteerd uit welk weeshuis ik ben geadopteerd. Ik vraag de Centrale autoriteit of dit ergens geregistreerd staat en wordt doorverwezen naar het Fiom, omdat ze nog niet betrokken was bij interlandelijke adoptie toen ik werd geadopteerd. Fiom verwijst daarna naar de Centrale autoriteit.
------------------------------------------------------------------------------------------------

Ik ben terug van een allereerste reis naar mijn geboorteland. Het land dat ik 33 jaar geleden achterliet door interlandelijke adoptie naar Nederland, omdat dat land van mij een beter persoon kon maken dan mijn geboorteland. Mijn geboorteland was slechts een land van honger, armoede en dood; Nederland, het land van gevulde buiken, welvaart en een gelukkig leven. Bijna mijn hele leven is dit beeld van een armoedig, gevaarlijk en perspectiefloos geboorteland bevestigd. Wanneer ik Ethiopië voorbij zag komen in media en verhalen, dan ging het altijd over oorlog, droogte en honger. Als ik droomde van Ethiopië, dan droomde ik van hutjes in een zandachtig landschap.

Dat beeld van enkel ellende in het geboorteland is iets dat elke geadopteerde krijgt ingeprent. Het is de bestaansgrond van interlandelijke adoptie

Naarmate ik ouder werd en zelf kon beslissen welke informatie ik tot me nam, leerde ik ook een andere kant van Ethiopië kennen. Een land dat het thuis is van de Afrikaanse Unie, een land waar de rastafari’s hun messias vonden, het land dat met de uit rotsen gehouwen kerken van Lalibela een wereldwonder bezit, het land dat een van de twee Afrikaanse landen is die nooit zijn gekoloniseerd. En toch was ik verwonderd toen ik tijdens mijn eerste terugreis van het vliegveld naar het hotel reed over goed aangelegde wegen, en hoogbouw en winkelpanden zag die ook in een Westerse stad hadden kunnen staan. Ik had een reis naar mijn geboorteland nodig om te beseffen dat Ethiopië niet enkel miserie is.

Al red je er maar één

Dat beeld van enkel ellende in het geboorteland is iets dat elke geadopteerde krijgt ingeprent. Het is de bestaansgrond van interlandelijke adoptie, recent (voorlopig) afgeschaft in Nederland, maar nog steeds populair in menig Europees land. Kinderen die opgroeien in een ander gezin dan hun geboortegezin is een fenomeen van alle tijden. Het transnationaal verplaatsen van kinderen komt echter pas op vanaf het begin van de twintigste eeuw en was vaak gekoppeld aan kolonialisme, oorlog en rampen. Het officieel doorbreken van familiale banden door middel van het juridische systeem van interlandelijke adoptie, is een hiermee samenhangend fenomeen. Vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw kreeg interlandelijke adoptie een enorme toename in populariteit.

Als je écht kinderen wilt redden 2

Zo werden duizenden ontheemde kinderen interlandelijk geadopteerd na afloop van de Tweede Wereldoorlog. En in de jaren zestig zorgde de befaamde uitspraak van bekende schrijver Jan de Hartog - ‘Al red je er maar één’ - voor een adoptiegolf uit Korea. De Hartog adopteerde zelf twee kinderen uit Korea, sprak over de vele weeskinderen van gemengde afkomst in Korea na de Koreaanse Oorlog (1950 – 1953) en benoemde de geringe kansen die zij zouden hebben op een gelukkig leven als verstoten kinderen. Ook de Vietnamoorlog (1955 – 1975) vormde een periode met een groot aantal interlandelijke adopties. Na die oorlog werd er zelfs een massa-evacuatie opgezet door de Verenigde Staten, Operation Babylift, om kinderen van Vietnam naar de Verenigde Staten en West-Europa te verplaatsen.

Het scheiden van kinderen van hun ouders was tijdens de koloniale periode een van de manieren om de gekoloniseerde gemeenschappen te controleren, beïnvloeden en disciplineren . In geval van kinderen met een gemengde afkomst moest deze scheiding vooral de raciale hiërarchie in stand houden. Het uit elkaar halen van ouders en kinderen vond plaats binnen landsgrenzen, maar ook daarbuiten: kinderen werden in kindertehuizen geplaatst en aan pleeg- en adoptiegezinnen toegewezen.

In het Globale Noorden bestaat blijkbaar het recht om kinderen af te nemen van ouders uit het Globale Zuiden

Kindjes redden

Het is belangrijk om aandacht te hebben voor deze beginpraktijken, aangezien ze de basis hebben gelegd voor interlandelijke adoptie. Interlandelijke adoptie lijkt al decennialang dé manier om kindjes te redden van een miserabel, ontwikkelingsarm en onbeschaafd leven. Dit is een gedachtegoed dat nog altijd belangrijk is voor het voortbestaan van interlandelijke adoptie. Dat kan niet los worden gezien van een (neo-)koloniale context, waarbij het Globale Noorden zich plaatst boven het Globale Zuiden. In het Globale Noorden bestaat blijkbaar het recht om kinderen af te nemen van ouders uit het Globale Zuiden. Een omgekeerde beweging zou ondenkbaar zijn.

Ook ik kreeg de eer om te worden gered van een miserabel leven en op te groeien in het welvarende Westen. Je wordt als geadopteerde via vragen en opmerkingen herinnerd aan het feit dat je dankbaar moet zijn dat je hier bent en niet daar. ‘Je moet vast blij zijn dat je bent geadopteerd?’ of ‘Jij hebt geluk dat je hier hebt kunnen opgroeien!’ of ‘In Ethiopië had je nooit de kans gehad om te studeren!’. Voorgaande vragen en opmerkingen impliceren dat het leven hier per definitie beter is dan het leven daar.

Als je écht kinderen wilt redden 3

Maar hoe definieer je een beter leven? Tijdens mijn eerste dag terug in mijn geboorteland word ik met een situatie geconfronteerd die deze vraag op scherp stelt. Ik wandel door de winkelstraat wanneer een klein meisje, ze moet een jaar of vier zijn geweest, zich aan me vastklampt, smekend om geld. Er is wat overtuigingskracht nodig om het meisje van me los te krijgen. Terwijl de vriendin waar ik op dat moment mee ben nog wat woorden richt aan het meisje, wandel ik verder. Ik ben aangedaan en kan niet anders dan tranen laten. Ik kan ook niet anders dan bedenken dat ik dat meisje had kunnen zijn. Ik begin zelfs bijna te denken: gelukkig ben ik geadopteerd. Even vergeet ik dat ik een overtuigd anti-interlandelijke-adoptiepersoon ben.

Weegt toegang tot hoger onderwijs op tegen het verlies van je culturele achtergrond? Weegt een westers paspoort op tegen het moeten omgaan met de trauma’s van scheiding en achterlating? Weegt een leven hier op tegen onbekendheid met je leven daar?

Belang van het kind
Leidt interlandelijke adoptie daadwerkelijk tot een beter leven? Sinds 1967 werd in de Nederlandse wetgeving gesteld dat interlandelijke adoptie alleen mocht plaatsvinden in belang van het kind. Wat het belang van het kind was, blijkt meer afhankelijk van de tijdgeest dan van wettelijke bepalingen. Zo stelde het Vlaamse expertenpanel inzake interlandelijke adoptie in 2021 dat het belang van het kind vooral ligt in ‘de vertrouwde gezins- en ruimere omgeving, en de culturele en religieuze identiteit van het kind’. Het panel stelt dat economische redenen of materiële armoede onvoldoende elementen zijn voor het overgaan tot interlandelijke adoptie.

Toch is vooruitgang in socio-economische status lang het belangrijkste aandachtspunt geweest in discussies over interlandelijke adoptie. Maar de focus van het expertenpanel maakt het nu mogelijk om andere vragen te stellen: is een leven met meer financiële welvaart een beter leven dan een leven met verbondenheid met je geboorte-gemeenschap? Weegt toegang tot hoger onderwijs op tegen het verlies van je culturele achtergrond? Weegt een westers paspoort op tegen het moeten omgaan met de trauma’s van scheiding en achterlating? Weegt een leven hier op tegen onbekendheid met je leven daar?

Geadopteerden verliezen de families en gemeenschappen waarin ze geboren zijn, hun taal, hun geschiedenis en hun cultuur. Ze worden geconfronteerd met de traumatische ervaring van scheiding en breuken. Toch is er vaak meer aandacht voor de zogezegde winst die interlandelijke adoptie oplevert voor de geadopteerde. Tegelijkertijd wordt die winst gepresenteerd alsof het iets is dat geadopteerden komt aanwaaien. Alsof ze niet zelf studeren en werken om die kansen mogelijk te maken.

Geadopteerden worden hier kapot geprocedeerd

Discussies rond de invulling van bepaalde nationale feesten, diversifiëring van de demografie en invulling van het onderwijs, laten zien dat cultuur en geschiedenis voor veel mensen nu een belangrijk item is. Het zijn items waarvan velen het moeilijk vinden om deze te zien veranderen. Maar van geadopteerden wordt verwacht dat ze dit zonder moeite doen. Baby’s, peuters, kleuters en jonge kinderen worden in westerse gezinnen geplaatst en assimileren vaak volledig naar de nieuwe samenleving waarin ze terechtkomen. Ze spreken perfect Nederlands, houden van Hollandse kost, studeren en voldoen aan het plaatje van de ‘ideale immigrant’. Het zijn deze voorbeelden die vaak aangehaald worden om aan te geven dat interlandelijke adoptie moet blijven voortbestaan. Het zijn voorbeelden die aantonen dat ‘hier’ een lief en perfect land is en ‘daar’ een kutland ligt waar niets anders heerst dan perspectiefloosheid.

Geen lief land meer

Geadopteerde kinderen worden volwassenen met een eigen stem, volwassenen die licht werpen op de gebreken van interlandelijke adoptie. En dan komt de ware aard van de landen ‘hier’ naar boven. ‘Hier’ verandert van lief, paradijselijk land voor geadopteerden in een kutland voor kritische geadopteerden. Een kutland waar tegen geadopteerden wordt geprocedeerd, indien zij opkomen voor hun recht op identiteit en afstammingsinformatie, zoals de lopende rechtszaken van Dilani Butink en Patrick van Noordoven laten zien. Beide geadopteerden klaagden de Nederlandse staat aan wegens aansprakelijkheid in hun illegaal verlopen adopties. In beide zaken gaf de rechter de geadopteerden gelijk, in beide zaken besloot de Nederlandse Staat in hoger beroep te gaan. In plaats van geadopteerden te steunen en tegemoet te komen in geleden schade, worden geadopteerden kapot geprocedeerd.

In dit kutland toont onderzoek na onderzoek aan dat adoptieorganisaties en overheden hebben gefaald in het correct uitvoeren en controleren van (interlandelijke) adopties. Een conclusie die onder andere werd herhaald in het eindverslag van de onderzoekscommissie Interlandelijk adoptie (in de volksmond de Commissie Joustra genoemd). Deze onafhankelijke onderzoekscommissie werd ingesteld door de toenmalige minister voor Rechtsbescherming, minister Dekker, en had als opdracht om de rol van de Nederlandse overheid te bekijken bij misstanden rondom interlandelijke adopties in het verleden. De commissie concludeert: ‘De Nederlandse overheid heeft nagelaten tijdig maatregelen te nemen waar ze dat wel had kunnen doen, bijvoorbeeld door middel van wetgeving met strakkere voorwaarden, toezicht op de adoptiepraktijk, controle op naleving van wet- en regelgeving en het onderzoeken van signalen. Hierdoor hebben misstanden kunnen voortduren.’

Als je écht kinderen wilt redden 1

Keer op keer komen er illegale praktijken en misstanden naar boven. Praktijken waardoor geadopteerden en geboorteouders te vaak illegaal uit elkaar zijn gerukt en elkaar misschien nooit meer zullen terugvinden. Inspanningen van Nederland en (voormalige) adoptieorganisaties om geadopteerden en geboorteouders weer met elkaar te verenigen, zijn er nauwelijks. Geadopteerden en geboorteouders dienen zelf hun zoektocht naar hun wortels te organiseren en financieren. En daarbij mogen ze niet te hard zeuren over de negatieve kanten van adoptie, want ‘de adoptie vertrok toch altijd vanuit de juiste intenties’.

Blijven kiezen voor interlandelijke adoptie en tegelijkertijd een steeds strenger immigratiebeleid toepassen, is enkel te rijmen met een neokoloniaal denksysteem

Dit kutland faciliteert die zoektochten niet, maar maakt deze eerder moeilijker. Bijvoorbeeld door het oneigenlijk vernietigen van duizenden adoptiedossiers van de periode 1967 tot 1979, zoals in 2023 uitkwam. Of door mensen met vragen van het kastje naar de muur te sturen, waar ik zelf ervaringsdeskundige van ben.

Een kutland waar nauwelijks, specialistische, (na-)zorg is voor geadopteerden, terwijl bekend is dat geadopteerden gemiddeld vaker lijden aan psychische moeilijkheden en vaker zelfmoord plegen. Adoptie wordt voorgesteld als een wondermaatregel die alle trauma’s heelt en waarna geen enkel nieuw trauma het kind meer treft. Geadopteerden moeten echter een van de heftigste zaken die een kind kan overkomen verwerken; gescheiden worden van degene die jou het leven gaven. Vaak op een leeftijd waarop het kind hier met woorden niet eens uitdrukking aan kan geven, dus werkt het trauma zich op een non-verbale manier het lichaam in.

Als je écht kinderen wilt redden 4

En dan zijn er nog de identiteitsvragen die iedereen zichzelf stelt, maar voor geadopteerden zijn de antwoorden minder makkelijk te vinden. Tenslotte ervaren geadopteerden, net als alle andere mensen met een migratieachtergrond, vaak discriminatie en racisme, wat ook een impact kan hebben op het psychisch welzijn.

Zo keren we terug naar de vraag of interlandelijke adoptie tot een beter leven leidt. Mijn antwoord is: nee. Het geld dat nu is gestopt in de organisatie van interlandelijke adoptie, had ook gestopt kunnen worden in het ondersteunen van hulpverleningssystemen aldaar. Op deze manier hadden kinderen niet van hun geboortefamilie- en gemeenschap gescheiden hoeven worden. Een gemeenschap die geadopteerden, bewust of onbewust, gewenst of ongewenst, altijd in hun hart en uiterlijk blijven meedragen. Het demissionair kabinet Rutte III heeft in mei interlandelijke adoptie stopgezet in Nederland. Het is belangrijk om in de gaten te houden wat het nieuwe Nederlandse kabinet zal doen met deze beslissing. Stoppen met interlandelijke adoptie is immers niet gelijk aan het stoppen van je (internationale) verantwoordelijkheid voor fouten bij interlandelijke adopties.
Als interlandelijke adoptie echt ging om het redden van kinderen, dan stop je niet alleen met interlandelijke adopties, maar ook met het leegroven van landen, de uitbuiting van mensen en de investeringen in oorlogsvoering. Dan gebruik je het geld dat beschikbaar komt door de afschaffing van interlandelijke adopties voor de ondersteuning van gemeenschappen aldaar zodat kinderen in betere omstandigheden kunnen opgroeien. En dan gebruik je het geld om geadopteerden te ondersteunen en geboorteouders en geadopteerden die dat wensen terug bij elkaar te brengen.

Mail

Shashitu Rahima Tarirga (1991) is klinisch orthopedagoog. Ze werkt enerzijds met niet-begeleide minderjarige vluchtelingen en anderzijds rond het thema adoptie. Schrijven is voor Shashitu de manier om de wereld iets rechtvaardiger te maken.

Laura Chen is fotografe, collage kunstenares en schrijfster. Haar werk is intuïtief, experimenteel en speels. Aangetrokken door de eigenaardigheden van het alledaagse zoekt ze naar vormen van anders-zijn en een verbinding met het onbewuste. Interesses: fictie, illusie, geheugen en taalkunde.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

‘Uğur Ümit Üngörs fragmenten zijn broodnodige kost voor een samenleving die consequent doet alsof wijdverbreid extreem (staats)geweld een ver-van-mijn-bedshow is.’ Terwijl Zomergast Üngör zichzelf kundig naar de achtergrond werkt, maakt hij duidelijk dat de zomer vele winters verstopt. Met opgewekte grimmigheid vraagt hij ons om ons zorgen te maken over het leed van anderen. Lees meer

Schroot voor de kunstkenner 1

Schroot voor de kunstkenner

Wat doet een beschilderd stuk schroot in het Stedelijk? Waarom ruikt het er opeens chemisch en zoet tegelijk? Het is het werk van Selma Selman, die opnieuw definieert wat kunst is en mag zijn. Ivana Kalaš is onder de indruk – en heroverweegt haar eigen positie. Zoetig en naar ijzer – dat aroma komt op... Lees meer

Informatiehonger

Informatiehonger

We verslikken ons in data, maar blijven gulzig drinken. In dit essay onderzoekt Paola Verhaert hoe onze honger naar informatie — ooit gevoed door boeken, nu door eindeloze datastromen — ons hoofd én onze wereld begint te verzwelgen. Waar ligt de grens? En merken we het als we die overschrijden? Lees meer

Kind van lelijke huizen

Kind van lelijke huizen

Om haar heen ziet Anne Schepers dat de kinderen uit ‘mooie huizen’ die wél een financieel vangnet hebben eerder de stap naar freelancewerk kunnen maken. Ze staat voor de keuze: lijden voor de kunst of doen wat de maatschappij verantwoordelijk acht? Lees meer

Mijn naam roept 1

Mijn naam roept

Hodo Abdullah beschrijft hoe de geschiedenis van Somaliland haar ook veel over haarzelf leerde. Hoe komt het dat het geloof in henzelf, de veerkracht en de trots van de Somalilanders zo verankerd zit in hun DNA? Wat geeft hun de kracht om door te gaan? Lees meer

Composthoop

Een symfonie van het kleine leven

Jesse Van den Eynden neemt je mee in de symfonie van het kleine leven dat zich afspeelt in de duisternis van de composthoop. In dit liefdevolle essay beschrijft hij hoe zijn leven steeds meer overgenomen wordt door de rottende en levende massa in zijn tuin, en hoe het slurpen, klikken en kraken van de aarde en haar bewoners een meditatieve ervaring worden. Lees meer

Huizen, omhulsels

Huizen, omhulsels

Anne Schepers had nooit gedacht dat ze een huis kon kopen. Tijdens de verbouwing denkt ze na over huizen als politiek middel, hoe het is om als sociale klimmer ruimte in te nemen en waarom dromen over een fantasiehuis een privilege is. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer