Aardig wat mensen die ik ken gaan op vakantie, en ik bied me in de zomermaanden graag aan om op hun huizen te passen. Zo kwam het dat ik de afgelopen weken in een nieuwbouwhuis in Leidsche Rijn verbleef, in de sociale huurwoning waarin ik opgroeide in Nijmegen, in een jaren ’80 bungalowvilla in Teteringen en in een gezellig mini-appartement met tuin bij mij om de hoek in het Utrechtse Lombok. Ik snuffel wat rond, onderzoek welke snacks in mijn tijdelijke onderkomen te vinden zijn, leen wat druppels parfum. Ik krijg zelfs het idee dat ik me net iets anders gedraag al naargelang het huis waar ik in verblijf: alsof mijn kinderachtige trekjes weer op komen spelen in mijn ouderlijk huis, en ik alleen duur uit eten wil als ik in de villa met bubbelbad slaap. Overal voelen de handdoeken anders aan, is het is stiller dan thuis en ik kan de tupperwarebakjes in geen één keuken vinden.
Toen ik een paar dagen geleden thuiskwam van een van mijn oppassessies, had ik het gevoel dat er iets niet klopte. Ik stond in mijn kamer: een grote zolder gevuld met een mix van geërfde houten meubels, Ikeameubilair, op rommelmarkten opgepikte snuisterijen, drie kunstwerken aan de muur, en vroeg me af: wiens woning is dit? Is dit wie ik ben? Woon ik op een kamer? Ik dacht aan het gezellige behang in het drie verdiepingen tellende huis in Nijmegen, de mooie donkere houten vloeren in de Teteringse villa en voelde mijn eigen interieur me bekruipen. Een ander huis kan ik niet zomaar betalen, en al snel fixeerde mijn onrust zich op de grootste doorn in het oog van mijn kamer: mijn kledingkast.
Ik stelde me voor wat iemand van me zou denken als diegene op mijn huis zou passen terwijl ik op vakantie ben.
Het was de goedkoopste Ikeakast die ik twee jaar geleden kon vinden, toen ik plotseling moest verhuizen. Pure pragmatiek, terwijl ik mezelf niet per se een pragmatisch ingestoken mens acht, ‘form follows function’ heb ik nooit echt onderschreven. Ik zette hem in een hoekje van mijn kamer en besloot dat dit nu even eenmaal zo zou zijn. Het is een rechthoekige kast, met schuifdeuren. Ik kan er bijna al mijn kleding in kwijt. Handig, wit, en saai.
Ik stelde me voor wat iemand van me zou denken als diegene op mijn huis zou passen terwijl ik op vakantie ben. ‘Woont op een kamer, wel ruim.’ ‘Goede selectie parfums’, ‘leuke boekverzameling’, maar deze kledingkast zou mijn gebrek aan visie, goede smaak en esthetiek onmiskenbaar verraden.
Dit moest anders. In de avonduren scrolde ik op Marktplaats, onooglijke opbergmeubels kwam ik tegen, tot ik een antieke Franse hardhouten kledingkast vond, voor 150 euro. Hij kon uit elkaar, ophalen in Amsterdam. Ik zou een autootje huren, kon hem zo gaan inladen, voor 150 euro zou ik eindelijk kunnen worden wie ik eigenlijk ben, namelijk iemand die een hardhouten Franse kledingkast bezit, met krullen en spiegels. Toen ik ging meten, bleek de houten kast net niet naast mijn bed te passen. En ook niet tegen de andere wand waar mijn lelijke lage kast nu stond, en de rest van de muren van mijn zolderkamer waren te schuin.
Een paar dagen later. Ik wandel naar de Bijenkorf en spray mezelf onder met een testfles van Gucci Flora, het parfum dat ik ‘leende’ van de bewoners van het huis in Leidsche Rijn toen ik daar verbleef. Even waan ik me weer in mijn parallelle nieuwbouwhuisleven. Als ik naar buiten loop zie ik mezelf in de spiegeling van de etalage. In het glas zie ik iemand anders dan drie weken geleden. Met hetzelfde huis en dezelfde kast, iemand die op allerlei plekken woont en zich overal en nergens thuis voelt, geurend naar een leven dat ze ondertussen toch al leidt.

Eva van den Boogaard is literatuurwetenschapper, docent en onderwijsinnovator bij St. Joost School of Art & Design en eindredacteur bij Hard//hoofd. Haar verborgen talent is slapen en haar minder verborgen talent twijfelen. Ze rent graag langs de Vecht, zingt met karaoke het liefst George Michael en droomt van een Heilige Birmaan als huisdier.

Bjorn Gort is een illustrator uit Oosterhout die altijd op zoek is naar nieuwe perspectieven. Hij speelt met de vormen van de werkelijkheid en gebruikt zijn lijnenspel om zijn blik op de realiteit weer te geven.